‘Mijn moeder verdiende het niet om zo te sterven’
‘Ik moet gaan. Ze denken dat ze mijn moeder gevonden hebben.’ Op haar spierwitte schoenen wandelt Christiane Mathonet dinsdagmiddag weg van haar huis aan de oever van de Vesdre. Ze laat een berg achter die bestaat uit haar huisraad, dat ze tijdens de dagen en uren ervoor – vuil en vernield – door het raam naar buiten had gesleurd.
De dag nadien wijst ze naar de plek waar tot vorige week het huis van haar moeder stond, maar waar nu alleen nog de fundamenten liggen. ‘Daar werd ze opgeslokt door de golven. Mijn zus was bij haar en heeft nog geprobeerd haar te beschermen. Toen het water kwam, legde ze een matras voor de deur, en toen het steeg nog een tweede. Ze legde er zelfs een meubel bovenop. Toen ze het huis hoorde kraken, zijn ze naar buiten gegaan. Maar het huis is ingestort en ze zijn beide weggespoeld. Mijn zus kon blijven hangen achter een paal. Mijn moeder hield zich zo goed aan haar vast als een 89-jarige zich kan vasthouden, maar ze moest lossen.’ Terwijl Mathonet vertelt, omhelzen buren haar.
Niet bang
Zelf bleef ze tijdens de overstroming de hele tijd in haar huis. ‘Daar voelde ik mij het veiligst. Ik ben altijd de vrouw van een brandweerman geweest en ik was niet bang. Buiten zag ik mensen meegesleurd worden door het water.’ In haar huis hangt nu de scherpe geur van stookolie. Haar trap is volgestouwd met doorweekte teddyberen en gezelschapsspelletjes van haar nichtjes en neefjes. Kinderen heeft ze zelf niet, maar wel een ‘prachtige zus en broer’, bij wie ze tijdelijk onderdak vindt.
‘Ik ben op niemand kwaad en tegelijkertijd op heel de wereld’, zegt ze. De vrouw die de dag ervoor gevonden werd, was inderdaad haar moeder. ‘Ze lag op 14 kilometer van hier, aan de supermarkt in Trooz.’ Terwijl haar eigen huis in puin ligt, zegt ze, ‘heb ik ook een begrafenis te regelen. Die moet perfect zijn. Mijn moeder verdiende het om waardig te sterven, niet op deze manier – meegesleurd door de golven.’
Ondanks alles is Mathonet vastberaden om hier te blijven wonen, aan de oever van de Vesdre, waar ze dat al 58 jaar doet. ‘Je reste’, zegt ze. ‘Waarom zou ik bang zijn? In al die jaren dat ik hier al woon, had ik één keer water in de kelder, en nu dit. Ik kan maar hopen dat ze hier lessen uit trekken en dat dit nooit opnieuw gebeurt. Dus ik zal mijn huis heropbouwen, in de mate van het mogelijke, want ik ben al wel wat ouder.’