Tadej Pogacar regeert, Grenadiers moeten herbronnen
Terwijl Tadej Pogacar soeverein blijft heersen, staan de Ineos Grenadiers in deze Tour nog steeds met lege handen. De grootmacht van weleer zal zichzelf alweer moeten heruitvinden.
Met winst in de
koninginnenrit in de Pyreneeën heeft Tadej Pogacar zijn gele trui gisteren weer wat extra glans gegeven, voor zover nog nodig. Het typeert de Sloveen en meer in het algemeen de nieuwe generatie kampioenen: ze beschouwen de aanval als de beste verdediging en winnen het liefst met bravoure.
Het zou best kunnen dat het drietal dat gisteren voorop reed in het majestueuze landschap van de Col du Portet, zondag ook de podiumplaatsen in Parijs zal bezetten. Jonas Vingegaard en Richard Carapaz bleven als enigen in het spoor van de ontketende Sloveen, wat in de Alpen overigens niemand was gelukt.
Zo overtuigend Pogacars klimwerk en eindsprint waren, zo homogeen oogde gisteren ook zijn ploeg. Nochtans waren voor deze Tour veel twijfels geuit over de sterkte van UAE Team Emirates. Na de openingsrit – vier renners van
UAE tegen het asfalt – klonken die alleen maar luider. Kwam daarbij dat de ploeg bij de eerste de beste belegering, in de Morvan, meteen tactisch in de fout ging. Daarna dook Brandon McNulty in de Alpen nog eens het decor in en liep Rafal Majka vorige vrijdag een ribtrauma op.
UAE Team Emirates is nog geen US Postal of Team Sky van weleer, maar hoeft in dit stadium van de Tour zeker niet onder te doen voor de twee teams die bijna drie weken geleden ook met een of meerdere kandidaat-eindwinnaars aan de start verschenen. Jumbo-Visma, na de opgave van Steven Kruijswijk (ziek) gisteren tot vier renners gehalveerd, kan verzachtende omstandigheden inroepen en wist vanuit de omschakeling intussen al te scoren. Ineos Grenadiers daarentegen kreeg ook met tegenspoed af te rekenen, maar kan lang niet alles daarop afschuiven.
Carapaz deed gisteren dan wel een goede zaak door Rigoberto Urán figuurlijk van het podium te stoten en kon lang rekenen op assistentie van de Spanjaard Jonathan Castroviejo. Voor het overige staat er van het ooit oninneembare Britse bastion nog weinig overeind. Michal Kwiatkowski, Tao Geoghegan Hart, Richie Porte en Geraint Thomas: allen zakten ze er gisteren (opnieuw) snel doorheen.
Streep onder verleden
Pijnlijk is het contrast met pakweg drie jaar geleden, bij de eerste aankomst ooit op de Portet. Geraint Thomas was van de klassementsrenners toen de winnaar van de dag. Met ook toptienplaatsen voor Egan Bernal en Chris Froome prijkte Team Sky die dag helemaal bovenaan in het ploegenklassement. Thomas zou de Tour 2018 ook winnen, om het jaar nadien nog tweede te eindigen in het zog van zijn jonge ploegmaat Bernal.
Na zeven eindzeges in acht jaar kwam vorig jaar abrupt een einde aan de hegemonie van het Britse team, sinds de Tour 2020 in Ineos Grenadiers omgedoopt. Een (voorlopig) afscheid van een tijdperk, gesymboliseerd door de instorting van Bernal op de Grand Colombier op 13 september 2020. Niet langer de Grenadiers maar de Slovenen – Roglic en Pogacar – waren voortaan de referentie in het groterondewerk. Teammanager David Brailsford verklaarde daarop dat ze bij de Grenadiers ‘terug naar de tekentafel’ moesten. ‘We moeten opnieuw een team en een staf samenstellen waarmee we de Tour proberen te winnen.’
In de Giro, vorig jaar uitzonderlijk na de Tour, volgde meteen een antwoord met de pedalen, ook al betrof het een slechts mager bezette editie. De Grenadiers wonnen zeven ritten en ontdekten in de verrassende Brit Tao Geoghegan Hart alweer een nieuwe groterondewinnaar. Aan de finish in Milaan was Brailsford lyrisch over de gehanteerde tactiek. ‘We reden in het verleden altijd op een defensieve manier en hebben met die aanpak ook veel gewonnen. Deze keer kozen we evenwel voor de aanval en heeft de ploeg echt gekoerst.’ De teammanager maakte zelfs gewag van ‘een breuklijn in de geschiedenis van de ploeg’.
Geen antwoord
Ook bij de aankondiging van de selectie voor deze Tour stelde Brailsford dat zijn ploeg uit datzelfde inspirerende vaatje zou tappen. ‘We zullen deze Tour niet winnen door in de wielen te zitten. We hebben de ploeg om initiatief te nemen, alle kansen te grijpen en onze tegenstanders elke kilometer van elke etappe op scherp te zetten. Verwacht het onverwachte.’
Zo overtuigend Pogacars klimwerk en eindsprint waren, zo homogeen oogde ook zijn ploeg
De Grenadiers werden evenwel zelf al vlug geconfronteerd met dat onverwachte. Opgehouden achter valpartijen verloren Porte en Geoghegan Hart op dag één respectievelijk 2’08” en 5’25” op Pogacar. Op dag drie ontwrichtte Thomas bij een val zijn schouder. Van de viertand bleef alleen Carapaz over in de hoogste regionen van het klassement, daar waar Brailsford had gesteld dat de sleutel voor deze Tour hun collectieve sterkte was.
De tactiek om zo veel mogelijk ijzers tegelijk in het vuur te houden en van daaruit de tegenstand voortdurend onder druk te zetten, kon na drie dagen al de prullenmand in. Sindsdien heeft de ploeg geen oplossing meer gevonden om de concurrentie in het nauw te drijven. Een treintje opzetten bergop, zoals in de Alpen op de Col de Romme, in de Provence op de Mont Ventoux en zondag in de rit naar Andorra, bracht weinig zoden aan de dijk. Gaandeweg drong het besef door dat er tegen deze Pogacar weinig te beginnen valt.
Tot de tweede rustdag hadden slechts drie teams nog minder prijzengeld verdiend dan de Britse grootmacht, op dat moment goed voor een schamele 5.310 euro. De derde plaats van Carapaz was gisteren de beste rituitslag van de Grenadiers in deze Tour, na vier eerdere toptienplaatsen (Carapaz zesde en zevende, Porte negende en Thomas tiende).
De derde plaats van Carapaz was gisteren de beste rituitslag van de Grenadiers in deze Tour
Over Thomas beweerde de ploegleiding eergisteren nog dat hij een kleine week nodig had gehad om te herstellen van zijn val, maar dat hij ‘nu weer goed’ was. Gezien de Welshman wisselvallig bleef acteren, is het maar zeer de vraag of hij zonder zijn val wél een volwaardige podiumpretendent zou zijn geweest, laat staan kandidaat-eindwinnaar. Ook Porte bleef ver onder zijn niveau van vorig jaar, toen hij nog derde was in Parijs. En wat dan gezegd van Geoghegan Hart, die slechts één dag, de door Nils Politt gewonnen rit naar Nîmes, géén tijd verloor op Pogacar?
Kortom, straks zal Brailsford zich nog eens opnieuw over zijn tekentafel kunnen buigen. Ondertussen kunnen zijn troepen vandaag in de laatste bergrit de podiumplaats van Carapaz proberen veilig te stellen en via ritwinst op zoek gaan naar een doekje voor het bloeden.