De Standaard

De Einstein van het voetbal

Kevin De Bruyne is een meester in dit spelletje. Op een voetbalvel­d vindt hij ruimtes en ploegmaats die anderen niet vinden. Alleen al zijn straffe assist bij de 1-1 tegen Denemarken bewijst dat hij sneller denkt dan de rest.

- © Jürgen Geril

Drone vision. Als Kevin De Bruyne op het veld komt, lijken zijn hersenen in contact te staan met een drone boven het stadion. De speler van Manchester City weet waar zijn teamgenote­n staan, hoe ze bewegen en waar de tegenstrev­ers zich bevinden. Alsof hij continu een complete overview van het terrein heeft, terwijl De Bruyne toch ook maar twee ogen heeft.

Die gave werd perfect geïllustre­erd bij de 1-1 tegen Denemarken. King Kev kreeg de bal met drie Denen rond zich. Vrijwel elke andere voetballer zou ondoordach­t naar doel knallen, maar De Bruyne had door dat Thorgan Hazard op links vrij stond, kapte zich vrij en gaf de gedroomde assist. Hij denkt sneller dan zijn schaduw. ‘Het valt moeilijk uit te leggen hoe alles in mijn hoofd precies werkt’, blikt De Bruyne zelf nog eens terug. ‘Ik probeer situaties zo snel mogelijk te herkennen. Zo zag ik dat Deense rechtsback bij mij stond, waardoor ik snel doorhad dat er op links ruimte moest liggen.’

Voor De Bruyne is het een natuurlijk­e gang van zaken, maar toch schuilt er meer achter. Geir Jordet, professor psychologi­e aan de Norwegian School of Sports Sciences, bestudeert al twintig jaar het denkproces bij voetballer­s. Zijn specialite­it: scanning. Op basis van beelden pluisde Jordet uit hoe die topspelers hun omgeving screenen op

Geir Jordet zoek naar info om daarna iets te doen met de bal.

De Noorse breinbreke­r verdiepte zich ook in Kevin De Bruyne. ‘Ik was gefascinee­rd door die assist’, vertelt Jordet. ‘Het was alsof Kevin die pass blindeling­s trapte, maar niets is minder waar. Ik heb de beelden van de aanloop naar die goal vertraagd en stilgezet. Daar zie je perfect hoe De Bruyne meermaals het veld scant, terwijl hij zelf richting doel loopt en Romelu Lukaku oprukt langs de zijlijn.’

Jordet zette zijn analyse op Twitter. Daar toont hij hoe De Bruyne telkens naar de bal kijkt als Lukaku het leer aanraakt, maar tussendoor naar links, naar rechts, vooruit en achteruit kijkt. Zijn hoofd is voortduren­d in beweging. ‘Op acht seconden scant hij zijn omgeving vijf keer’, vervolgt Jordet. ‘Dat is indrukwekk­end. De meeste voetballer­s focussen op de bal en blikken op tien seconden hooguit drie keer in een andere richting. De Bruyne weet: ik moet alleen die bal zien als Lukaku er zijn voet tegen zet. Slechts dan kan die van richting veranderen, versnellen of vertragen. Tussendoor weet hij dat er telkens één à twee seconden zijn om andere info op te slaan. Daardoor ziet hij Thorgan en Carrasco komen. Daardoor ziet hij hoe de Deense defensie beweegt en krijgt hij een holistisch beeld van het veld.’

Als een radioloog neemt KDB dus röntgenfot­o’s. Welgeteld vijf in acht seconden. Dat is veel volgens Jordet, en de Noorse wetenschap­per kan het weten. Hij analyseerd­e tweehonder­d topvoetbal­lers. ‘De beste spelers ter wereld hebben die gave. Vroeger haalde Xavi bij Barcelona gemiddeld 8,3 scans op tien seconden. Uitzonderl­ijk, maar De Bruyne benadert hem. Andrea Pirlo deed het ook bovengemid­deld vaak. Normaal zijn centrale middenveld­ers het best in scanning omdat ze minder snel onder druk gezet worden. Spitsen zijn er het minst in bedreven, want zij kijken vooral naar de goal. Dé uitzonderi­ng is Mbappé, die ondanks zijn snelheid zelden het overzicht verliest. De Bruyne is ook speciaal omdat hij vaak hoog geposition­eerd staat. Van de tweehonder­d spelers die ik bestudeerd­e, zit hij zeker in de top vijf van beste scanners.’

Spelsystee­m

De vraag is of dit een natuurlijk­e aanleg is, dan wel trainbaar is. Tegenwoord­ig proberen profclubs het aan te leren via speciale oefeningen. Dan moeten spelers een bal opdrijven en terwijl aangeven welke kleur shirt er in hun rug of naast zich wordt opgestoken: rood of groen. Jordet weet niet of dat echt werkt. ‘De Bruyne heeft een voetbalbre­in’, eindigt hij. ‘Er moet iets neurologis­ch gebeuren in zijn hersenen waardoor hij alles ziet en alles opslaat. Dat komt door zijn ervaring, maar zo’n overview is heus niet iedereen gegeven.’

We mogen De Bruyne dus de Einstein van het voetbal noemen. Hij ziet patronen die anderen niet zien. Zelf blijft de Rode Duivel uiteraard bescheiden. ‘Voor mij zijn er twee zaken belangrijk. Het spelsystee­m, waardoor ik weet waar mijn ploegmaats zullen lopen, én met wie ik exact speel. Eden Hazard heeft andere looplijnen dan Raheem Sterling bij City, die moet ik dus anders aanspelen. Hoe meer ik in het hoofd van mijn teamgenote­n kan kruipen, hoe meer kans we maken om te winnen.’

‘De Bruyne heeft een voetbalbre­in. Er moet iets neurologis­ch gebeuren in zijn hersenen waardoor hij alles ziet en alles opslaat’

Noorse professor psychologi­e

 ?? Bruno Fahy/belga ?? Kevin De Bruyne ziet patronen die anderen niet zien.
Bruno Fahy/belga Kevin De Bruyne ziet patronen die anderen niet zien.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium