‘Geen schade aangetoond’
3M reageerde in een mail tegenover
De Standaard. Het bedrijf stelt dat tientallen jaren wetenschappelijk onderzoek naar PFOS en PFOA niet zou aantonen dat de producen schade toebrengen aan mensen, ‘noch bij de huidige, noch bij de vroegere concentraties’.
‘Veel van deze onderzoeken focusten op de controle en de evaluatie van 3M-werknemers, die in het algemeen aan hogere concentraties van deze stoffen werden blootgesteld dan de algemene bevolking. Onderzoeken van 3M naar beroepsmatige blootstelling wijzen er niet op dat blootstelling aan
PFOA of PFOS schadelijke gezondheidseffecten, waaronder kanker, veroorzaakt.’
‘Sommige van de onderzoeken waarnaar u verwijst in uw vraag, gaan over medisch toezicht op werknemers op locaties waar PFOS wordt geproduceerd, waaronder Antwerpen.
Hoewel in sommige analyses een verband werd waargenomen tussen blootstelling en cholesterolgehalte, waren de resultaten inconsistent.’
‘3M is het eens met het onlangs gepubliceerde rapport over PFAS van de
Centers for Disease Control’s Agency for Toxic Substances and Disease Registry, waarin staat: “Hoewel een groot aantal epidemiologische studies de invloed van perfluoralkylen op nadelige gezondheidseffecten heeft onderzocht, zijn de meeste van de studies dwarsdoorsnedes van opzet en stellen ze geen causaliteit vast. Op grond van een aantal factoren [...] duiden de beschikbare epidemiologische studies op associaties tussen
blootstelling aan perfluoralkylen en verschillende gezondheidsuitkomsten. Oorzaak-gevolgrelaties zijn voor deze uitkomsten echter niet vastgesteld.”’
Over de analyse van documenten die via de openbaar aanklager van
Minnesota publiek toegankelijk werden, zegt 3M dat het om een ‘kleine, selectieve groep documenten’ gaat. Ze geven volgens 3M ‘een onvolledig en misleidend beeld van de acties van 3M rond PFOA en PFOS, en van wie wij als bedrijf zijn. 3M verwerpt nog steeds de onjuiste karakterisering van deze documenten door aanklagers in geschillenzaken, zoals blijkt uit de openbare neerleggingen van het bedrijf in de zaak van de staat Minnesota en andere lopende geschillenzaken.’
‘Dr. Grandjean levert regelmatig procesverslagen en getuigenissen, waarvoor hij wordt betaald door
advocatenkantoren van aanklagers in deze zaken. Wij zijn het oneens met de beweringen van dr. Grandjean.’
2017 opstelde maar nooit verstuurde, werd ook gemaild aan de adjunct-kabinetschef van Schauvliege en aan haar woordvoerder. Uit de context is duidelijk dat het initiatief uitging van Ovam.
Voorlopig zwijgt Schauvliege. Ze heeft toegezegd om ‘volledig mee te werken’ met de parlementaire onderzoekscommissie, maar heeft haar versie van de feiten nog niet gegeven. Wel zei ze publiekelijk te betreuren ‘dat sommigen nu gestart zijn met een spelletje zwartepieten’. Dat is allicht een verwijzing naar het verwijt uit
N-VA-hoek dat het kabinet-Schauvliege uit de notulen van de vergadering van het politiek stuurcomité van 18 september een passage liet schrappen waarin werd aangedrongen op communicatie.
Schauvliege is niet de enige waar de commissie gedetailleerde uitleg aan kan vragen. Hetzelfde geldt voor toenmalig minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA), die zich in zijn verklaringen over wat hij wist, tot nu toe altijd op de vlakte heeft gehouden.
Wim Winckelmans
Jef Poppelmonde