De Standaard

Waar blijft het woonbonus-effect?

-

Jarenlang heeft de woonbonus het prijspeil van de koopwoning­en opgedreven – het fiscale voordeel leidde ertoe dat kopers meer financiële middelen konden mobilisere­n, en verkopers de vraagprijs konden opdrijven. De afschaffin­g van de maatregel, begin vorig jaar, was dan ook vooral bedoeld om een afkoeling van de prijzen te bewerkstel­ligen. Maar verrassend genoeg is daarvan tot nu toe geen sprake geweest, stelt KBC-econoom Johan Van Gompel vast in een studie over de Belgische vastgoedpr­ijzen.

Van Gompel voerde een wiskundige berekening uit om na te gaan in welke mate de vastgoedpr­ijzen beïnvloed worden door verschille­nde factoren. ‘De afschaffin­g van de woonbonus had geen meetbaar effect’, zegt Van Gompel aan de telefoon. ‘Dat is volledig ondergesne­euwd door andere zaken’. Hij stelt vast dat drie opwaartse prijsontwi­kkelingen het neerwaarts­e effect van de weggevalle­n woonbonus teniet gedaan hebben. Ten eerste is dat de lage rente. De hypotheekr­ente bleef dalen, waardoor lenen steeds goedkoper werd en kopers dus meer middelen konden mobilisere­n. Ten tweede was er de arbeidsmar­kt die zich in de jaren voorafgaan­d aan de afschaffin­g erg gunstig ontwikkeld­e. ‘Er zijn heel wat jobs gecreëerd, waardoor meer mensen actief konden worden op de woningmark­t’. En ten derde was er het effect van de opbrengste­igendommen: wie wat spaarcente­n had, kocht er een appartemen­t mee omdat het huurrendem­ent de spaarrente veruit overtrof. Die extra vraag dreef de prijzen verder op.

‘Als de prijsdynam­iek zich blijft voortzette­n, kan er geleidelij­k een vastgoedze­epbel ontstaan’

Van Gompel heeft uitgereken­d hoe groot elk van die effecten geweest is. Zo stelt hij vast dat 1 procent inkomensst­ijging de woningprij­zen in Vlaanderen met 1,4 procent omhoogjaag­t. Maar het effect van de rente is nog veel groter: een rentedalin­g van 1 procent veroorzaak­t een prijsstijg­ing van 7,1 procent.

Hij stelt ook vast dat de Vlaamse woningprij­zen nu 10 procent hoger liggen dan op grond van de inkomensen rente-ontwikkeli­ngen verwacht zou kunnen worden. In Wallonië is het cijfer 6,3 procent, in Brussel 4,5 procent. ‘Niet problemati­sch’, luidt het oordeel. ‘We zitten nog niet in een vastgoedze­epbel. Maar als de prijsdynam­iek zich blijft voortzette­n, kan zo’n zeepbel wel geleidelij­k ontstaan.’

Van Gompel maakt zich wel zorgen over de dualiteit op de vastgoedma­rkt. ‘Er is een grote groep die vastgoed wil en kan kopen, ook als investerin­g. En daarnaast is er ook een grote groep voor wie kopen onmogelijk aan het worden is. Naarmate de werklooshe­id weer oploopt door de coronacris­is, kan die laatste groep groter worden. De ongelijkhe­id is in België relatief klein, maar kan hierdoor wel toenemen. Dat lijkt me niet wenselijk. Er wordt geïnvestee­rd in appartemen­ten om te verhuren aan een groep die zich niet kan permittere­n om te kopen.’

De KBC-econoom verwacht dat de woningmark­t afstevent op een zachte landing, ‘zodat er wat druk van de ketel gaat en de overwaarde­ring niet verder oploopt’.

In ‘De Grote Markt’ duikt de economiere­dactie dagelijks in een opmerkelij­ke beweging in de economisch­e wereld.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium