De ‘Coup van Loppem’ van De Wever
Bart De Wever wil de grondwet passeren om een nieuwe staatshervorming mogelijk te maken. Dat kan, maar daarvoor is een politiek akkoord nodig dat voorlopig ver weg lijkt.
De Vlaamse feestdag blijft een geschikt recyclagemoment. Minister-president Jan Jambon (N-VA) wil vanaf een wit blad beginnen om een nieuwe staatshervorming te bedenken. Hij kopieert een voorstel van Guy Verhofstadt (Open VLD). Die lanceerde naarmate zijn oppositiekuur vorderde (19881999) steeds opvallendere ideeën. Wie weet past ook het voorstel van Bart De Wever in dat rijtje. In de Krant van West-Vlaanderen pleit de N-VA-voorzitter ervoor om ‘de grondwet te passeren’ voor een ‘noodzakelijke verandering’.
De Antwerpse burgemeester haalt een oud idee van stal. Al in 2012 lanceerde hij ‘de shock’ – nu heet het ‘een coup’ – waarbij de grondwet tot meerdere eer en glorie van een nieuw staatsbestel moet wijken. De Belgische geschiedenis kent alvast twee bekende voorbeelden. Zowel de Belgische onafhankelijkheid (1830) als de invoering van het algemeen enkelvoudig stemrecht (1919) verliep los van de grondwet.
De Wever deed zijn uitspraken in het Kasteel van Loppem, waar koning Albert I na de Eerste Wereldoorlog verbleef. Hij stelde van daaruit een regering met katholieken, liberalen en socialisten samen die over dat stemrecht een deal maakten. Conservatieve tegenstanders spraken over de ‘Coup van Loppem’.
Vodje papier
‘Recht moet de democratie dienen, niet de democratie blokkeren’, verantwoordt De Wever deze optie. Toch kan opgemerkt worden dat zowel 1830 als 1919 door oorlogshandelingen werd gekleurd. In 1830 maakte het jonge koninkrijk België zich met geweld los van Nederland.
Net na de Eerste Wereldoorlog heerste een prerevolutionaire sfeer. De situatie was er niet naar om rustig de tijd te nemen om de grondwet te wijzigen. Het volgens de nieuwe regels verkozen parlement zette de situatie achteraf legistiek recht.
Dat laatste punt is essentieel. In hun boek Sleutels tot ontgrendeling geven Hendrik Vuye en Veerle Wouters een extreem voorbeeld. De Kamer heeft perfect het recht om los van de huidige grondwet een nieuwe grondwet te schrijven. Als die met een gewone meerderheid wordt goedgekeurd en het volk komt niet in opstand, is er geen vuiltje aan de lucht. Een feitelijke machtsuitoefening wordt achteraf gelegitimeerd.
De grondwet is daarbij dus geen obstakel. Laat de constitutionalisten zich maar opwinden, de democratie – de meerderheid – heeft altijd het laatste woord. In die zin is de grondwet bij momenten niet meer dan een vodje papier. Vuye en Wouters geven een karrenvracht aan voorbeelden waarbij een meerderheid in de loop der geschiedenis de grondwet geweld aandeed.
Maar, die meerderheid vergt een politiek akkoord en dus onderhandelingen. Zelfs als een Vlaamsnationale meerderheid (Vlaams Belang en de N-VA) in het Vlaams Parlement eenzijdig de onafhankelijkheid uitroept, moet Vlaanderen onderhandelen over een boedelscheiding.
Doodlopende bospaadjes Elke hervorming vertrekt van een dubbel uitgangspunt: de pacificatie tussen de verschillende gemeenschappen en het bevorderen van de welvaart. In het verleden hanteerden Vlaamse partijen diverse tactieken. Eerst wilden ze de Belgische staat uitroken: de Vlaamse partijen weigerden een regeringsvorming tot de Franstaligen plooiden (2007). Tevergeefs. Of ze wilden de PS uitroken (2014). Een rechtse federale regering zonder de PS zou de Franstalige socialisten doen smeken. Opnieuw zonder succes. Het recente dreigement van De Wever dreigt hetzelfde lot te ondergaan.
Vuye vergelijkt de zes staatshervormingen met Holzwege: kleine, vaak doodlopende bospaadjes die uiteindelijk nergens heengaan. Heel wat partijen delen deze analyse. Het Belgische federale model is versleten en te ingewikkeld. Een nieuw compromis tussen partijvoorzitters belooft niet meteen helderheid. De Wever beweerde met PS-voorzitter Paul Magnette in de zomer van 2020 een embryonaal akkoord op zak te hebben. Daarvan is geen hard bewijs. Bovendien zegt zo’n potentieel akkoord niets: andere partijen moeten zich aansluiten.
De Antwerpse burgemeester haalt een oud idee van stal. Al in 2012 lanceerde hij ‘de shock’
Een nieuwe staatshervormingsronde vraagt bondgenoten, zowel binnen als buiten Vlaanderen. De eensgezindheid over het nieuwe België is momenteel zoek. Twee ministers (Annelies Verlinden (CD&V) en David Clarinval (MR)) hebben de opdracht om de volgende ronde voor te bereiden. Naar het resultaat van hun ijver blijft het gissen. Voorlopig bestaat er alleen eensgezindheid over een vereenvoudigde procedure tot herziening van de grondwet (art. 195).