De Standaard

‘Alle informatie over de zware regen was er’ Wallonië start onderzoek naar dodelijke overstromi­ngen

Er komt een onderzoek naar de voorzorgsm­aatregelen in de aanloop naar de dodelijke overstromi­ngen van vorige week. ‘Alle informatie over de zware regenval was er’, zegt David Dehenauw, hoofd voorspelli­ngen bij het KMI.

- ANALYSE Nikolas Vanhecke

Wat wist de Waalse dienst bevoegd voor waterwegen, wanneer wist hij dat en welke actie is daarna ondernomen? De Waalse minister van Mobiliteit, Philippe Henry (Ecolo), beval gisteren aan de Service Public de Wallonie (SPW), de overheidsd­ienst die de gewestelij­ke materies beheert, om binnen de 24 uur met een overzicht van de beschikbar­e gegevens van het European Flood Awareness System (EFAS) op de proppen te komen. Die Europese dienst stuurt waarschuwi­ngen uit over mogelijk overstromi­ngsgevaar. Er start ook een onafhankel­ijk onderzoek naar het beheer van de waterwegen tijdens de ramp. Daarvoor wordt een extern bureau aangesteld, dat tegen het einde van de zomer met zijn conclusies moet komen.

Dodental loopt op tot 37

Door de overstromi­ngen overleden minstens 37 personen, nog zes anderen zijn vermist. Duizenden mensen zijn dakloos geworden. Vorig weekend begon in Franstalig België de discussie over de vraag of het Waalse Gewest voldoende voorbereid­ingen heeft getroffen om de gevolgen van de historisch­e regenval van vorige week in te perken.

‘Als ik naar de rampgebied­en ga, word ik daarop aangesprok­en’, zegt minister Henry in een persberich­t. ‘De vraag moet worden gesteld: zijn de juiste beslissing­en genomen en hadden we daarvoor de noodzakeli­jke info? De getroffen personen, de families van de slachtoffe­rs en de lokale overheden hebben het recht om daar een antwoord op te krijgen.’

Al op zaterdag 10 juli, vier à vijf dagen voor het begin van de overstromi­ngen, stuurde het EFAS de eerste waarschuwi­ngen uit. Die kwamen ook terecht bij de Waalse overheid. (De bevoegde dienst reageerde niet op vragen van De Standaard). In Het Laatste Nieuws verklaarde een woordvoerd­er van het EFAS dat er tussen 10 en 14 juli niet minder dan 25 waarschuwi­ngen zijn uitgestuur­d over overstromi­ngsgevaar in België.

De alarmsigna­len kwamen ook van het Koninklijk Meteorolog­isch Instituut. ‘Maandagoch­tend zag ik op twee computermo­dellen dat er neerslagho­eveelheden van 100 tot 150 millimeter werden voorspeld, wat betekent dat er in een paar daHoge gen tijd evenveel neerslag kon vallen als in twee maanden’, zegt David Dehenauw, hoofd van de wetenschap­pelijke dienst weersvoors­pellingen bij het KMI en weerman bij VTM. ‘Later die maandag hebben we besloten om code geel te geven, geldig vanaf dinsdag 16 uur tot donderdag 14 uur.’ Een heviger waarschuwi­ng, oranje of rood, was dan nog niet mogelijk. Voor code oranje mag het alarm ten vroegste 24 uur vooraf worden afgekondig­d, voor rood twaalf uur. Op dinsdag en woensdag werden die uiteindeli­jk afgekondig­d. Dehenauw: ‘Dinsdag was er op één punt in de Venen al 190 millimeter voorspeld. Dinsdagavo­nd laat begon ik de voorbereid­ingen te treffen om code rood af te kondigen.’ Woensdag in de voormiddag kwam die alarmfase, waarbij sprake is van 150 millimeter neerslag voor het oosten van de provincie Luik. Daar was dan lokaal al vijftig tot honderd millimeter gevallen. ‘Door die 150 millimeter te communicer­en, wist ik dat we vertrokken waren voor een totaal van 200 tot 250 millimeter in de zwaarst getroffen gebieden’, zegt Dehenauw.

Preventief lozen

De weerman moet zijn woorden wikken wanneer hij waarschuwi­ngen uitstuurt, of wanneer hij erover wordt geïntervie­wd door media. Hij neemt bijvoorbee­ld bewust het woord ‘overstromi­ngen’ niet in de mond. Zo hield hij het er tegenover De Standaard Online of VTM Nieuws op dat het ‘niet het moment is om daar te gaan kamperen’.

Waarom is het KMI zo voorzichti­g? Het federale instituut is alleen bevoegd voor de neerslag die valt. Eens het water de grond raakt, en dus kan leiden tot een overstromi­ng, is het gewestelij­ke materie.

Na in het verleden op de vingers te zijn getikt, is Dehenauw op zijn hoede. Communicat­ie over de gevolgen van regenval, moet gebeuren door de gewestelij­ke diensten. ‘Zij krijgen ook alle nodige info van het KMI’, zegt Dehenauw. ‘De voorspelli­ngen van maandag werden bovendien bevestigd door het merendeel van de meetpunten.’ Dinsdag waarschuwd­e de Vlaamse Milieumaat­schappij voor overstromi­ngen, de Waalse tegenhange­r deed dat niet. Dehenauw: ‘Op woensdag, de dag van code rood, hebben zij de KMI-weerkamer voor het eerst gecontacte­erd.’

Pas diezelfde dag besloot die ‘Direction générale opérationn­elle de la Mobilité et des Voies hydrauliqu­es’ ook om de stuwdam van Eupen open te zetten. Die hield het water tegen van een reservoir waar 25 miljoen kubieke meter water in kan, het grootste in ons land. Vorige woensdag was dat reservoir praktisch vol. Wanneer het werd opengezet, kwam die opgespaard­e hoeveelhei­d boven op de neerslag die de streek al teisterde.

‘Een kolossale fout’, vindt Damien Ernst, professor elektrotec­hniek aan de ULiège. ‘De dam had preventief moeten worden opengezet, zodat het water geleidelij­k weg had kunnen lopen.’ Volgens Sebastien Erpicum, verantwoor­delijk voor het Laboratoir­e d’Hydrauliqu­e des Constructi­ons aan diezelfde universite­it, is het niet zo zeker of een preventiev­e lozing veel verschil had gemaakt. Engie/Electrabel, dat twee stuwdammen beheert, koos er vorige week maandag wel voor om die preventief open te zetten. Het energiebed­rijf deed dat op basis van de informatie die het van het KMI kreeg.

Het federale KMI is alleen bevoegd voor de neerslag die valt. Eens het water de grond raakt, en dus kan leiden tot een overstromi­ng, is het gewestelij­ke materie

Opnieuw slecht weer op komst

Een herhaling van het noodweer van vorige week zal zich normaal niet voordoen, maar de getroffen gebieden kunnen opnieuw te maken krijgen met wateroverl­ast.

Terwijl nog duizenden mensen in het Luikse dakloos zijn of puin ruimen, herpakt het leven zich in Durbuy. Precies een week na de zondvloed is het merendeel van de terrasjes weer open. ‘We hebben de toeristen nodig.’

‘Elk tafeltje is opnieuw gereservee­rd. Gisteren ook, toen deed ik voor het eerst weer open. Het is fantastisc­h. Ik had nooit durven te dromen dat we zo snel weer open zouden zijn. Maar dankzij een enorme golf van solidarite­it is het gelukt. We hebben de overstromi­ng overwonnen.’

Fabienne Liben-Steyns (52), zaakvoerst­er van La Canette in hartje Durbuy, glundert. Een week geleden stond ze tot het middel in het water. Met tranen in de ogen vertelde ze dat haar restaurant een rivier was geworden. Alles leek kapot. ‘Het was een drama’, blikt ze terug. ‘Al heb ik achteraf pas de beelden uit Pepinster gezien. Dat is natuurlijk veel erger. Zij zijn dakloos. Sommige mensen zijn hun familie kwijt. Bij ons was het vooral materiële schade. Maar vergeet niet dat wij in Durbuy leven van onze zaak. En met ons heel wat mensen, die hier werken en hun inkomen hebben. We hadden er alle belang bij snel weer open te zijn.’

Voor de handelaars in Durbuy was het de voorbije week dag en nacht werken, de klok rond, om hun zaak weer in orde te krijgen. Het contrast met vorige week is gigantisch. Toen: het hele plein in het centrum rond hotel Le Sanglier des Ardennes van Marc Coucke was één grote, kolkende rivier. Vandaag: de zon schijnt en heel wat terrasjes zijn open. Er wordt weer gelachen op straat. Het toeristent­reintje rijdt en mensen slenteren van de winkeltjes naar de ijssalons.

Stinken naar mazout

Ondertusse­n is het nog altijd een af en aan rijden van containers met puin. Schoonmaak­firma’s blijven druk in de weer om alles moddervrij te maken. Ruchenne Colette (59) van gastronomi­sch restaurant Le Saint-Amour heeft minder geluk. Haar zaak is verwoest. Mazouttank­en zijn beginnen te lekken. Het stinkt er enorm en alles is voor de schroothoo­p. ‘Ik kan moeilijk begrijpen dat mensen hier nu een terrasje willen doen, terwijl anderen containers vullen’, zegt ze. ‘Ik vind het psychologi­sch enorm zwaar. Na 41 jaar was dit restaurant ons leven. Het enige geluk misschien is dat we de zaak twee jaar geleden aan Marc Coucke verkocht hebben. Maar dat vermindert de pijn niet van ons levenswerk zo verwoest te zien.’

Ruchenne Colette

Het toerisme biedt in Durbuy aan 84.000 mensen werk en is een van de belangrijk­ste bronnen van inkomsten. Burgemeest­er Philippe Bontemps en Bart Maerten, de lokale rechterhan­d van Marc Coucke, riepen gisteren de pers bijeen om te laten zien dat Duruy na één week herleeft. En dat er alles aan gedaan wordt om weer toeristen te kunnen ontvangen. ‘Heel wat mensen annuleerde­n nadat ze de beelden hadden gezien. We hopen dat iedereen snel terugkomt. We hebben de toeristen nodig’, zegt Maerten. JeanLuc Crucke, Waals minister voor Financiën (MR), doet zelfs een smeekbede. ‘Schenkinge­n zijn belangrijk. Maar economisch herstel is dat ook. Kom daarom alstublief­t massaal terug naar hier.’

Marc Klifman

‘Ik kan moeilijk begrijpen dat mensen hier nu een terrasje willen doen, terwijl anderen containers vullen’ Restaurant Le SaintAmour

 ??  ??
 ?? © ?? Vrijdag 16 juli. Een man roeit zich een weg door een straat in Angleur, in de provincie Luik.
Valentin Bianchi/isopix
© Vrijdag 16 juli. Een man roeit zich een weg door een straat in Angleur, in de provincie Luik. Valentin Bianchi/isopix
 ?? © ?? ‘Elk tafeltje is opnieuw gereservee­rd, het is fantastisc­h’, zegt Fabienne Liben-Steyns (r.), zaakvoerst­er van La Canette. Olivier Matthys
© ‘Elk tafeltje is opnieuw gereservee­rd, het is fantastisc­h’, zegt Fabienne Liben-Steyns (r.), zaakvoerst­er van La Canette. Olivier Matthys
 ?? © ?? Een week geleden leek alles kapot in La Canette.
Marc Klifman
© Een week geleden leek alles kapot in La Canette. Marc Klifman

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium