Corona slaat gaten in winkelstraten
De coronacrisis laat sporen na in de Vlaamse winkelstraten. Er staan ruim 1.600 handelspanden meer leeg dan twee jaar geleden.
Eén op de negen Vlaamse winkelpanden staat leeg. Dat heeft Vlaams minister van Economie Hilde Crevits (CD&V) laten weten aan Vlaams Parlementslid Andries Gryffroy (N-VA). Het zijn er 13.468, wat neerkomt op 11,1 procent van het totaal. Het aantal leegstaande panden nam in 2020 toe met 7 procent, en dit jaar met 6 procent. Onderzoeksbureau Locatus verwacht dat de leegstand in heel België zal oplopen tot 13 procent als gevolg van de pandemie.
‘De coronacrisis heeft zware economische gevolgen gehad voor onze Vlaamse ondernemingen en zelfstandigen. Het is niet verwonderlijk dat de leegstand toegenomen is’, zegt Gryffroy. Het aantal leegstaande winkels steeg in alle provincies, maar het sterkst in Limburg. Daar ging het om een toename met 20 procent in twee jaar.
Webwinkels profiteren
Tijdens de pandemie hadden heel wat winkelbedrijven het moeilijk doordat ze wekenlang gedwongen de deuren moesten sluiten. Die opdoffer zijn sommige niet te boven gekomen. Daarbij komt dat consumenten tijdens de lockdown massaal overstapten op webwinkels. De populariteit daarvan is na de lockdowns niet afgenomen, integendeel. Bpost zag het aantal pakjes groeien van 200.000 per dag vóór de pandemie naar 500.000 per dag, en dat aantal blijft groeien. Een deel van de omzet is dus verplaatst van de winkelstraten naar het internet. De fysieke winkels hebben het moeilijker om te overleven.
‘Ik stel vast dat in de kleinere gemeenten de leegstand minder snel is toegenomen dan in de grote steden’, zegt Gryffroy. Dat komt gedeeltelijk doordat een aantal grote ketens de pandemie niet overleefde of zijn winkelbestand inkromp. Blokker en Brantano verdwenen uit het straatbeeld, H&M sloot een aantal Belgische vestigingen, het winkelbestand van Wibra halveerde in omvang.
Uit detailgegevens blijkt dat vooral in de steden veel winkelpanden leeg staan. In Oost-Vlaanderen spannen Ronse (17 procent) en Aalst (14 procent) de kroon, maar ook in Oudenaarde, Geraardsbergen (beide 13 procent), Denderleeuw en Sint-Niklaas (beide 12 procent) staan veel winkels leeg. In sommige welvarende randgemeenten rond Gent bedraagt de leegstand maar de helft. In De Pinte, Lochristi en Evergem gaat het om 5 procent. In Gent zelf staat 11 procent van de winkels leeg. In de provincie Antwerpen doet zich hetzelfde fenomeen voor. In de kernsteden loopt de leegstand op tot 11 procent in Mechelen, 13 proricht cent in Antwerpen en 18 procent in Turnhout. In Schoten gaat het om 6 procent, in Schilde, Edegem en Wommelgem om 7 procent.
Nieuwe bestemming
Gryffroy vreest dat de steden steeds meer het domein worden van goedkope buitenlandse ketens, terwijl zelfstandige speciaalzaken de stadscentra verlaten wegens de hoge huur en bereikbaarheidsproblemen. Speciaalzaken moeten het meer hebben van een vast cliënteel dat doelgeaankopen doet in een welbepaalde winkel, terwijl ketens meer profiteren van impulsaankopen door consumenten die kiezen voor een dagje shoppen in een stadscentrum.
‘Centra met veel toeristen en veel horeca, en modewinkels zullen veel harder getroffen worden dan het landelijke gemiddelde’, schreef Locatus. ‘Centra met vooral dagelijkse winkels zullen zeer beperkt de gevolgen van corona merken.’
De afname van het aantal detailhandelszaken leidt er ook toe dat winkelpanden worden omgebouwd tot andere bestemmingen. Dat geldt voor ongeveer de helft van het aantal vrijkomende panden, schat Locatus. Een winkel wordt dan omgevormd tot een horecagelegenheid of een vestiging van een dienstenbedrijf zoals een uitzendkantoor.
De daling van het aantal winkels is in België al tien jaar lang aan de gang. In die tijd daalde het aantal vestigingen van ongeveer 200.000 tot 180.000.
‘Ik stel vast dat in de kleinere gemeenten de leegstand minder snel is toegenomen dan in de grote steden’
Andries Gryffroy Vlaams Parlementslid (NVA)