Begrotingstekort zal niet vanzelf verdwijnen
Zodra duidelijk werd dat een pandemie grote schade dreigde toe te brengen aan de economie, ontstond er brede eensgezindheid dat de overheden als buffer moesten optreden. Door bedrijven subsidies toe te stoppen, uitstel van betaling te verlenen of door de toegang tot tijdelijke werkloosheid uit te breiden, hielpen ze de klap op te vangen. Dat was de juiste weg.
Maar van meet af aan was ook duidelijk dat die aanpak beperkt moest blijven in de tijd. Het is verdedigbaar om huidig en toekomstig belastinggeld in te zetten om onze economische infrastructuur te stutten als die getroffen wordt door een ramp. Maar dat mag niet geruisloos leiden tot het structureel verhogen van de staatsuitgaven.
De redenering was dat de voor de tegenslag afgeschermde economie zich fluks zou herstellen zodra de pandemie zou wijken. Het goedkope geld en de bereidheid om de begrotingsorthodoxie tijdelijk te laten varen, plus een grootscheeps Europees herlanceringsplan, zouden van de coronacrisis snel een vervagende herinnering maken. Het was zelfs een opportuniteit om het jarenlang al te strikte budgettaire beleid te versoepelen, zodat hogere groei en meer herverdeling mogelijk zouden worden.
Ruim een jaar later blijkt naar een normalere toestand terugkeren niet vanzelfsprekend. Wanneer eindigt de noodtoestand en keren we terug naar een wereld waarin een uitgegeven euro ook echt verdiend moet worden? Moet elk bedrijf dat het lastig kreeg, gesteund worden tot we zeker zijn dat het op eigen kracht verder kan? Of is het tijd om de marktwerking weer vrij te laten? En hoelang kan de staat zo boven zijn stand blijven leven?
De jongste cijfers van het Monitoringcomité, dat de federale regering hierover adviseert, maken duidelijk dat de financiële impact van de gezondheidscrisis niet snel zal verbleken. Het opgelopen tekort zal groter en hardnekkiger zijn dan zelfs de pessimisten hadden gevreesd. De hoop dat de terugkeer van de groei vanzelf het gat in de begroting zou dichten, blijkt ijdel. En de vergrijzing is niet weg.
Een tijdlang konden politici van alle niveaus nooit fout doen door te veel geld uit te geven. Die fase loopt ten einde. Terugkeren naar vroeger, toen iedere euro drie keer moest worden omgedraaid, is lastig. Tussen Vlaamse liberalen en Franstalige socialisten in de coalitie groeit de spanning daarover. Dat premier De Croo de begrotingsopmaak over de vakantie tilt, is een veeg teken. Maar een goede stelregel in gevallen als dit is: als iets toch onvermijdelijk is, pak het dan meteen aan.
Terugkeren naar vroeger, toen iedere euro drie keer omgedraaid moest worden, is lastig