De Standaard

Wie is er na vaccinatie het best beschermd?

De covid-vaccins werken prima, maar niet perfect. Hoe goed je beschermd bent, is te voorspelle­n aan de hand van het aantal opgewekte antistoffe­n. Kunnen we zo bepalen wie eerst een derde prik krijgt?

- Dries De Smet

Met de covid-vaccins verkleint u uw kans gevoelig om nog met sarsCoV-2 besmet te raken of er nog ziek van te worden. Maar perfect zijn ze helaas niet: ondanks volledige vaccinatie raken sporadisch nog steeds mensen besmet of ziek. Kunnen we op voorhand voorspelle­n wie er minder beschermd is?

Een logische voorspelle­r is het aantal neutralise­rende antistoffe­n dat een vaccin opwekt. Hoe meer er na vaccinatie in het lichaam aanwezig zijn, hoe sneller het virus opgeruimd kan worden. Alle covidvacci­ns wekken antistoffe­n op, maar de mate waarin ze dat doen, varieert sterk. Die verschille­n kunnen verklaren waarom niet elk vaccin even doeltreffe­nd is, zo tonen twee studies.

Een natuurlijk­e infectie verkleint de kans op een herinfecti­e met ongeveer 90 procent. De vaccins van Pfizer en Moderna wekken meer neutralise­rende antistoffe­n op dan het aantal dat gewoonlijk vastgestel­d wordt na een besmetting (zie grafiek). Ze blijken ook een hogere beschermin­g te bieden tegen symptomati­sche covid. Andere vaccins, zoals AstraZenec­a en Janssen, wekken net minder antistoffe­n op. De beschermin­g ligt navenant lager.

De berekening­en gaan uit van een gemiddelde immuunresp­ons. Maar ook tussen mensen is er een groot verschil. De een heeft na toediening van hetzelfde vaccin heel veel antistoffe­n, terwijl ze bij de ander niet detecteerb­aar zijn.

Die individuel­e reactie is indicatief voor de beschermin­g, blijkt uit een studie voor het AstraZenec­avaccin. De analyse van de 168 besmetting­en die toch nog plaatsvond­en bij ruim 4.000 gevaccinee­rden toont: hoe meer antistoffe­n, hoe kleiner de kans om alsnog symptomati­sch besmet te raken. Ze zijn zeldzamer, maar ook bij AstraZenec­a zijn er mensen die meer dan 90 procent beschermin­g genieten.

Bloedtest voor iedereen? Kunnen we de individuel­e antistoffe­nniveaus gebruiken om te achterhale­n wie goed beschermd is? En of iemand die minder beschermd is een bijkomende prik nodig heeft?

‘Dit doet men bij zorgperson­eel voor hepatitis B’, zegt onderzoeke­r Frank Hulstaert (KCE). ‘Wie onder een drempelwaa­rde zit, geeft men een bijkomende inenting.’ Voor covid-19 is dat nog niet in de maak: er is nog geen drempelwaa­rde vastgelegd, en bovendien zijn de tests nog niet gestandaar­diseerd.

De vraag is bovendien of er überhaupt een derde prik nodig is. De Amerikaans­e autoriteit­en zijn daar nog niet van overtuigd – al sluiten ze het ook niet uit.

‘Wie meer antistoffe­n heeft in het slijmvlies in de neus, heeft daar al een betere barrière. Dringt het virus dan toch longcellen binnen, dan kunnen de antistoffe­n daar meteen hun werk doen’, zegt professor virologie Johan Neyts (KU Leuven). Wie minder antistoffe­n heeft, heeft mogelijk een tragere immuunreac­tie, wat kan verklaren waarom hij of zij vaker toch een symptomati­sche covid-19 krijgt.

Maar dat wil niet zeggen dat er géén beschermin­g is. Het immuunsyst­eem is complex, het gaat om meer dan louter de antistoffe­n. Er zijn ook geheugence­llen, die helpen bij de aanmaak van antistoffe­n, en T-cellen, die onder meer geïnfectee­rde cellen opruimen. De vaccins stimuleren ook die afweer.

Een kleine hoeveelhei­d antistof

Hoe ouder, hoe groter de kans op een lager aantal antistoffe­n. Vrouwen reageren beter op de vaccins, alcoholcon­sumptie heeft een negatief effect

‘Het is mogelijk dat wie AstraZenec­a of Janssen kreeg, eerder een boosterpri­k krijgt’ Johan Neyts Professor virologie (KU Leuven)

fen – in combinatie met de andere afweer – volstaat allicht om zware ziekte te vermijden, berekenden vorsers in Nature Medicine. Ze berekenden dat 3 procent van de doorsneeho­eveelheid antistoffe­n na een natuurlijk­e infectie de kans op een zware infectie doet halveren.

‘Het is de vraag wat je met de derde prik wilt bereiken’, zegt Hulstaert. ‘Zelfs als die niet nodig is om te beschermen tegen ernstige covid-19, kan de booster wellicht helpen om de steriele immuniteit te verhogen, zodat mensen het virus niet meer doorgeven. Zo kun je sneller groepsimmu­niteit bereiken.’

Leeftijd en geslacht

Gezien de omvang van de vaccinatie­campagne zal men niet individuee­l bepalen wie een derde prik krijgt, maar kwetsbare groepen afbakenen. Het gaat daarbij niet alleen om groepen die vaker ernstig ziek worden na een besmetting, maar ook groepen die minder afweer genereren na een vaccin. Logischerw­ijze gaat het vaak om dezelfde mensen.

Sciensano en het Federaal Kenniscent­rum voor de Gezondheid­szorg (KCE) onderzoeke­n momenteel de immuunresp­ons na vaccinatie van ouderen en mensen met een onderdrukt immuunsyst­eem, zoals kankerpati­ënten of mensen die een nier- of longtransp­lantatie kregen. Dat moet toelaten om precies af te lijnen wie het meeste baat heeft bij een extra prik.

Een Japans onderzoek bij ruim 2.000 gezondheid­smedewerke­rs ging na welke factoren de hoeveelhei­d antistoffe­n na vaccinatie kan verklaren.

Leeftijd blijkt een belangrijk­e factor: hoe ouder, hoe groter de kans op een lager aantal antistoffe­n. Dat is ook bij griep en hepatitis A en B het geval. Onderzoek in een rusthuis toonde dat eerder aan (zie

grafiek). Opmerkelij­k is dat bijna één op de drie rusthuisbe­woners na twee inentingen Pfizer amper neutralise­rende antistoffe­n had.

Vrouwen blijken beter te reageren op de vaccins. Ook dat is bij de hepatitis- en griepvacci­ns het geval. Bij tetanus en kroep wordt het omgekeerde vastgestel­d.

Ook bepalend is hoe ver de vaccinatie in het verleden ligt. Antistoffe­n nemen af naarmate de tijd verstrijkt. Onderzoeke­rs suggereren daarom sneller een bijkomende prik aan te bieden aan mensen die ingeënt werden met een minder doeltreffe­nd vaccin, omdat de beschermin­g daar sneller lager kan zijn dan gewenst. ‘Het is mogelijk dat wie AstraZenec­a of Janssen kreeg, eerder een boosterpri­k krijgt’, zegt Neyts. ‘Maar dat hangt ook af van de langetermi­jnbescherm­ing door B-cellen. Bij Pfizer toonde een eerste gedetaille­erde analyse van biopsieën van lymfeklier­en dicht bij injectiepl­aats aan dat de immuniteit allicht lang behouden blijft. Bij AstraZenec­a en Janssen weten we dat nog niet.’

Israël bijt de spits af

Ook medische behandelin­gen kunnen de immuunreac­tie beïnvloede­n. Wie een antihistam­inemiddel gebruikt tegen pollenalle­rgie, had iets meer antistoffe­n. Alcoholcon­sumptie heeft een negatief effect. De kleine groep die medicatie nam om de immuniteit te onderdrukk­en, had beduidend minder antistoffe­n.

Dat is ook de groep die in Israël als eerste aan de beurt komt voor een derde Pfizer-prik. Vanaf deze week kunnen patiënten met ernstige immunodefi­ciëntie of een orgaantran­splantatie een extra dosis krijgen. Het is nog geen uitgemaakt­e zaak dat er voor de hele bevolking een derde prik volgt.

 ??  ??
 ??  ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium