Het hokjesdenken van de peepshow
In Thurn en Taxis verschuilt zich deze week Geen ouderwets voyeuristisch theater, wel een eclectisch spektakel van muziek, variété en performances.
Wat is er beter dan een ouderwetse peepshow om te ontsnappen aan de coronasleur van de afgelopen maanden? Die vraag stelden poëziebeest Jan Ducheyne en muzikant Thomas Devos zich vorige zomer tussen pot en pint. Niet veel later was Peepshow Parnassus geboren, een eigentijds gluurspel voor performance, muziek en theater. De Recyclart was vorig jaar het decor voor de succesvolle eerste editie, het vervolg vindt dezer dagen plaats in Thurn en Taxis. Wij trokken zaterdag met een open vizier richting een van de buitenbeentjes van de grote cultuurrelance.
Negentien gluurcabines
In het voormalige Gebouw voor Gevaarlijke Producten op de Thurn en Taxis-site, de zaal waar de peepshow plaatsvindt, ligt centraal een draaiend en cirkelvormig podium,
Jan Ducheyne omsingeld door negentien afgesloten cabines, waar telkens plaats is voor een bubbel van drie. Naar het voorbeeld van de klassieke peepshow moet je ook bij Parnassus per voorstelling betalen.
De opvallende houten podiumconstructie werd ontworpen door Devos. Voor de uitwerking ervan werd gerekend op de vakkennis van podiumbouwers Kwint Massenhove
en Lorin Duquesne, die eerder ook werkten voor Kabinet K en Studio Orka. ‘Het idee van de peepshow met afgesloten hokjes is ontstaan vanuit de coronasituatie,’ vertelt organisator Ducheyne, ‘maar dit concept overstijgt corona. Het concept van een peepshow is tijdloos. Het zal ook na corona nog even prikkelend en boeiend blijven.’
Turen door het raampje Voor de duidelijkheid: wie erop hoopte om tijdens de peepshow vrouwelijk of mannelijk naakt te kunnen aanschouwen, kwam bedrogen uit. De line-up van Peepshow Parnassus oogt behoorlijk eclectisch, maar van expliciete erotiek is weinig sprake.
In onze bubbel van drie namen we plaats in ons gluurkotje en nadat we onze jeton in de gleuf hadden gemikt, gingen de luiken open. Door ons kijkraampje zagen we hoe Stilll, een nieuw project van Mirko Banovic, de bassist van Arno, en Pieterjan Vervondel, de helft van Madensuyu, op hete kolen zat. ‘Ze staan hevig!’, had Ducheyne ons nog gewaarschuwd vlak voor het optreden. Dat bleek niet gelogen, want Stilll deed met zijn broeierige set, doorspekt met zwoele baslijnen en energieke drums, het zweet van onze rug druipen. Het gevoel opeengepakt te staan zweten in een festivaltent, hoefden we in de snikhete gluurcabine niet te missen.
Lauwe pinten en wat dada Zoals het een DIY-evenement betaamt liep niet alles van een leien dakje. Omdat er maar één koelkast( je) aanwezig was, kon de drank maar moeilijk gekoeld worden. Bovendien liep de soundcheck van de slotact, en bijgevolg ook het uurrooster, een beetje in het honderd. We namen het er zonder morren bij.
Na twee lauwe pinten en een uurtje wachten, werd de avond finaal afgesloten door een performance van Maarten Seghers en Aya Suzuki. Seghers, bekend van zijn werk voor
Needcompany, creëerde met zijn mix van dans en dadaïstische vocalen, die soms tegen het gregoriaanse aanschurkten, een absurde performance, die zowel tot de verbeelding sprak alsook voorzichtig de lachspieren kietelde. Suzuki zorgde op haar vibrafoon voor de zweverige muzikale begeleiding. Dat de hemelsluizen opengingen bij het verlaten van de zaal, kon de pret niet bederven. ¨¨¨¨è
‘Het idee van de peepshow met afgesloten hokjes is ontstaan vanuit de coronasituatie, maar het is ook tijdloos. Het zal blijven prikkelen’
Organisator