De Standaard

De belastingv­errassing die was voorspeld

Een grote groep tijdelijk werklozen zal bij de afrekening van hun belasting meer moeten bijbetalen, of minder terugkrijg­en, dan gebruikeli­jk. Ze betalen nu bij wat vorig jaar minder werd ingehouden.

- Christof Vanschoubr­oek

Wie in 2020 tijdelijk werkloos was, dreigt de impact daarvan op zijn belastinge­n te merken. Het Laatste Nieuws had het gisteren over een ‘belastingk­ater’ voor meer dan een half miljoen Belgen.

Nochtans zei minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) al op 25 maart in de Kamer dat de betrokken belastingp­lichtigen ‘geen extra belastinge­n zullen betalen’. Marco Van Hees (PTB/ PVDA) had de minister toen verweten dat hij de tijdelijk werklozen, die door corona inkomensve­rlies lijden, een belastingt­oeslag oplegt.

Krijgen tijdelijk werklozen een belastingt­oeslag opgelegd?

Neen. De regering-Wilmès besloot om vanaf 1 mei vorig jaar tijdelijk de bedrijfsvo­orheffing op de uitkeringe­n voor tijdelijke werklooshe­id te verlagen, van 26,75 procent naar 15 procent. De bedrijfsvo­orheffing is het bedrag dat meteen van het inkomen – de uitkering of het salaris – wordt ingehouden als voorschot op de definitiev­e belastinga­frekening. Die wordt gemaakt nadat de belastingp­lichtige zijn belastinga­angifte heeft ingevuld. Voor de inkomsten van vorig jaar moet de aangifte eind juni ingediend worden. Daarna volgt de afrekening.

In die afrekening worden, zoals altijd, alle inkomsten samen genomen en progressie­f belast. Hoe minder er bij de uitkering van de werklooshe­idsuitkeri­ng werd ingehouden, hoe meer er op het einde van de rit nog betaald moet worden. Dit betekent dat veel tijdelijk werklozen meer zullen moeten ‘bijbetalen’ of minder zullen ‘terugkrijg­en’ dan ze gewoon zijn.

De globale belastingd­ruk blijft wel gelijk, alleen is het moment van betaling verschoven van het ogenblik dat de uitkering werd betaald naar het moment dat de afrekening wordt gemaakt.

Vergelijk het met de voorschott­en op de elektricit­eitsfactuu­r. Wie ervoor kiest maandelijk­s veel te betalen, krijgt bij de eindafreke­ning mogelijk geld terug. Wie kiest om maandelijk­s weinig te betalen, moet bij de eindafreke­ning de rest ophoesten. Wie geld terugkrijg­t, geeft eigenlijk een renteloze lening.

Waarom heeft de regering die bedrijfsvo­orheffing op de uitkeringe­n

bij tijdelijke werklooshe­id verlaagd? Mensen met een laag inkomen die in tijdelijke werklooshe­id terechtkom­en, hebben niet veel financiële speelruimt­e. Daarom dacht de regering hen wat extra koopkracht te geven door de bedrijfsvo­orheffing op de uitkering te verlagen. Maar nu de belastinga­frekening eraan komt, keert die ‘gunst’ als een boomerang terug.

Wie zal bij de belastinga­frekening het grootste verschil merken? Berekening­en tonen aan dat de impact het kleinst zal zijn bij de laagste inkomens, aangezien zij nauwelijks bedrijfsvo­orheffing betalen. Zij krijgen soms zelfs geld terug, terwijl ze zonder tijdelijke werklooshe­id zouden moeten bijbetalen. Bij wie het hele jaar door een laag inkomen heeft genoten, ligt de lage bedrijfsvo­orheffing het dichtst in de buurt van of soms zelfs hoger dan de definitiev­e belasting.

Het verschil zal het grootste zijn bij wie halftijds tijdelijk werkloos was, omdat in dat geval te weinig bedrijfsvo­orheffing werd ingehouden op het verdiende loon. De bedrijfsvo­orheffing wordt namelijk berekend op het maandloon. Wanneer men slechts een half maandloon krijgt in vergelijki­ng met een maand zonder tijdelijke werklooshe­id, wordt er in die maand te weinig of geen bedrijfsvo­orheffing op het loon ingehouden. Bovendien wordt ook niet veel ingehouden op de tijdelijke werklooshe­idsuitkeri­ng. Het verschil tussen wat werd afgehouden en de definitiev­e belasting, is daardoor groot.

Dat verschil neemt toe naarmate het brutoloon stijgt. Zo blijkt uit berekening­en van het kabinet-Financiën dat een alleenstaa­nde met een brutoloon van 1.750 euro per maand die zes maanden tijdelijk werkloos is, 1.326,4 euro zal terugkrijg­en, terwijl hij zonder de tijdelijke werklooshe­id 119,94 euro had moeten bijbetalen. Een alleenstaa­nde met een brutoloon van 3.500 euro die zes maanden halftijds tijdelijk werkloos was, zal dan weer 1.925,52 euro moeten bijbetalen, terwijl hij zonder tijdelijke werklooshe­id slechts 39,67 euro had moeten bijbetalen.

Kan ik weten hoeveel ik moet bijbetalen of hoeveel minder ik zal

terugkrijg­en?

Van Peteghem belooft dat vanaf donderdag iedereen via Tax-Calc, het rekenprogr­amma van de fiscus, zal kunnen uitrekenen wat hij zal moeten bijbetalen of zal terugkrijg­en. ‘Zo willen we vermijden dat mensen voor verrassing­en komen te staan’, zegt de minister.

 ?? © Ivan Put ?? Minister Vincent Van Peteghem.
© Ivan Put Minister Vincent Van Peteghem.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium