Gerommel in de klimaatmarge
De discussie over de aanpak van de klimaatverandering focust vaak op de verkeerde zaken, vindt Pascal Boeckx. Een kleinere veestapel of meer met de trein reizen zal het verschil niet maken. Er is een echte omwenteling nodig.
Hoogleraar vakgroep Groene Chemie en Technologie, (UGent). Expert voor het IPPC van 19992015.
Minder vliegen’, ‘minder koeien’, ‘meer elektrische (bedrijfs)auto’s’: veel artikels over het klimaat blijven daar steken. Maar de oplossing van het klimaatprobleem vraagt veel meer dan dat. Er is een economisch onderbouwde aanpak nodig met aandacht voor de sociaalecologische context van een duurzame vooruitgang. Discussies over zaken die al meer dan 30 jaar bekend zijn, zullen weinig zoden aan de dijk brengen.
Ongeveer 75 procent van de globale broeikasgasuitstoot van CO2 en andere broeikasgassen wordt veroorzaakt door energieproductie – 2 procent daarvan is afkomstig van de luchtvaartsector. De landbouw en ontbossing zijn samen goed voor twintig procent, waarvan 6 procent via de veestapel. De globale energieconsumptie wordt voor circa 80 procent gedreven door fossiele brandstoffen zoals kolen, olie en gas.
Alleen een grootschalige en geïntegreerde transitie naar niet-fossiele energiebronnen zoals hernieuwbare energie en kernenergie, gecombineerd met CO2-opslag en -hergebruik en duurzame voedselproductie, zal ons in staat stellen de klimaatverandering af te remmen.
Hakken en branden
Voor de periode 2019-2025 verwachtte het energieagentschap IEA dat hernieuwbare energie de wereldwijde, bijkomende vraag naar elektriciteit zou kunnen opvangen. Maar het liet Afrika buiten beschouwing in zijn voorspelling. De komende jaren zal de bevolking daar nochtans het meest groeien. In 2100 zal 40 procent van de wereldbevolking in Afrika leven.
Momenteel voedt het merendeel van de Afrikaanse bevolking zich nog via een laagproductieve landbouwmethode, slash-and-burn (hakken en branden), en is houtskool de belangrijkste energiedrager. Dat energie- en voedselproductiesysteem is verantwoordelijk voor ongeveer 85 procent van de ontbossing in Afrika, terwijl die bossen een belangrijk onderdeel zijn van de globale CO2-captatie en andere cruciale ecosysteemdiensten zoals water en biodiversiteit.
Daartegenover staat de industriële landbouw in bijvoorbeeld Brazilië, die leidde tot een dramatische toename van onze ecologische voetafdruk en broeikasgasproductie. Voedselproductiesystemen zijn verantwoordelijk voor 34 procent van de globale broeikasgasuitstoot. Om dat aandeel te verminderen, moet de carbon footprint over heel de waardeketen (inclusief transport, productie, rationeel land- en meststoffengebruik) aangepakt worden.
Economie 2.0
Koolstofopslag is een ander cruciaal onderdeel voor de inperking van de klimaatverandering. Het globale potentieel voor koolstofopslag lijkt op het eerste gezicht groot: 200 gigaton CO2 voor bossen (cumulatief tot 2050) en maar liefst 2.000 gigaton CO2 voor geologische opslag (waarvan 94 gigaton realiseerbaar is tegen 2050).
Jaarlijks komt 17 gigaton CO2 in de atmosfeer terecht, waar het bijdraagt aan de klimaatopwarming. Om die jaarlijkse toename volledig te compenseren, is zo’n 35 miljoen vierkante kilometer extra bos nodig. Dat is ongeveer vier keer de oppervlakte van Australië. De kosten daarvoor bedragen 170 miljard dollar. Het grootste globale initiatief om bossen aan te planten, de zogeheten Bonn Challenge, streeft ernaar om 3,5 miljoen vierkante kilometer te beplanten. Het budget bedraagt amper 1 miljard dollar en bovendien zijn sommige geselecteerde locaties (zoals savannegebieden) ongunstig wegens hun klimatologische omstandigheden.
De geologische opslag van CO2 zal over een periode van 30 jaar maar 18 procent van de jaarlijkse CO2-toename in de atmosfeer wegnemen. De kosten daarvan zijn 8,2 triljoen dollar. Dat is pas betaalbaar bij een olieprijs van ongeveer 135 dollar per vat en wanneer CO2-opslag wordt gecombineerd met olieontginning.
Finaal zal het afhangen van de implementatie van nieuwe en bestaande technologieën in relevante sectoren en sturende marktmechanismen of we de broeikasgasuitstoot onder controle kunnen houden. Daarvoor zijn doorgedreven investeringen en een mix van energie- en CO2opslagtechnologieën, duurzamere voedselproductiesystemen en consumptiepatronen en een CO2-taks van 50 tot 100 dollar per ton CO2 nodig. Al de rest is, vrees ik, voor de kantlijn van de klimaatactie.
Discussies over zaken die al meer dan 30 jaar bekend zijn, zullen weinig zoden aan de dijk brengen