Stille getuige Shell
Zelden heb ik zo lang gekeken naar een beeld op de frontpagina als dit weekend. Niet alleen het leed op de voorgrond trok de aandacht, maar ook het Shell-tankstation op de achtergrond, als een stille getuige. Hoelang kunnen bedrijven zoals Shell nog slechts stille getuigen zijn? Waarom zijn de schijnwerpers niet veel meer gericht op de economische spelers die structureel veruit het meest verantwoordelijk zijn voor de ontwrichting van het klimaatsysteem?
Vandaag komen zij nog altijd weg met de ‘argumenten’ dat hun praktijk draait rond onze welvaart en onze keuzevrijheid. Maar de fossiele industrie heeft ons de consumptie van olie en gas opgedrongen. Als zij op tijd veranderd waren in bedrijven met een voldoende groot en betaalbaar aanbod aan hernieuwbare emissievrije energie, zouden veel mensen dan nog voor gas en olie kiezen? Al decennialang kennen die bedrijven de destructieve impact van hun fossiele brandstoffen. Ook de grootschalige pr-campagne van fossiele lobbyisten is goed gedocumenteerd. Die had als doel verwarring te zaaien en klimaatactie tegen te houden, zoals het boek Merchants of doubt (2010) van Naomi Oreskes en Erik M. Conway toonde.
Bij de huidige globale temperatuurstijging (van ‘slechts’ 1,2 graden) is extreem weer al voorspeld en in kaart gebracht.
Klimaatadaptatie (een beleid van ruimtelijke ordening, waterwerken, natuurherstel) is belangrijk. Maar zoals professor hydrologie Patrick Willems zegt (DS 17 juli), moeten we ons ook voorbereiden op de verdergaande klimaatverandering. Zelfs ervaren klimaatwetenschappers waren verrast door de hittegolven in Canada en de droogte in het zuidwesten van de VS, de wetenschappelijke bevinding dat grote delen van het Amazonewoud niet meer als CO₂-spons fungeren (maar als uitstoter) en de overstromingen in ons land. Intussen gaan de fossiele bedrijven gewoon verder met hun exploratie en ontginning, alsof de aarde nog niet oververhit is.