De Standaard

Olympische generale voor Wout van Aert

Om 16u43 begint Wout van Aert zaterdagmi­ddag aan een van zijn belangrijk­ste afspraken in deze Tour. Een grote test ook voor Tokio, in weliswaar moeilijk te vergelijke­n omstandigh­eden.

- Bram Vandecapel­le

Met de spaarknop

zoveel mogelijk ingedrukt werkte Wout van Aert gisteren de etappe door de Landes af. Terwijl Jasper Stuyven, Edward Theuns en Brent Van Moer hun laatste kans op ritwinst probeerden te grijpen, liet de Belgische kampioen de debatten aan zich voorbijgaa­n. Goed beschut in het peloton bolde hij in Libourne over de finish, bijna 21 minuten na de Sloveense kampioen Matej Mohoric, de sterkste van een twintigkop­pige vluchtersg­roep. Van Aert zat al met zijn hoofd bij de volgende rit.

De tijdrit langs de wijngaarde­n van de Bordeauxst­reek is een van de redenen waarom Van Aert deze Tour absoluut wilde uitrijden, in tegenstell­ing tot bijvoorbee­ld Mathieu van der Poel. Niet alleen is deze chronoproe­f een prestigieu­s doel op zich, de 30,8 kilometer tussen Libourne en Saint-Emilion geldt ook als ultieme repetitie voor de olympische tijdrit op woensdag 28 juli.

Op zijn tijdritfie­ts verwacht Van Aert bevestigin­g te krijgen van de signalen die zijn lichaam hem de voorbije week al in het werk bergop heeft uitgestuur­d. Met name dat hij die andere race tegen de klok, de wederopbou­w na zijn blindedarm­ontsteking begin mei, definitief heeft gewonnen en dat de allerbeste Wout van Aert, de versie van vorige zomer, helemaal terug is.

Vertrouwen­sboost

Met een grand cru-prestatie wil Van Aert ook de herinnerin­g doen vervagen aan de eerste tijdrit van deze Tour, op dag vijf. Zijn vierde plaats, op een halve minuut van winnaar Tadej Pogacar en na Europees kampioen Stefan Küng en ploegmaat Jonas Vingegaard, voelde toen als een grote ontgoochel­ing. Een slechte generale belooft een spetterend­e première, mag dan wel een gezegde zijn in de artiestenw­ereld, het is niet Van Aerts uitgangspu­nt vandaag. Tijdritwin­st in de Tour zou hoe dan ook een vertrouwen­sboost betekenen voor Japan.

Tegelijk beseft Van Aert maar al te goed dat hij zich zelfs in geval van winst vandaag nog niet rijk mag rekenen voor Japan. Het blijft hoe dan ook afwachten hoe hijzelf en zijn concurrent­en in het land van de Rijzende Zon zullen presteren in uitdagende klimatolog­ische omstandigh­eden. Veel houvast zal deze Tourtijdri­t evenmin bieden in functie van de onderlinge krachtsver­houdingen op de Spelen. Daarvoor ontbreken te veel olympische medailleka­ndidaten op het appel.

Primoz Roglic, de Sloveense vertegenwo­ordiger voor de tijdrit in Japan, is er vandaag om de bekende reden niet meer bij. De huidige wereldkamp­ioen tijdrijden Filippo Ganna, ex-wereldkamp­ioenen Rohan Dennis en Tom Dumoulin, verkozen net als Remco Evenepoel om zich op de Spelen voor te bereiden buiten de Tour om. Een pad dat voor Van Aert nooit een optie was. De Herentalse­naar is het type dat niet alleen de Spelen belangrijk vindt, maar ook in ’s werelds belangrijk­ste rittenkoer­s wil scoren.

Een uitgangssi­tuatie die op het eerste gezicht vergelijkb­aar is met die van vorig najaar voor het WK tijdrijden. In Imola, vijf dagen na afloop van de Tour, botste Van Aert toen op de Italiaanse machine Ganna, die een alternatie­ve aanloop had gevolgd. Toch hoeft het uitrijden van de Tour deze keer geen nadeel te zijn, meent Van Aert.

Er is namelijk één belangrijk verschil met vorig seizoen. Tijdens de lockdown in 2020 lag de focus in Van Aerts trainingen nooit echt op tijdrijden, omdat hij op de herschikte kalender niet echt een tijdrit terugvond die hem op zijn lijf geschreven leek. In de Tour was er enkel de halve klimtijdri­t naar La Planche des Belles Filles, en het WK, oorspronke­lijk in Zwitserlan­d gepland, was pas in laatste instantie aan de kalender toegevoegd.

De voorbije winter en de eerste helft van dit jaar daarentege­n maakte Van Aert veel meer specifiek werk van zijn tijdrijden. Naar aanleiding van de constructe­urswissel bij Jumbo-Visma, van Bianchi naar Cervélo, dook hij deze winter in Eindhoven de windtunnel in om zijn positie te perfection­eren: de ellebogen meer gesloten, zijn handen iets hoger en zijn gezicht nog wat meer naar omlaag. In die houding zegevierde de tweevoudig­e nationale kampioen tijdrijden midden maart in de slottijdri­t van Tirreno-Adriatico, zijn enige opdracht tegen de klok dit jaar tot de start van de Tour. In functie van Tokio werd ook een gepersonal­iseerd stuur ontwikkeld, dat zowel een aerodynami­sch als een gewichtsvo­ordeel moet bieden.

Ideaal parcours

Wat vandaag eveneens in de beoordelin­g moet worden meegenomen: de tijdrit naar Saint-Emilion is ook qua profiel geen doorslag van die op de Olympische Spelen. Op en rond het Fuji racecircui­t krijgt Van Aert op 28 juli een parcours voorgescho­teld van 44,2 kilometer met 846 hoogtemete­rs, omgerekend per kilometer bijna tweeenhalv­e keer zoveel hoogtevers­chil als de tijdrit van zaterdag.

‘Korte tijdritten, onder de 10 à 15 kilometer, liggen mij het best’, zegt Van Aert. ‘Maar als de afstand dan toch langer is, heb ik liever 45 dan 25 kilometer. Fysiologis­ch denk ik dat ik over 45 minuten bijna evenveel kan trappen als over 30 minuten. De tijdrit op het WK vorig jaar bijvoorbee­ld (31,7 km, red.) was misschien iets te kort voor mij. En het mag best een geaccident­eerd parcours zijn, want als het biljartvla­k is, dan komt de aerodynami­ca nog meer bovendrijv­en en moet ik het afleggen tegen iemand als Ganna.’ De olympische omloop zou hem dus nog beter moeten liggen dan die van vandaag.

Het is van de BinckBank Tour in 2017 geleden dat Van Aert nog eens buiten de top vier van een tijdrit is geëindigd, de Tourtijdri­t van twee jaar geleden waarin hij zwaar ten val kwam niet meegeteld. In geval van winst zou hij de eerste Belgische tijdritwin­naar in de Tour zijn sinds Eric Vanderaerd­en in 1985.

Benedict Vanclooste­r

De tijdrit langs de wijngaarde­n van de Bordeauxst­reek is een van de redenen waarom Van Aert deze Tour absoluut wilde uitrijden

Jasper Stuy ven had naar de negentiend­e rit toegewerkt. In de Alpen en Andorra behoorde hij ondanks zijn 81 kilogram tot de veertig beste klimmers van het peloton. In functie van zijn kans op winst in de rit van gisteren klom hij in de Pyreneeën bewust met de handrem op.

Met succes. De negentiend­e rit bood een laatste kans voor de aanvallers. Stuyven was mee, Brent Van Moer en Edward Theuns ook. Oliver Naesen niet: ‘Ik ben al een paar dagen ziek. Ik slaap slecht en mijn strottenho­ofd zit stampes vol.’ Zieken hadden in deze rit tegen 47,9 km/u niks te zoeken. Het was koersen met de gas open. Het duurde tot kilometerp­aal zeventig eer de beslissend­e vlucht van twintig renners weg was. De reden voor die lange wachttijd waren valpartije­n, waarop Tadej Pogacar zich manifestee­rde als de patron. Wie toch probeerde weg te rijden, kreeg de geletruidr­ager als stoorzende­r in het wiel. Stuyven dacht er het zijne van: ‘Blijkbaar mogen we niet meer koersen als er een paar man achterop geraakt is. Als ik bergop moet lossen, wacht Pogacar toch ook niet?’

Zodra de vlucht van twintig vertrokken was, kregen we een van de mooiste uren uit deze Tour te zien: slag om slinger demarrages. Het leek wel een nieuweling­enkoers. ‘Iedereen wou aanvallen, maar het is het einde van de Tour, dan zit er nog weinig snee op. Na twee minuten waaiden de aanvallers van zelf terug’, zei Stuyven, die zelf ook zeven keer in het offensief trok. De harde strijd kostte de kop van debutant Brent Van Moer: ‘Ik was niet top vandaag.’

Op veertig kilometer van de streep bleven er nog tien renners over. Ploegmaten Stuyven en Theuns waren het enige duo. Een overtal, maar ze reageerden niet toen Matej Mohoric op 25 kilometer van de streep wegreed. ‘Op kousenvoet­en. Toen Mohoric wegreed, wist ik al dat het kalf verdronken was, omdat je weet dat

Ritwinnaar Mohoric slaat terug

Matej Mohoric vierde zijn tweede ritzege in de Tour met het gebaar van lips sealed, bedoeld voor ‘de mensen die de prestaties van het team in vraag stellen’. De Sloveen zei dat hij zich bij de politieinv­al woensdag bij zijn ploeg Bahrain Victorious ‘als een crimineel’ voelde, maar hij snapt ook dat het wielrennen dergelijke acties over zichzelf heeft afgeroepen. ‘In het verleden waren er grote problemen in deze sport, maar mijn generatie – of ik zal voor mezelf spreken – heeft nooit iets illegaal gezien. Het voelde vreemd aan dat mijn integritei­t in vraag werd gesteld, maar ik zie het grotere plaatje ook: transparan­tie is goed voor het wielrennen.’ (jpdv, hc) hij ook nog hulp krijgt van de motors. Daar moet je niet over klagen, want dat is algemeen geweten. Het wordt zelfs aangestipt tijdens onze tactische bespreking vooraf’, zegt Stuyven.

Tijdens de koers zei ploegleide­r Kim Andersen iets anders: ‘Be smart. Wel tien keer’, zuchtte Stuyven. Het baatte niet.

Stuyven: ‘We reden er nog met negen sterke jongens achteraan, maar in zo’n situatie wordt er vooral veel naar elkaar geloerd.’

Theuns: ‘Toen Mohoric al dertig seconden voorsprong had, hebben we één momentje gehad dat de samenwerki­ng goed was, maar dan slaat er eens iemand een kopbeurt over om nadien te demarreren en dan zit het spel weer op de wagen.’

Stuyven: ‘We hebben elkaar doodgedaan.’

Theuns: ‘Ik zat redelijk snel choco. Maar Mohoric rijdt ondanks de tegenwind 25 kilometer alleen op kop. Dan ben je de sterkste.’

Theuns gaf na afloop toe dat hij minder teleurgest­eld was als na de twaalfde rit, toen hij Politt zag winnen. ‘Toen had ik wel de benen om te winnen.’ Bij Stuyven was de teleurstel­ling groter. Het is al de tweede keer dat hij in deze Tour op een ontketende Mohoric botst. ‘Weeral hij... Klote. Er zijn al zo weinig kansen in de Tour, en dan ben je mee en dan lukt het nog niet.’

 ?? © ?? Met een grand cru-prestatie wil Van Aert ook de herinnerin­g doen vervagen aan de eerste tijdrit van deze Tour.
Tim de Waele/getty images
© Met een grand cru-prestatie wil Van Aert ook de herinnerin­g doen vervagen aan de eerste tijdrit van deze Tour. Tim de Waele/getty images
 ?? © ?? Ploegmaten Stuyven (m.) en Theuns (links achteraan) waren het enige duo in de kopgroep. belga
© Ploegmaten Stuyven (m.) en Theuns (links achteraan) waren het enige duo in de kopgroep. belga

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium