Moet iedere sportieveling elk jaar naar de cardioloog?
Dat profvoetballer Christian Eriksen voor het oog van de camera’s neerzeeg na een hartaanval, stelt de kwestie weer op scherp: laat iedereen die wel eens sport, zich best jaarlijks testen bij de cardioloog? Ook wie jong en gezond is?
Kun je drama’s waarbij een jonge, ogenschijnlijk perfect gezonde sporter plots ei zo na dood neervalt voorkomen? ‘Iedereen gaat best jaarlijks naar de cardioloog’, stelde profvoetballer Anthony Vanloo, die na hartproblemen een defibrillator liet inplanten. Zijn cardioloog Pedro Brugada roept al jaren op om zelfs 12-jarigen preventief te screenen op hartfalen om drama’s voor te zijn. Waarom niet als je er overlijdens mee kan voorkomen?
Omdat de nadelen groter zijn dan de voordelen én omdat het niet bewezen is dat je er overlijdens mee voorkomt. Dat besloot het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) in 2015 al na een studie en zijn standpunt is sindsdien ongewijzigd. ‘Waarschijnlijk voorkom je er zelfs geen dramatische gebeurtenis mee’, besloot hoofdauteur Hans Van Brabandt, die intussen overleden is, destijds. Hij verwees naar Italië waar screening al decennialang verplicht is, maar het aantal overlijdens per miljoen sporters niet lager ligt dan elders.
Zo zijn er geen betrouwbare testen om eventuele hartafwijkingen op te sporen waar de sporter geen weet van heeft. Noch een lichamelijk onderzoek, noch een elektrocardiogram is fijnmazig genoeg. Daardoor wordt een kwart van de mensen met een verhoogd risico gemist.
Erger is volgens het KCE dat de screening bij veel tienduizenden mensen vals alarm veroorzaakt. Het gevolg: ongerustheid en overbodige bijkomende onderzoeken. Op die manier worden duizenden jonge sporters soms jarenlang onnodig behandeld en een ingreep aan het hart is evenmin zonder risico. ‘Finaal zullen veel jonge mensen het advies krijgen om tijdelijk of definitief te stoppen met sporten, hoewel ze niets mankeren’, aldus het KCE. ‘En sporten is gezond.’
Spreken over valspositieve resultaten klopt niet helemaal, vindt Brugada. ‘Als een screening iets verontrustends signaleert, moet je dat verder onderzoeken. Als ik dan geen hartruis hoor of geen alarmerend elektrocardiogram zie, stel ik de patiënt gerust: hij mag wél sporten. Dan is dat geen valspositief resultaat, maar een uitgeklaarde situatie.’
Brugada vindt het omgekeerde problematisch: ‘Nu veronderstel je dat iedereen gezond is, hoewel er af en toe iemand plots dood neervalt. Je onderneemt preventief niets. Bovendien is het niet aangetoond dat screening schadelijk is.’ Zijn argument om het wel in te voeren, is een studie uit Italië. ‘Zij hebben op basis van historische cijfers kunnen aantonen dat de mortaliteit na de screening met een elektrocardiogram enorm gedaald is.’
Meer kwaad dan goed
Die Italiaanse studie bewijst het nut van screening niet, stelde Van Brabandt destijds al. ‘Plots hartfalen is erg zeldzaam’, verduidelijkt professor Patrik Vankrunkelsven, directeur van het Center for evidencebased medicine. ‘Het cijfer dat de Italiaanse studie gaf voor de start van de screening – 3,6 plotse hartdoden per 100.000 mensen per jaar – was abnormaal hoog. Dat getal zou sowieso, ook zonder screening, gedaald zijn. Dat bewijst niets.’
‘De hartproblemen bij Eriksen bewijzen overigens dat je dit soort drama’s niet de wereld uit helpt’, zegt Vankrunkelsven. ‘Hij was getest, maar gezond bevonden.’ Brugada ziet dat anders. ‘Ik ken de juiste diagnose van Eriksen niet. Evengoed is een recente hartinfectie de oorzaak. Screening is niet feilloos, maar zonder screening mis je sowieso alle risicogevallen.’
‘De gouden regel bij een grootschalige screening is dat ze geen schade mag berokkenen en dat de voordelen groter moeten zijn dan de nadelen’, benadrukt Vankrunkelsven. ‘In dit geval doet ze meer kwaad dan goed. Vooral door zoveel jonge mensen onterecht sport af te raden.’ België staat niet alleen met dat standpunt, ook the American Hearth Association en het UK National Screening Comittee raden screening af. ‘Er is geen onderzoek dat bewijst dat screening het risico op plotse hartdood vermindert’, aldus die laatste in 2019.
Over topatleten of professionele sporters spreken ze zich niet uit. ‘Voor hen is het zinvol om zich jaarlijks te laten testen bij de cardioloog’, zegt Vankrunkelsven. ‘Bij topsport kun je je hart extreem belasten. Maar zij worden sowieso nauwgezet opgevolgd.’