Martinez bezorgd over grasmat in Sevilla
België speelt zondag zijn wedstrijd in de 1/8ste finales in Sevilla. De grasmat ligt er slecht bij, een hinderpaal om verzorgd technisch voetbal te spelen.
Nu België als groepswinnaar doorgaat naar de 1/8ste finales wacht zondag een wedstrijd in Sevilla. Niet in het stadion van FC Sevilla of van Real Betis, maar in La Cartuja, een arena van 60.000 plaatsen die gebouwd werd voor het WK atletiek van 1999. Het stadion is weinig populair omdat er een atletiekpiste rond ligt. De bedoeling was dat een van de twee Sevilliaanse clubs er zou gaan spelen, maar zowel FC als Betis koos ervoor in het vertrouwde stadion te blijven.
De Andalusische deelstaatregering sloot dan maar een akkoord met de Spaanse voetbalbond om er bekerfinales en wedstrijden van de nationale ploeg te laten doorgaan. Toen Bilbao in april moest afhaken vanwege de onveilige covidsituatie, schoof de bond La Cartuja naar voren als vervangstadion. Zo kon La Roja zijn drie groepswedstrijden alsnog in eigen land afwerken.
Of die ingreep succesvol is, moet nog blijken. Voor de eerste wedstrijd tegen Zweden klaagde de Spaanse bondscoach Luis Enrique over de staat van het veld. Hij zei dat het gras te lang was en vroeg de terreinverzorgers het zo kort mogelijk te maaien. Specialisten van de Uefa waarschuwden ervoor het veld niet te kort te maaien. Er was een hittegolf uitgebroken waardoor de grasmat erg te lijden zou hebben.
Afhankelijk van de bron zou Luis Enrique toch hebben doorgezet met zijn plan en de terreinverzorgers onder druk hebben gezet het op zijn kortst te maaien. Andere bronnen melden dan weer dat het werk slecht werd uitgevoerd.
Hoe dan ook bleek de grasmat erg aangetast toen Spanje op 14 juni tegen Zweden moest spelen. Door de verschroeiende zon waren er kale plekken ontstaan. De slechte staat van het veld werd als een van de redenen voor het flauwe spel van La Roja aangehaald. In de aanloop naar de tweede wedstrijd tegen Polen draaiden terreinverzorgers overuren om het veld te rollen en kapotte graszoden te vervangen. Ook werd het overvloedig besproeid. Tegen Polen lag de mat iets beter, maar speelde Spanje opnieuw gelijk. ‘Het is geen excuus, maar het gras is niet zoals we het zouden willen’, zei PSG-aanvaller Pablo Sarabia.
De Belgische bond volgt de situatie in Sevilla nauwgezet op. Bondscoach Roberto Martinez maakt zich zorgen omdat de Rode Duivels net als Spanje baat hebben bij een goeie grasmat om verzorgd technisch voetbal te spelen. Woensdag speelt Spanje zijn laatste groepswedstrijd tegen Slovakije eveneens in La Cartuja. Belgische bondsmensen staan in contact met de Uefa. Theoretisch bestaat de mogelijkheid het veld opnieuw aan te leggen na de groepsfase, maar tussen de wedstrijd van woensdag en de 1/8ste finale van zondag liggen maar vier dagen. Dat is allicht te kort dag.
De Spaanse bondscoach Luis Enrique wordt aangewezen als een van de schuldigen