Machtsvertoon van vader op zoon
Circus Ronaldo. Nog tot 19/7 op Miramiro in Gent, daarna op tournee
¨¨¨¨è
RECENSIE CIRCUS In ‘Sono io?’ wagen vader Danny en zoon Pepijn Ronaldo zich aan een acrobatische krachtmeting.
In bad luistert Danny Ronaldo met een radiospeler naar oude circusacts. Jolige liedjes, onderbroken door uitzinnig applaus, roepen de successen van weleer op. ‘Sono io’, zegt hij trots, dat ben ik. Dan komt zoon Pepijn op. Ook hij is getalenteerd, zo blijkt, maar zijn vader kijkt minachtend naar zijn trucs: te flauw, te gevaarlijk of jaren geleden uitgevoerd door hemzelf.
In deze voorstelling wedijveren de zesde en zevende generatie van de beroemde circusfamilie met elkaar. Natuurlijk staat er wat op het spel – de opvolging moet verzekerd. Maar dat betekent voor Danny’s personage ook een stukje afstaan van de liefde van het publiek. De vader ontpopt zich tot een eigengereid haantje, terwijl de zoon in zijn schaduw de harten van de toeschouwers steelt.
In de eerste helft van Sono Io? overtroeven de clowns elkaar via allerlei muziekinstrumenten. Eerst wagen ze zich samen aan (hun versie van) Tsjaikovski’s eerste pianoconcerto, maar dat ontaardt al snel in een potje hoger-lager. Toetert de een op de trompet, dan raakt de ander nóg hogere noten met de piccolo. Daalt Danny vervolgens de toonladder af, dan bromt Pepijn op de sousafoon… vanuit handstand!
Natuurlijk moet de wedijver hier vooral een aanzet vormen voor opbouwend spektakel, met als hoogtepunten Pepijns acrobatische act aan een bengelende cello en een scène waarin de heren bovenop een kantelende piano balanceren. Maar Sono io? is ook een speelse satire op de eergierige circusartiest – en daarin bewijzen de Ronaldo’s opnieuw theatraal te charmeren, nota bene in het Italiaans, waardoor hun expressieve maar weinig verstaanbare interactie doet denken aan de stille mime van Chaplin en co.
Gaandeweg wordt de dramaturgie wat slordiger, en het geheel mag aan strakheid winnen – maar Circus Ronaldo bewijst wel weer welke waaier aan stijlen en stoten het meester is. En nee, het verval is niet in zicht. Aan het eind, wanneer Pepijn alleen overblijft en de trompet bespeelt, deze keer zacht en zonder allures, wordt Sono io? een bewonderende vraag: ben ik dat? Is dit mijn zoon? Dan maakt Danny plaats en gaat hij goedkeurend tussen de toeschouwers zitten. De opvolging is verzekerd.