Geesteszieken belanden weer vaker in gevangenis
Het aantal interneringen neemt onverwachts fors toe. Door capaciteitstekort belanden geesteszieke daders weer vaker in de cel, waar het beleid ze net al jaren probeert weg te halen.
Wie een misdrijf pleegt, maar lijdt aan een geestesstoornis, kan worden geïnterneerd. Dat is geen straf maar een beveiligingsmaatregel van onbepaalde duur. Decennialang belandden zo ook vaak plegers van kleine vergrijpen achter de tralies. Sinds 2016 kan internering alleen bij feiten die een ‘aantasting van de fysieke of psychische integriteit’ van het slachtoffer inhouden. De bedoeling was om het aantal interneringen te doen afnemen.
Het omgekeerde gebeurde. In 2017 daalde het aantal nieuwe interneringen nog naar 286, van 302 het jaar voordien. Maar sinds 2018 gaat het cijfer weer stevig de hoogte in (zie grafiek). In 2020 waren er 476 interneringen, twee derde meer dan drie jaar eerder. Dat blijkt uit cijfers van minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) die Kamerlid Ben Segers (Vooruit) opvroeg.
De stijging heeft tot gevolg dat het aantal geïnterneerden in gevangenissen ook opnieuw stijgt. België werd vaak veroordeeld door Europese rechters, omdat geïnterneerden zonder de juiste zorg in de cel opgesloten werden. Sinds 2014 openden twee nieuwe forensisch psychiatrische centra (FPC), met samen een kleine 500 plaatsen.
Het totale aantal geïnterneerden in gevangenissen daalde zo van 1.088 in 2014 naar 529 in 2018. Maar sindsdien zit het cijfer weer in de lift. Eind vorig jaar zaten er 595 geïnterneerden in de Belgische gevangenissen.
De cijfers leggen nog een probleem bloot: er zijn nauwelijks vergelijkbare gegevens beschikbaar over geïnterneerden. Om te beginnen weet niemand waarom het aantal interneringen opnieuw zo fors toeneemt. ‘Het zou kunnen dat rechters vroeger minder interneringen uitspraken en dat men door de nieuw gecreëerde plaatsen nu vlugger geneigd is om een internering uit te spreken’, zei Van Quickenborne in het parlement.
‘Het kan ook zijn dat meer mensen met een geestesstoornis feiten plegen.’ Ook is er geen zicht op andere relevante informatie, zoals het aantal personen dat momenteel nog geïnterneerd is, maar volgens de nieuwe wet niet meer geïnterneerd kan worden. De software van Justitie voor interneringen heeft last van ‘absolute ouderdom en grote versnippering’, geeft de regering toe. Geen van de twee gebruikte applicaties ‘biedt vandaag de nodige beheersgegevens voor een volwaardige rapportering’, aldus van Quickenborne, die beterschap en studiewerk belooft.
Afbouw bedden psychiatrie
‘We varen blind’, zegt Ben Segers (Vooruit). ‘Interneringsproblematiek mag geen blinde vlek zijn. Dat is nefast voor geïnterneerden en de maatschappij.’ Segers wordt bijgetreden door oud-magistraat Henri Heimans, die jarenlang interneringscommissies voorzat. ‘Hoe kan men een zinvolle visie en beleid ontwikkelen als men niet weet wat de feitelijke situatie is?’
Onderzoekster Liesbet De Kock (UGent) wijst als verklarende hypothese voor de forse toename aan interneringen naar de afbouw van bedden in de psychiatrie, die de laatste jaren plaatsvond in het kader van vermaatschappelijking van de zorg. ‘Opnames zijn nu vooral voorbehouden voor crisis en enkelvoudige problematieken’, zegt De Kock. ‘Daardoor verzeilen mensen met een chronische en complexe geestesziekte vaker in de criminaliteit.’
Liefst 25 keer veroordeelde het Europees Hof voor de Rechten van de Mens – de laatste keer nog in april dit jaar – België omdat het geesteszieke personen die een misdrijf hadden gepleegd zonder de nodige begeleiding in de gevangenis opsloot. In 2014 en 2017 openden respectievelijk in Gent en Antwerpen de langverwachte forensisch psychiatrische centra (FPC).
Maar het 450-tal plaatsen die ze creëerden, zitten al vol. Bovendien komen er almaar meer geïnterneerden bij (zie blz. 1). Vijf jaar geleden moest een wet die stijging een halt toeroepen. Dat is allerminst gebeurd. Uit de cijfers blijkt dat vooral in Vlaanderen steeds meer rechters verdachten interneren.
Eind vorig jaar waren er in ons land 3.632 geïnterneerden, van wie er 1.839 vrij waren op proef. 434 verbleven in FPC’s en 537 in de reguliere zorg zoals psychiatrische instellingen. Maar nog meer geïnterneerden – een 600-tal – worden nog steeds in gevangenissen opgesloten.
Een van de oorzaken is dat er nauwelijks patiënten uit de FPC’s stromen. Geïnterneerden zijn dat in principe voor altijd, tenzij een gespecialiseerde ‘Kamer ter bescherming van de maatschappij’ (KBM) oordeelt dat het gevaar voor de samenleving geweken is. ‘Er zijn zeer lange wachtlijsten’, zegt oud-magistraat Henri Heimans, die jarenlang voorzitter was van de voorloper van de KBM’s.
Specialisten hekelen bovendien het capaciteitsgebrek bij zowel de preventieve geestelijke gezondheidszorg als in psychiatrische instellingen, waardoor er een verschuiving plaatsvindt naar de criminaliteit. Extra moeilijkheid: die bevoegdheden zitten bij de gemeenschappen, terwijl het strafrecht en het gevangenisbeleid federale materie zijn.
‘Door de complexe bevoegdheidsverdelingen in ons land is het uiterst moeilijk om een allesomvattende visie te ontwikkelen’, zegt Heimans. ‘Dat maakt dat er voor de oorzaken van internering te veel naar elkaar wordt gewezen, waardoor we te zeer ter plaatse blijven trappelen’, voegt Kamerlid Ben Segers (Vooruit) daaraan toe.
50 extra zorgverleners
Een definitieve oplossing – meer plaatsen creëren in de FPC’s – is nog lang niet in zicht. Er wordt gewerkt aan nieuwe FPC’s in Aalst, Waver en het Luikse Paifve, met in totaal 620 bijkomende plaatsen. Daarmee zouden alle geïnterneerden uit de gevangenissen moeten verdwijnen, tenminste als het aantal interneringen niet blijft toenemen zoals vandaag. Alleen: de oplevering van die FPC’s is ten vroegste voor 2026.
In tussentijd moet minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) zich behelpen met bijkomende budgetten om de zorg voor geïnterneerden in de gevangenissen verder te verbeteren. Zo komen er in de gevangenissen van Merksplas en Paifve, waar de meeste geïnterneerden verblijven, vijftig zorgverleners bij.
‘Door de complexe bevoegdheidsverdelingen is het uiterst moeilijk om een allesomvattende visie te ontwikkelen’
Henri Heimans Oudmagistraat