Uitstootrechten zijn in China nog een koopje
Na Europa is ook ’s werelds grootste uitstoter van broeikasgassen gestart met een systeem van emissiehandel. China verwacht er veel van.
De gloednieuwe Chinese markt voor uitstootrechten is meteen de grootste in de wereld. Niet verwonderlijk als je weet dat China jaarlijks meer broeikasgassen de lucht in blaast dan Europa, de Verenigde Staten en India samen. Peking wil in 2060 klimaatneutraal zijn en beseft dat de uitstoot radicaal naar beneden moet. Een nationale markt voor uitstootrechten is een van de middelen om dat voor elkaar te krijgen.
De Europese Unie kent zo’n markt al sinds 2005. Het idee erachter is de uitstoot wettelijk te plafonneren. Wie zijn emissie daarna sterk terugdringt, kan overtollige uitstootrechten verkopen aan bedrijven die zover nog niet zijn. Het marktmechanisme zet een prijs op uitstoot en functioneert daardoor als een soort koolstoftaks.
China kende al enkele proefprojecten die op regionale leest geschoeid waren, maar startte vrijdag met een nationaal systeem dat 2.225 elektriciteitscentrales op kolen en gas omvat. Voorlopig vallen andere uitstootintensieve sectoren zoals de staal- en cementindustrie er nog niet onder, maar dat moet op termijn veranderen. Ondanks die beperkte aanpak dekt de Chinese markt al drie keer zoveel uitstoot als de Europese. Voor zo’n 15 procent van alle wereldwijde uitstoot moeten nu emissierechten gekocht worden op de beurs van Sjanghai.
Hoge boetes
Na vier dagen handel is de prijs van de Chinese uitstootrechten al fors gestegen. De eerste transactie vond plaats tegen een koers van 51,23 yuan per ton, gisteren moest al 54,40 yuan betaald worden. Omgerekend is dat 7,13 euro, een fractie van de 48 euro die Europese uitstoters gisteren moesten betalen. Dat komt doordat de EU het uitstootplafond veel lager heeft gelegd dan China en de komende jaren nog verder wil gaan in de creatie van kunstmatige schaarste. Het Chinese systeem werkt nog niet met een absoluut uitstootplafond zoals Europa. Voorlopig krijgt elke centrale apart een quotum toegekend, op basis van de emissieintensiteit van de installaties. Bedrijven worden zo aangemoedigd om de uitstoot per eenheid opgewekte energie te beperken, in plaats van de absolute hoeveelheid CO2. Dat maakt het mogelijk om groei en vergroening met elkaar te verzoenen.
Critici zeggen dat de huidige aanpak niet ambitieus genoeg is om de doelstellingen te halen. China wil in 2030 een uitstootpiek bereikt hebben en in 2060 klimaatneutraal worden. ‘Het systeem moet op termijn strenger worden’, zegt analiste Yan Qin van het financiële databureau Refinitiv in Nature. Een andere uitdaging wordt het voorkomen dat bedrijven hun rapportage over de uitstoot opsmukken. Niet toevallig maakten de Chinese media vorige week bekend dat een bedrijf in Binnen-Mongolië betrapt was op geknoei met uitstootrapporten. Daarop staan voortaan hoge boetes.
Ruben Mooijman
‘Het systeem moet op termijn strenger worden’
Yan Qin Financieel analist