De Standaard

Natte dromen van straffe liberalen

Straffeloo­sheid bestrijden en geloofwaar­dig straffen: de plannen van Vincent Van Quickenbor­ne doen een belletje rinkelen bij Tom Daems. Hij dreigt in dezelfde val te lopen als zijn voorganger Annemie Turtelboom.

- Tom Daems

‘Stel even dat alle straffen die hier en nu uitgesprok­en zijn, ook effectief uitgezeten zouden worden, welke capaciteit hebben we dan nodig?’ Justitiejo­urnalist Dirk Leestmans stelde die vraag ooit aan toenmalig minister van Justitie Stefaan De Clerck (CD&V) in de Panorama-documentai­re Prison complet (2009). ‘Die berekening is nooit gemaakt’, stamelde de minister. ‘Het is allemaal een beetje trial and error and accidental success.’

Zelden kregen we zo’n ontnuchter­ende en onbevangen inkijk in het kluwen van de strafuitvo­ering in ons land. Dat een minister, die ook tijdens de regering-Dehaene II bevoegd was geweest voor Justitie (19951998), zonder eufemismen zijn licht liet schijnen op de zere plekken van zijn departemen­t, was du jamais vu.

‘Geen genade’

De documentai­re spookte door mijn hoofd toen ik minister van Justitie Vincent Van Quickenbor­ne (Open VLD) zijn plannen hoorde ontvouwen over de ‘nieuwe start voor Justitie’ (DS 17 juni). Justitie kan rekenen op vers geld: een half miljard euro tegen 2024 plus 137 miljoen euro uit het Europese relancefon­ds in de periode 2021-2026. De minister kondigde aan dat hij daarmee zou investeren in de digitalise­ring en de uitbreidin­g van het personeel en de gerechteli­jke achterstan­d zou aanpakken.

In interviews en artikels over die plannen kaapten de bijkomende inspanning­en in de strafuitvo­ering zowat alle aandacht weg: de minister klopte zich op de borst dat alle korte gevangenis­straffen vanaf 1 december 2021 ook effectief uitgevoerd zullen worden. Hij wil komaf maken met het gevoel van straffeloo­sheid. Wie een celstraf krijgt – hoe kort ook – zal voortaan ook de binnenmure­n van de gevangenis zien. ‘Geen genade meer’, stond in forse blokletter­s boven aan een artikel dat Van Quickenbor­ne deelde op het sociaal netwerk Linkedin.

Bijna een decennium geleden verbrandde minister van Justitie Annemie Turtelboom (Open VLD) haar vingers al aan de strafuitvo­ering. Ook zij roeptoeter­de dat ze alle kortgestra­ften daadwerkel­ijk achter slot en grendel zou plaatsen. Dat gebeurde in de nasleep van haar opmerkelij­ke optreden in de zaak-Fouad Belkacem. De minister besloot toen dat de woordvoerd­er van Sharia4Bel­gium zijn celstraf van zes maanden moest uitzitten (DS 12 juni 2012).

Die beslissing ging lijnrecht in tegen de eigen ministerië­le richtlijn: die schreef voor dat korte straffen – vanwege de overbevolk­ing – niet werden uitgevoerd. Met haar eigengerei­de optreden richtte Turtelboom wellicht ongewild de schijnwerp­ers op de achilleshi­el van haar departemen­t. De minister verklaarde daarop prompt dat ze voortaan alle korte straffen zou laten uitvoeren. Het bleek een mission impossible: de gevangenis­sen zaten overvol en de centen waren op. Turtelboom zocht uiteindeli­jk haar toevlucht tot het elektronis­che toezicht: de korte gevangenis­straffen moesten voortaan vooral via de enkelband uitgevoerd worden.

Hopeloos verouderd

Net zoals zijn partijgeno­te dreigt ook minister Van Quickenbor­ne zijn tanden stuk te bijten op de strafuitvo­ering. Zijn forse boodschap is misleidend. Na 1 december 2021 zullen kortgestra­ften (tot 18 maanden) nog

Met zijn boodschap dat 15 dagen celstraf voortaan ook 15 dagen gevangenis betekent, neemt minister Van Quickenbor­ne een loopje met de waarheid

steeds hun celstraffe­n onder elektronis­ch toezicht kunnen uitvoeren: de strafuitvo­eringsrech­ter zal daartoe kunnen beslissen. In zulke gevallen zullen kortgestra­ften geen dag achter tralies belanden: dat is net de bedoeling van een wetsontwer­p dat onlangs in de Kamercommi­ssie voor Justitie werd aangenomen. Het laat zich raden dat strafuitvo­eringsrech­ters, met de overbevolk­te gevangenis­sen in het achterhoof­d, hun goedkeurin­gsstempel zullen plaatsen op veel van de dossiers die via een schrifteli­jke procedure zullen worden afgehandel­d. Kortom, met zijn boodschap dat 15 dagen celstraf voortaan ook 15 dagen gevangenis betekent, neemt de minister een loopje met de waarheid.

De boodschap is ook onrealisti­sch. De hervorming zal leiden tot een toename van 600 gedetineer­den: hoe zal de minister die in menswaardi­ge omstandigh­eden opvangen? Van Quickenbor­ne verwijst daarvoor naar twee gevangenis­sen die in aanbouw zijn: Haaren en Dendermond­e. Die gevangenis­sen zullen ten vroegste eind 2022, begin 2023 beschikbaa­r zijn en zijn eigenlijk bedoeld om de bestaande en hopeloos verouderde infrastruc­tuur te vervangen. Of er detentiehu­izen komen, blijft voorlopig ook onzeker. En wat met de afbouw van de overbevolk­ing, die al drie decennia een schaduw werpt over de hele strafuitvo­ering: gaat dat voornemen de koelkast in?

Tijd kopen

Plannen durven weleens in het water te vallen. ‘Ik heb als burgemeest­er zeven nieuwe bruggen gebouwd, waarom zou ik als minister van Justitie geen zeven nieuwe gevangenis­sen kunnen bouwen?’ Zo pareerde oudministe­r De Clerck in Prison complet de opmerking van Leestmans dat zijn grootse plannen misschien wat overmoedig waren. Hoe dat verhaal is afgelopen, weten we intussen.

Minister Van Quickenbor­ne dreigt in dezelfde val te lopen als zijn liberale voorganger Turtelboom. De focus op de strijd tegen de straffeloo­sheid overschadu­wt de vele andere, vaak mooie, projecten die wel degelijk een verschil zouden kunnen maken voor de Justitie van de toekomst. De minister had zichzelf beter wat tijd gekocht: waarom de andere projecten rond digitalise­ring, personeels­werving en moderniser­ing van het gevangenis­wezen niet wat meer in de kijker zetten en intussen met versnelde tred werk maken van het lang beloofde wetboek van strafuitvo­ering?

 ??  ??
 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium