De Standaard

Yo, de mannen! Oké, boomer

-

‘Die guy is zo OP, elke noob speelt die.’ De conversati­es die mijn tienerzone­n voeren met hun vrienden, terwijl ze aan het gamen zijn, zijn al een jaar de soundtrack in onze huiskamer. ‘Bruhmoment, ‘poggers’, ‘sus’ – na een jaar stiekem meeluister­en, weet ik vrij goed wat het betekent. Maar helemaal mee ben ik niet. Dat besefte een vriendin – die nochtans zeven jaar jonger is – ook, toen ze een week doorbracht met een groep tienermeis­jes. ‘Die meisjes gebruikten allerlei zinnetjes waardoor ik me ineens heel erg oud voelde.’ Zelfs late twintigers kunnen niet meer altijd volgen wat veertienja­rigen bedoelen met hun ‘dank memes’ en zelfbedach­te lingo.

Buzzwords gaan veel minder lang mee dan pakweg dertig jaar geleden. Toen het tv-programma Het huis van wantrouwen uitkwam, vonden we het jarenlang grappig om elkaar aan te spreken met ‘Yo, de mannen!’. Vandaag raken uitdrukkin­gen als ‘I did a thing’ of ‘Netflix and chill’ veel sneller in onbruik. Dat komt omdat taal in ijltempo gepopulari­seerd wordt, zegt lexicograa­f Emily Brewster, de senior editor en editorial ambassador bij Merriam-Webster, in het online magazine Refinery29. Vroeger hoorden we informele taal alleen via onze vrienden en tv-programma’s of magazines, die voor publicatie nog eens naar een eindredact­eur gingen. Vandaag horen en lezen jongeren via sociale media elke dag ongefilter­de spreektaal van miljoenen mensen uit de hele wereld. Nieuwe uitdrukkin­gen en woorden worden gedeeld in een swipe en een klik, en dingen die blijven plakken, bereiken sneller mainstream­kanalen.

Opvallend is dat die vaak ontstaan in kleinere community’s van minderhede­n. Denk maar aan uitdrukkin­gen als ‘Yas Queen’ en ‘Spill the tea, sis’, uit de wereld van dragqueens en queers. Of ‘bae’, een ander woord voor baby of babe, dat ontstond in de Amerikaans­e zwarte gemeenscha­p. Die en andere nieuwe catchphras­es worden gedeeld via memes en video’s en komen zo terecht in de spreektaal van mensen buiten die community’s, waarna ze op den duur aan waarde en betekenis inboeten. Want marketeers en politici kapitalise­ren steeds vaker op dit soort trends zonder te weten waar ze vandaan komen, en nemen zo een deel van het plezier weg.

Zo stierf ‘Oké boomer’ bij jongeren een snelle dood, omdat reclamebur­eaus erop sprongen en het gebruikten in (meestal flauwe) campagnes. En niets slaat een Tiktoktren­d zo snel dood als een politicus die op de kar springt in een wanhopige poging om te bewijzen dat hij mee is. He doesn’t pass the vibe check. Of ook wel: stay in your lane. Voor wie niet weet wat dat betekent, urbandicti­onary.com is je vriend.

Een ander kanaal dat de jongerenta­al sterk beïnvloedt, is de gamingwere­ld. Mijn zonen zijn matig in Frans, maar hun Engels, zowel geschreven als gesproken, is uitstekend. Dat komt niet alleen door alle online content die ze in het Engels zien en horen, ook games reiken hen extra woordensch­at aan. Door Minecraft weten ze perfect wat ‘chestplate’ of ‘obsidian’ betekent. Onderzoek toont aan dat games kunnen helpen om al spelend een tweede taal te leren. Dat komt door het repetitiev­e karakter: kinderen herhalen elke dag dezelfde woorden en krijgen stelselmat­ig nieuwe woorden geïntroduc­eerd wanneer ze een nieuw level bereiken.

Neuroweten­schappelij­ke studies tonen ook dat je sneller nieuwe dingen leert in een context. Een kind onthoudt beter wat ‘regenerati­on’ of ‘swiftness’ betekent als het die dingen meteen kan gebruiken om zijn spel te verbeteren. Ook samen spelen, chatten én praten, en vooral de combinatie van die drie factoren, helpt om een nieuwe taal te leren.

Ik geef toe, als ouder slinger ik heen en weer tussen bezorgdhei­d om het gebrekkige Nederlands van mijn kinderen en bewonderin­g voor hun beheersing van het Engels. Als ik hun chatberich­ten lees, fonetisch geschreven in een mix van Nederlands, Engels en dialect (sgoet, k, aait), vraag ik me af of ze ooit een fatsoenlij­ke sollicitat­iebrief zullen kunnen schrijven. Tegelijk ben ik onder de indruk van hoe creatief en vlot ze met verschille­nde talen omgaan. Ik vind het ook heerlijk om te horen hoe de jongste in het Engels denkt en van daaruit soms foute vertalinge­n naar het Nederlands maakt. Zo zegt hij ‘correctere­n’ in plaats van verbeteren, ‘attentie’ in plaats van aandacht en spreekt hij over ‘geld maken’ in plaats van geld verdienen. En wanneer mijn oudste zoon boos zegt ‘Wat praat gij, neef?!’, als ik iets beweer dat niet waar is, moet ik gniffelen.

Bezorgd zijn om taalfouten is absoluut terecht, maar nieuwe taalvormen die ontstaan in de online wereld kun je niet tegenhoude­n of inperken. Het loont om af en toe ook de waarde en de schoonheid van die nieuwe tussentale­n te bekijken. Is het niet bijzonder hoe mensen die duizenden kilometers van elkaar wonen met het grootste gemak nieuwe uitdrukkin­gen verzinnen die een uniek gevoel uitdrukken en dat delen met elkaar? Ik ga daar alleszins goed op, zoals ze zeggen. Althans, mijn leeftijdsg­enoten toch.

De bezorgdhei­d om taalfouten is terecht, maar je kunt nieuwe taalvormen die ontstaan in de online wereld niet tegenhoude­n

Jozefien Daelemans schrijft over wat ze tegenkomt op internet en hoe we dat moeten begrijpen. Haar column verschijnt tweewekeli­jks op woensdag.

 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium