‘Ik probeer altijd koers te maken’
Amper acht maanden koerst hij tussen de profs, maar nu al is Mauri Vansevenant uitgegroeid tot een nieuwe publiekslieveling. ‘Ik denk dat er veel mensen zelf beginnen te wriemelen als ze mij zien rijden.’
Aan de zijde van wereldkampioen Julian Alaphilippe keert Mauri Vansevenant vandaag terug naar de Waalse Pijl, de wedstrijd waar hij zich op 30 september vorig jaar voor het eerst aan het grote publiek openbaarde. Als laatste overlever van de vroege vlucht trok de 21-jarige West-Vlaming toen solo de finale in, belandde in het struikgewas, wipte weer op zijn fiets om uiteindelijk pas aan de voet van de Muur van Hoei te worden opgeslorpt.
‘De beelden spoken nog weleens door mijn hoofd’, zegt de Torhoutenaar. ‘De dag zelf was ik enorm teleurgesteld. Ik was ervan overtuigd dat ik zonder die val zou hebben gewonnen. Ondertussen heb ik er mij bij neergelegd dat ik nooit een antwoord zal krijgen op de vraag of het zou zijn gelukt. Sowieso was het heel nipt geweest. Wanneer ik er nu op terugkijk, overheerst vooral trots. Ik was pas twee maanden prof en deed al mee om de overwinning.’
Vansevenant is een exponent van een nieuwe generatie die de stap naar de profs zonder aanpassingstijd verteert. Sinds die Waalse Pijl bleef hij met zevenmijlslaarzen stappen zetten. ‘Misschien heb ik mezelf nog het meest verbaasd op de Mont Ventoux, in de Ronde van de Provence, al was ook mijn prestatie de laatste dag in het Baskenland redelijk spectaculair. Op het moment zelf, in volle inspanning, staat je verstand op nul. Pas bij het bekijken van de uitslag of de koers besef je dat je bergop met groterondewinnaars aan het meedraaien was.’
Sympathie of compassie Even snel veroverde Vansevenant een plaats in veel supportersharten. Een Tiktok-filmpje van zijn uitzinnige zus en vader na zijn overwinning in de GP van Larciano gaf zijn populariteit een boost, maar vooral zijn ontwapenende authenticiteit doet de goegemeenzend smelten. ‘Veel mensen leven met me mee’, merkt hij zelf ook. ‘Ik denk dat ze mijn manier van koersen graag zien. Ik probeer altijd koers te maken. Zoals zondag in de Amstel Gold Race. Na mijn pech heb ik nog geprobeerd om Julian (Alaphilippe, red.) in stelling te brengen voor een podiumplaats. Zoiets geeft me meer voldoening dan zelf nog te sprinten voor pakweg een 22ste plaats.’
Op de fiets straalt de renner van Deceuninck–Quick-Step één en al energie en wilskracht uit. Zijn zwoegende stijl wordt nu al liefko‘maurimalen’ genoemd, naar analogie met het ‘mollemalen’ van Bauke Mollema, de Nederlandse Briek Schotte. ‘Door mijn specifieke manier van rijden herkennen de mensen me gemakkelijk in het peloton. Dat zal ook wel meespelen. Misschien wekt mijn stijl gewoon sympathie. Of compassie. (lacht) Ik denk dat er veel mensen zelf beginnen te wriemelen als ze mij zien rijden.’
Ex-crosser
Ondanks zijn snelle opmars en populariteit laat Vansevenant zich niet gek maken. Met zijn werkijver en nuchterheid verpersoonlijkt hij de traditionele waarden van de landbouwfamilie waar hij uit stamt. ‘Ik ben opgegroeid op de ouderlijke boerderij van mijn vader in Koekelare. Hoewel mijn vader (Wim, red.) bij de profs koerste, was ik als kind totaal niet in de wielersport geïnteresseerd. De dieren en de natuur waren mijn eerste paste sie. Pas later begon ik plezier te krijgen in het fietsen en ben ik in het wielrennen gerold.’
Vansevenant, genoemd naar voormalig Vuelta-winnaar Melchor Mauri, ontdekte de wielerwereld via het veldrijden. Nog voor hij belofte werd, zegde hij de cross echter al vaarwel. In het veld botste hij op zijn limieten qua techniek en explosiviteit. Hij voelde aan dat hij zijn prioriteiten beter kon verleggen naar de weg.
‘Veel mensen leven met me mee. Ik denk dat ze mijn manier van koersen graag zien’
‘Alles wat ik nu presteer, wordt op applaus onthaald, maar ik weet ook wel dat het moment komt dat het eens minder zal gaan’
‘Op een test van de Belgische wielerbond in de Ardennen ontdekte ik mezelf als klimmer. Daarop kreeg ik een uitnodiging voor een aantrekkelijk programma met de nationale juniorenploeg. Bij de beloften ging ik op dat elan verder, waardoor ik vorige zomer de overstap kon maken naar de profs.’
Nooit 100% kopman
In zijn vrije tijd helpt Vansevenant, vorig jaar afgestudeerd als bachelor elektromechanica, graag mee op de boerderij in Torhout, hartje West-Vlaanderen. Vanuit zijn interesse voor techniek is zo het onderhoud van de landbouwmachines nog steeds zijn taak. ‘We doen voornamelijk aan akkerbouw: aardappelen, spinazie, bonen, vlas en gras. Ongeveer 25 hectaren, niet extreem groot, mijn vader kan het perfect bolwerken. We houden ook een twintigtal schapen, maar meer als hobby. We hebben graag wat leven op de boerderij.’
De groene oase zal voor de jonge renner een veilig oord zijn als straks de lat almaar hoger komt te liggen. ‘Alles wat ik nu presteer, wordt op applaus onthaald, maar ik weet ook wel dat het moment komt dat het eens minder zal gaan. Dan is het een voordeel dat ik rustig woon en eens uit de media kan blijven. Natuurlijk is aandacht leuk, maar ik kan ook perfect leven zonder. Ik geniet net zo goed van een plaats in de schaduw.’
Vansevenant denkt dat hij nooit ‘100% kopman’ zal zijn. ‘Daarvoor is mijn sprint niet sterk genoeg en een kopman moet winnen, zeker in deze ploeg. Maar ik ben er wel van overtuigd dat ik af en toe mijn kans zal krijgen. Het is dan kwestie om die met beide handen te grijpen.’
In de Waalse Pijl geniet hij vandaag een vrije rol. ‘De slotklim is op Julians lijf geschreven. Ik ben niet zo explosief. Het is aan mij om de finale open te breken zodat het een lastige wedstrijd wordt. En we op die manier op twee paarden kunnen wedden.’
2. Club Brugge: