Tijdstip waarop Conings stierf blijft voorlopig mysterie
Het is (nog) onduidelijk hoelang Jürgen Conings nog geleefd heeft, nadat hij op 18 mei zijn wagen had achtergelaten aan de rand van het Dilserbos.
Er bestaat geen twijfel meer over dat Jürgen Conings gestorven is door zelfdoding. Dat blijkt uit het ballistische onderzoek en uit de forensische vaststellingen op het lichaam. Het wapen dat de militair voor zijn wanhoopsdaad gebruikte, werd op zijn lichaam teruggevonden. Het gaat om het FN 5.7-pistool dat Conings op 17 mei uit de kazerne had meegenomen, zo werd bevestigd aan De Standaard.
Conings droeg zwarte, militaire kleren toen de jager Leonard ‘Nard’ Houben hem zondag vond. Hij had een kogelvrij vest aan, ook meegenomen bij het leger. Naast zijn lichaam lag een jachtgeweer. Conings had ook nog een grote hoeveelheid munitie, een bijl, een mes en een machete bij zich. Al die wapens droeg hij op zijn lichaam. Het laatste vermiste wapen – een P90-machinegeweer – vonden de speurders gisteren terug in de onmiddellijke omgeving van waar zijn lichaam werd aangetroffen. Met die vondst zijn alle wapens die Conings uit de kazerne had meegenomen nu gelokaliseerd. De vier LAW-granaatwerpers werden eerder al teruggevonden in zijn auto.
Juiste windrichting
Over het tijdstip van overlijden bestaat nog weinig zekerheid. Het federale parket kan vandaag niet meer vertellen dan dat Conings één tot vier weken geleden overleden moet zijn. Dat kan dus betekenen dat hij bijna onmiddellijk na zijn verdwijning gestorven is, maar net zo goed dat hij nog enkele weken heeft rondgedoold in het Nationaal Park Hoge Kempen voor hij zichzelf van het leven beroofde. Om de precieze datum van overlijden te bepalen, zal het wachten zijn op de analyse van het Nationaal Instituut voor Criminalistiek
en Criminologie (NICC). De vliegenlarven op het lichaam kunnen die tot op de dag precies verraden (zie bladzijde 4). Bij het NICC zijn enkele specialisten in die techniek aan de slag, maar het kan enkele weken duren voor dat onderzoek afgerond is.
Het federale parket legde gisteren ook uit waarom het lichaam, ondanks de massale zoektocht, niet eerder gevonden werd. Toen op woensdag 9 juni een rugzak
Lichaam bevond zich 150 meter buiten perimeter waar al gezocht was, onder een boom en op een helling waar varens zicht versperden
werd aangetroffen die toebehoorde aan Conings, zijn er intensieve zoekacties gehouden in een straal van één kilometer rond de rugzak. ‘Maar het lichaam bevond zich 150 meter buiten de perimeter waar wel al gezocht werd, onder aan een boom en op een helling, waarop het zicht werd versperd door varens.’ Volgens het parket is het aannemelijk dat zonder de geur van ontbinding, het bijna onmogelijk zou zijn geweest om de gezochte militair terug te vinden. De jager Nard Houben bevestigde gisteren dat hij de geur van ontbinding alleen vanop het fietspad had kunnen ruiken doordat de wind uit de juiste richting kwam.
Feilbare honden
Alain Remue van de cel Vermiste Personen heeft al jarenlang ervaring met vergelijkbare zoektochten. ‘Ik heb al meermaals meegemaakt dat we hectares en hectares uitkamden en niets vonden. Het gebeurt dat iemand dan later bij het reinigen van een gracht of tijdens een wandeling op menselijke resten stoot.’
Remue verwijst onder meer naar de zoektocht naar de Nederlander Raoul Vanderdonck, die op 19 januari 2004 verdween tijdens een wandeling in de Hoge Venen. ‘We hadden zijn auto gevonden op de parking van het natuurgebied, zodat we een duidelijk aanknopingspunt hadden. Weken hebben we naar die man gezocht, maar niets gevonden. Vijf jaar later vond een schaapherder zijn schedel en botten, op een plaats waar allicht al jaren nooit meer iemand was geweest.’
Zelfs speurhonden zijn niet onfeilbaar. ‘We werken met speurhonden die vrij zoeken naar menselijke geuren in een hele reeks zoekzones, en met lijkenhonden die getraind zijn om te reageren op ontbindingsgassen. Allebei hebben ze hun beperkingen: speurhonden kunnen alleen een spoor volgen als iemand zich te voet verplaatst. Een lijkenhond reageert pas op een geur als die in zijn neus komt. Een lijkenhond kan op 200 meter van een stoffelijk overschot zijn, maar als de wind verkeerd zit, zal hij niet reageren. Tijdens een zoekactie heb je altijd een portie geluk nodig.’
‘Als de wind verkeerd zit, zal een lijkenhond niet reageren. Tijdens een zoekactie heb je altijd een portie geluk nodig’
Alain Remue
Cel Vermiste Personen
Remue vindt niet dat de speurders gefaald hebben. ‘Onze job is mensen zoeken. Dan wil je ze ook vinden. Het leidt misschien tot een beetje professionele frustratie als dat niet lukt. Maar het belangrijkste is dat een mens gevonden wordt, wie die persoon dan gevonden heeft, daar lig ik zelf niet wakker van.’