Drie meetdolken helpen de aardappeloogst vooruit
Sensoren brengen het microklimaat waarin de aardappelen groeien in kaart. Met de informatie kan Pieter De Geeter zijn teelt bestand maken tegen de droogte.
Drie velddolken zijn er op zijn land geplaatst. Pieter De Geeter (33) uit Lissewege is een van de landbouwers die meedoen aan CurieuzeNeuzen in de Tuin. Behalve in tuinen, parken en natuurgebieden, werden ook op de akkers van aardappelboeren en landbouwbedrijven vijfhonderd sensoren geplaatst die er het bodemvocht en de temperatuur gaan meten. De deelnemende velden liggen verspreid over heel Vlaanderen.
Pieter en zijn neef Frederick (39) runnen samen een akkerbouwbedrijf in de Brugse polders. Ze telen er vlas, groene erwten, wintertarwe en gras, maar toch vooral aardappelen. Die zijn goed voor 70 procent van de teelt. Het gros daarvan is voor de productie van frieten en aanverwanten.
Robuustere rassen
De laatste jaren ondervonden de neven de gevolgen van de weerkerende droogtes. ‘Het kost je opbrengst en het kost je geld’, zegt Pieter. De gewassen die korte tijd groeien, zoals vlas en erwten, hebben het meest last van de droogte, gewassen met een jaarcyclus het minst. Aardappelen zitten daartussenin, met hun cyclus van vijf maanden. ‘In een slecht jaar kan de impact dramatisch zijn. Dan verliezen we de helft van de oogst. In plaats van 45 of 55 ton oogsten we dan maar 20 ton per hectare.’
Net als veel van zijn collega’s heeft Pieter het klassieke bintje achter zich gelaten. Hij gaat nu voor het robuustere ras Fontane, aangevuld met Innovator en Challenger. ‘In de winter leggen we de puzzel van wat we waar planten. De soorten die minder goed tegen de droogte kunnen, zetten we naast een sloot of op de zwaardere grond.’ Bij elk ras werd nu een velddolk geplaatst.
Met de gegevens die de sensoren hem aanreiken, hoopt Pieter dat soort beslissingen meer onderbouwd te kunnen nemen. ‘Ik wil eruit leren hoe we de opbrengst van de teelt kunnen verbeteren en de kosten kunnen drukken’, zegt hij. ‘Efficiënter met water omgaan is daar één aspect van.’
Verzilting
Water sproeien (‘beregenen’) moet soms, maar kost handenvol geld: 200 tot 400 euro per hectare. In een droog seizoen moet er al gauw 80 hectare beregend worden, soms tot twee keer toe. ‘Ik heb al overwogen om aan dieptedrainage te doen of druppelirrigatie te installeren, maar die investeringskosten lopen hoog op. Ik wacht op de resultaten van CurieuzeNeuzen om de knoop door te hakken.’
In de buurt zijn nog genoeg sloten en grachten. Als hij water moet oppompen, vindt hij altijd nog wel een bron. Tenzij er een captatieverbod wordt opgelegd.
Maar behalve de droogte hebben ze in de Brugse polders nog een ander prangend probleem. Door de druk van het zeewater dat landinwaarts dringt, doet zich verzilting voor. ‘Soms is het beter je planten helemaal niet te beregenen, dan om verzilt oppervlaktewater
Pieter De Geeter te gebruiken’, zegt Pieter. Via de gedigitaliseerde meetgegevens zal de groei van Pieters aardappelen op de voet gevolgd kunnen worden. De sensoren meten om de vijftien minuten zowel de temperatuur als het bodemvocht. De gegevens worden opgeslagen en zijn raadpleegbaar op het systeem Watch IT Grow, dat de Vlaamse instelling voor technologisch onderzoek, Vito, ontwikkeld heeft.
Precisielandbouw
De Geeter doet met zijn bedrijf ook mee aan ‘Smartfarming op het menu’, een project van Inagro, het West-Vlaamse onderzoekscentrum voor de landbouw, en hogeschool Vives. De bodem is gescand op zijn samenstelling en op basis daarvan zijn de aardappelen variabel gepoot.
Inagro begeleidt ook De Geeter en de andere West-Vlaamse boeren bij hun deelname aan CurieuzeNeuzen. ‘We observeren al jaren landbouwgronden en hoe de gewassen er groeien, ook bij Pieter’, zegt specialiste precisielandbouw Eva Ampe van Inagro. ‘Dat doen we door ter plaatse te gaan kijken en groeicurves op te stellen. Met de veldsensoren hopen we meer zicht te krijgen op het microklimaat dat op zo’n bodem heerst. Dat zal een schat aan bruikbare nieuwe gegevens opleveren.’
Download de
en ontdek hoeveel droger en heter onze tuinen en parken zijn dan het gemiddelde.
Mondmasker is blijvertje, denkt Vandenbroucke
‘Ik wil leren hoe we de opbrengst van de teelt kunnen verbeteren en de kosten kunnen drukken’
COVID19 Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) verwacht niet dat het dragen van een mondmasker op korte termijn volledig zal worden afgeschaft.
‘Ik zou dat niet te snel beslissen’, zei Vandenbroucke in De zevende dag op Eén. Volgens de minister zal het in bepaalde ruimtes, zoals winkels, nog wel een tijd verplicht blijven. Op langere termijn moet nagedacht worden over het dragen van een mondmasker op het openbaar vervoer, waar passagiers vaak opeengepakt zitten. Ook tijdens het griepseizoen zou het aangewezen kunnen zijn. In sommige Aziatische landen is dat al ingeburgerd. ‘Een absolute must daarentegen is een ventilatieplan voor het onderwijs’, zei de minister nog.
Akkerbouwer