Heb zo’n vader!
Johan Heldenbergh wil acteur worden in de eerste Vlaamse film sinds de heropening van de bioscopen.
De Vlaamse jeugdfilm, het blijft een ondergeschoven kindje. Je hoort die woordcombinatie en je deinst al achteruit. Onterecht: de voorbije jaren waren er al enkele aanbevelenswaardige titels als Rosie & Moussa en Binti. Geen meesterwerken, maar wel twee aandoenlijke films, die een meerwaarde hadden omdat ze van hier waren. We kunnen onze kinderen gerust meer voorschotelen dan Disney.
Zo is er nu Mijn vader is een saucisse, een film die veel beter is dan de worst van een titel suggereert. Dat is niet weinig te danken aan Johan Heldenbergh, die in deze film speelt met zijn eigen charisma als grootste vijand. Hij speelt een sympathieke sul die net werd gepromoveerd in zijn job op de bank, tot de afdeling slapend kapitaal. Het gevolg laat zich raden: burn-out. ‘Ik ga mijn droom volgen’, zegt hij. ‘Ik word acteur.’ Daarop neemt hij ontslag bij Frank Focketyn, getypecast als bankdirecteur, om audities te gaan doen. Desnoods voor reclames voor vegetarische worsten.
Maar dit is niet zijn film, maar wel die van zijn dochter, gespeeld door Savannah Vandendriessche. De Vlaamse filmwereld is klein: ze speelde eerder het meisje in Rosie & Moussa. Hier speelt ze een tiener gevangen tussen twee ouders. Haar moeder (Hilde De Baerdemaeker) begrijpt niets van de midlifecrisis van haar man: zij is een manager die op zakenreis miljoenencontracten onderhandelt voor het pralinebedrijf van de norse grootvader. Dochter Zoë voelt zich als het verbindende stukje tussen twee hersenhelften: ‘de ene helft droomt te veel, de andere denkt te veel.’
De film is het regiedebuut van Anouk Fortunier, die met haar geprezen kortfilm Drôle d’oiseau het al had over een dochter en haar bipolaire vader. Ze put humor uit de audities en acteerlessen waarin vader en dochter samen verzeilen – de dochter wordt stilaan coach van haar vader, in plaats van omgekeerd. Ze houdt er de vaart in, met ook uitstekende muziek van Harry De Wit, de vaste componist van het theater van Ivo Van Hove.
Zeker bij het begin van de film, met veel voice-over, voel je dat het om een boekverfilming gaat: Mon père est une saucisse van de Franse schrijfster Agnès de Lestrade. Zo’n voice-over kan helpen om de stem van het kind te vertolken in de film. Maar dan lost Fortunier dat beter op door de tekeningen van Zoë te verwerken tot intermezzo’s in animatie, gemaakt door illustratrice Pascale Petterson. Het doet wat denken aan de animatie in The diary of a teenage girl, een film die wel dapperder durfde het al te zachte toontje van de jeugdfilm los te laten.
In onze contreien denkt men toch nog iets te snel dat een jeugdfilm ook een ongevaarlijke film moet zijn. Mijn vader is een saucisse is een tikje klef en meer dan een beetje te lief. Behoorlijk middenklasse en blank ook – al goed dat er toch een nevenpersonage werd gevonden voor Chokri Ben Chikha. Alles komt ook mooi netjes samen: dan voel je de handtekening van scenarist JeanClaude Van Rijckeghem, de pen achter The best of Dorien B., Aanrijding in Moscou en Adem. Die man weet ongetwijfeld veel over scenario’s en structuur, maar het zal toch altijd Vlaamse middelmaat ademen.
Dan zou je toch liever hebben dat een beginnende regisseuse eerst de kans krijgt en grijpt om haar eigen stem te vinden. Want die klinkt wel door, tussen de lijntjes. Alle bedenkingen moet je aan de kant vegen als je uiteindelijk toch gecharmeerd bent door een ontwapenend oprechte film over een kind dat de volwassene in het gezin moet zijn. Misschien werkt het dan toch, net omdat het zo herkenbaar van hier is? Excuses als dat klinkt als reclame van de boerenbond. Het zal mij worst wezen.
Dit is een ontwapenend oprechte film over een kind dat de volwassene in het gezin moet zijn