Slechts 9 procent Franstalige kandidaat-artsen geslaagd
GENEESKUNDE In de Franse Gemeenschap slaagde slechts 9 procent van de kandidaten voor het (eerste) toelatingsexamen geneeskunde. Misschien ontmijnt het een lange discussie. Al jaren zijn de quota voor nieuwe artsen een twistappel tussen Vlamingen en Franstaligen, en tussen het federale niveau en de deelstaten. Jarenlang was er aan Franstalige zijde geen toegangsexamen. Sedert 2017 is dat wel het geval, maar steevast slagen er te veel studenten voor die proef. Dit jaar zou dat anders kunnen worden.
Bij de Franstaligen zijn er in juli slechts 482 kandidaten geslaagd voor het ingangsexamen geneeskunde en tandarts, op een totaal van 5.442 deelnemers. Dat meldt de Académie de recherche et d’enseignement supérieur (Ares). Dat is omgerekend 8,9 procent, een laagterecord. Ter vergelijking: in 2020 ging het nog om 787 geslaagden in juli, of 19,5 procent. Al komt er – zoals steeds langs Franstalige kant – nog een tweede kans op 28 augustus.
In Vlaanderen mogen in september 1.284 studenten de opleiding geneeskunde en 183 studenten de opleiding tandheelkunde starten. Dat heeft Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) vrijdag gemeld. De toelatingsexamens werden op 6 en 7 juli georganiseerd en verliepen net als vorig jaar digitaal en op verschillende locaties.
Aan het toelatingsexamen geneeskunde namen in Vlaanderen 4.144 kandidaten deel. Voor het toelatingsexamen tandheelkunde tekenden 998 kandidaten present. De startquota waren vastgelegd op 1.276 studenten geneeskunde en 180 studenten tandarts. Maar ook al diegenen die evenveel punten behaalden als de laatste geselecteerde mogen aan de opleiding beginnen.
Vooral vrouwen namen aan de toelatingsexamens deel: voor de kandidaat-artsen ging het om 70,5 procent vrouwelijke kandidaten, voor de kandidaattandartsen was dat 72 procent. Aan de toelatingsexamens geneeskunde en tandheelkunde namen ook respectievelijk 331 en 133 Nederlanders deel.