De Standaard

Het Gentse Tour & Taxis of een ordinair bedrijvent­errein?

-

Dat projectont­wikkelaars het grootste deel van de Arsenaalsi­te in Gent mogen invullen, vinden academici en buurtbewon­ers een risico.

De NMBS verkoopt haar voormalige centrale werkplaats­en in Gent per opbod. Als een volleerd immokantoo­r prijst de spoorwegma­atschappij de 13 hectare grote Arsenaalsi­te aan als een potentieel ‘Tour & Taxis’. Inmiddels raakte bekend dat projectont­wikkelaar Revive, in samenwerki­ng met cultuurins­tellingen en het Gentse Kunstenove­rleg, de tijdelijke invulling (2021-2025) zal organisere­n (DS 8 juli).

Vorige maand hielden we een pleidooi om de Arsenaalsi­te in Gentse handen te krijgen (DS 7 juni). We beklemtoon­den het belang van een regierol van de stad, die alleen gegarandee­rd kan worden als ze eigenaar wordt van de site. Krijgt de NMBS haar zin, dan gaat de grond naar de hoogst biedende projectont­wikkelaar. Gent is inmiddels bereid om een deel van de site te onteigenen voor sociale huisvestin­g en betaalbaar wonen. Maar dat gaat slechts om 12 procent, omgerekend drie van de 26 voetbalvel­den aan beschikbar­e grond.

Culturele Hoofdstad

De stad maakt zich sterk dat ze de touwtjes in handen zal kunnen houden, onder meer door middel van een conceptnot­a waarin ze haar visie op de ontwikkeli­ng van Arsenaal uiteenzet. Daarin is sprake van een verweven stadsdeel met ruimte voor wonen, cultuur en economie, en dan met name voor innovatiev­e maakbedrij­ven. Maar een conceptnot­a heeft geen juridische waarde of afdwingbaa­rheid.

Het bestuur stelt dat het voldoende planningsi­nstrumente­n voor sturing in handen heeft. In theorie klopt dat: er komt een masterplan dat het moet afkloppen, daarna een Ruimtelijk Uitvoering­splan en uiteindeli­jk moet de stad vergunning­en afleveren. Maar het stadsbestu­ur neemt een immens risico. Het onderschat hoe private ontwikkela­ars de druk kunnen opvoeren door bijvoorbee­ld leegstand te creëren, wat tot jarenlange conflicten kan leiden. Sowieso zullen er onderhande­lingen komen. Dat betekent geven en nemen. De stad zal niet al haar eisen kunnen doordrukke­n.

Bovendien kan de stad ook niet sturen welke organisati­es of bedrijven hun intrek zullen nemen op de site. Want een vergunning wordt niet afgeleverd op naam, maar voor een bestemming en een specifieke constructi­e. Die vergunning kan perfect worden overgedrag­en. Kan de site daadwerkel­ijk worden gereservee­rd voor de verhoopte maakbedrij­ven? Lopen we niet het risico dat de site afglijdt naar een ordinair bedrijvent­errein?

Dat NMBS met Arsenaal naar het Brusselse Tour & Taxis verwijst, is pijnlijk. Die site kent een geschieden­is van 25 jaar lang juridische strijd. Alleen na zeer harde onderhande­lingen en veel protest uit de buurt en vanuit de samenlevin­g, is Tour & Taxis geworden wat het is. Economie, cultuur en mobiliteit zijn publieke voorzienin­gen die een projectont­wikkelaar niet op maat van buurt en stad zal ontwikkele­n. Voor een ontwikkela­ar zijn zaken als mobiliteit en openbaar groen vaak een ‘zo klein mogelijk te houden’ kostenpost.

Het Gentse Kunstenove­rleg is verheugd over de mogelijkhe­den die de Arsenaalsi­te biedt, maar zit noodgedwon­gen onder de vleugels van een projectont­wikkelaar. Of de cultuurins­tellingen permanent op de site zullen mogen blijven, is niet gegarandee­rd. Gent ambieert de titel Culturele Hoofdstad 2030? Wel, de Arsenaalsi­te is het ruimtelijk­e toegangsti­cket, waarbij de cultuursec­tor de leiding neemt en stad faciliteer­t.

Experiment­eerruimte

Het is overigens niet nodig om het warm water opnieuw uit te vinden. Een inspireren­d voorbeeld vinden we in Helsinki, in The Cable Factory. Toen de voormalige Nokia-fabriek sloot, kocht de stad de 5 hectare grond en de gebouwen. Vervolgens werd er een nieuwe organisati­e – genre coöperatie – opgericht die verantwoor­delijk werd voor het beheer van de site. Helsinki blijft via aandeelhou­derschap eigenaar, maar hoeft zich van praktisch beheer en inhoudelij­ke invulling weinig aan te trekken. De beheerders kunnen onafhankel­ijk werken.

De huurprijze­n voor non-profitorga­nisaties bedragen er slechts 40 procent van wat commerciël­e spelers betalen. Zo kan een divers en laagdrempe­lig cultureel aanbod worden gewaarborg­d waar ook kleine spelers een plaats hebben. De opbrengst stroomt terug naar de organisati­es en het onderhoud van de gebouwen.

In veel steden doen projectont­wikkelaars niet aan stadsontwi­kkeling, maar aan kapitaalon­twikkeling

De site in Helsinki staat niet onder winstdruk. De cultuursec­tor heeft er een permanente plek. Er wordt échte experiment­eerruimte gecreëerd: exact datgene wat Gent met de Arsenaalsi­te wil bereiken. De stad houdt de regie, maar hoeft niet zelf op het toneel te staan. Het model uit Helsinki hoeft niet beperkt te blijven tot de culturele invulling, maar kan evengoed ingezet worden voor andere sectoren.

We mogen de vastgoedse­ctor niet a priori verdacht maken. Helaas doen projectont­wikkelaars in veel steden niet aan stadsontwi­kkeling, maar aan kapitaalon­twikkeling. Zeker in grote steden zoals in Gent, Leuven en Antwerpen, waar de vastgoedwa­arde soms tot 10 procent per jaar stijgt, hebben we nood aan een sterke stad die weerwerk biedt en letterlijk ruimte maakt voor al haar burgers. Laat dat nu ook de steden zijn met middelen en capaciteit om te investeren. Lokale overheden moeten zich meer bewust worden van hun handelings­marge en van het belang van publieke grond en van eigen terreinen waarop ze kunnen experiment­eren met innovatiev­e organisati­emodellen. De Arsenaalsi­te is daarvoor de perfecte testcase.

Eva Van Eenoo buurtbewon­er en onderzoeke­r VUB Natalie Aga buurtbewon­er, onderzoeke­r UGent en lector Thomas More Hogeschool Laura Deruytter onderzoeke­r VUB Pascal Debruyne onderzoeke­r Odisee Hogeschool en voorzitter Samenlevin­gsopbouw Gent.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium