Wonen in het hoofdkantoor van Proximus
Proximus blijft in de Brusselse Noordwijk, maar hertekent zijn hoofdkantoor volledig. Over vijf jaar zullen er honderden gezinnen kunnen wonen. ‘Zo zetten we fouten uit het verleden recht.’
Sinds de uitbraak van de coronacrisis staat het opvallende hoofdkwartier met de twee kantoortorens van het telecombedrijf Proximus, aan het Noordstation in Brussel, grotendeels leeg. Slechts een fractie van de 6.000 medewerkers komt er nog elke dag werken op de 105.000 vierkante meter kantooroppervlakte. Corona en telewerken veranderden ook hier de gewoonte van elke dag.
Topman Guillaume Boutin kondigde eind oktober al aan dat Proximus nadacht over hoe het verder moest met zijn kantoorkolos. Daarbij lagen twee scenario’s op tafel: een drastische modernisering van het kantoorgebouw of een verhuizing naar een kleinere site in de hoofdstad.
Gisteren raakte bekend dat het de eerste optie geworden is. Proximus verkoopt de kantoortorens, waarna die grondig gerenoveerd zullen worden tot ‘een duurzame en inspirerende digitale campus’, staat in een persbericht. De bestaande kantoorruimte zal tot de helft teruggebracht worden. Proximus zal die huren van de toekomstige eigenaar. Wie dat wordt en hoeveel die zal moeten betalen, is nog onduidelijk. ‘Thuiswerk is een blijver. Wie in de toekomst naar ons kantoor komt, zal dat vooral doen voor opdrachten die niet thuis gedaan kunnen worden, zoals groepsprojecten’, zegt Proximus-woordvoerder Fabrice Gansbeke.
330 woningen
Voor de herontwikkeling van de site zijn nog drie kandidaten in de running. Het project wordt eind dit jaar of ten laatste begin volgend jaar toegekend. Tussen eind 2025 en eind 2026 moet het voltooid zijn.
Wat wel al vaststaat, is dat de vrijgekomen ruimte in de bestaande kantoortorens een andere functie krijgt. Proximus schaart zich daarmee uitdrukkelijk achter het streven van de Brusselse regering die af wil van de monofunctionele invulling van de Noordwijk, die na kantoortijd zo goed als verlaten is. ‘De wijk maakt een transformatie door tot een levendig, groen gebied’, zegt Gansbeke. ‘Wij zijn trots dat we daarin een actieve rol kunnen spelen. En zo blijven we ook gelegen naast het best verbonden treinstation van België.’
Volgens de Brusselse bouwmeester Kristiaan Borret, die van bij het begin door Proximus betrokken werd bij het project, zal na de oplevering zo’n derde van de bestaande site uit woningen bestaan. ‘Bij het opstellen van het project hadden we 330 woningen als uitgangspunt. De drie kandidaten die nu nog een kans maken, zijn ons daarin gevolgd.’
Zichtbare leegstand
Borret noemt het besluit van Proximus om in de Noordwijk te blijven een ‘excellente beslissing’. ‘Het bedrijf kiest daarmee voor de moeilijke weg. Verhuizen naar een nieuwbouw en het oude gebouw aan zijn lot overlaten, was veel eenvoudiger geweest. Dit biedt de kans om fouten uit het verleden recht te zetten en de erg gesloten Proximustoren – wij vergelijken hem wel eens met een burcht met een slotgracht – te openen voor het publiek.’
Of dit een voorproefje is van wat de rest van de Brusselse kantoormarkt te wachten staat, moet volgens Borret nog blijken. ‘Ik durf te zeggen dat 10 tot wel 30 procent van de kantooroppervlakte in Brussel de komende jaren zal verdwijnen. Dat blijkt ook al uit het besluit van de Europese Commissie om haar aanwezigheid in de hoofdstad te hertekenen (DS 28 april). Ook de invulling van veel kantoren zal veranderen, met meer nadruk op interactie en samenwerken. Ik zie het als een opportuniteit, want het biedt de kans om meer aantrekkelijke gebouwen neer te zetten. Alleen zal de overgang naar het nieuwe werken de komende vijf tot tien jaar zeker moeilijk worden voor Brussel. Tot wanneer die gemengde gebouwen er allemaal staan, zal de leegstand zeker zichtbaar zijn. Daar zullen ook de dienstverleners, zoals de schoonmaakbedrijven en de horeca, onder lijden. Brussel zal door die zure appel moeten bijten, tot de stedelijke vernieuwing een feit is.’
‘Proximus kiest voor de moeilijke weg. Verhuizen naar een nieuwbouw en het oude gebouw aan zijn lot overlaten, was veel eenvoudiger geweest’
Kristiaan Borret
Bouwmeester Brussel