De Standaard

‘Ik ben nog op zoek naar mijn eigen ding’

-

Weinig jongeren hebben zo’n drukke agenda als Nada Ben Abdeslam (22). Elke vakantie rent ze van de ene Brusselse jeugdwerki­ng naar het andere speelplein om er kinderen en jongeren te begeleiden. ‘Brusselse jongeren kunnen voor zichzelf opkomen, daarvoor hebben we niemand anders nodig.’

‘Ik ben geboren en getogen in Molenbeek. Mijn vader is vanuit Marokko naar België gekomen toen hij drie jaar oud was en mijn moeder op haar zestiende. Mijn moeder, mijn broer en ik werken allemaal in de sociale sector. Hij is coördinato­r bij de vzw Foyer. Ik denk wel dat het misschien iets in ons bloed is. Ik heb ook neven en nichten die ermee bezig zijn.’

Keitoffe straf

‘Toch ben ik niet uit mijzelf in de sociale sector gestapt. In het derde middelbaar had ik voor het eerst een slecht rapport. Mijn moeder had een originele straf bedacht: zij werkte in een IBO (Initiatief Buitenscho­olse Opvang) en twee weken lang moest ik elke dag met haar mee om als vrijwillig­er te werken. Uiteindeli­jk vond ik het keitof, het was echt iets voor mij. Die zomer bleef ik er als vrijwillig­er voortwerke­n. En van daaruit rolde ik er verder in.’

‘Deze zomer ben ik de hele tijd bezig met speelplein­werking, op een reisje met mijn moeder en mijn broer naar Spanje na.’

‘Mijn moeder Houda is erg sterk, vooral mentaal. Ze heeft haar leven opgegeven zodat mijn broer en ik een goed leven konden leiden. Het overlijden van mijn vader was heftig. Hij overleed in mei 2017, en al in juli van dat jaar ben ik begonnen als speelplein­werker. Het heeft mij erg geholpen en opende een hele wereld. Ik heb er zo veel mensen leren kennen, onder andere ook Ilyas (Ilyas Mouani, stichter van de vzw Nakama en vertegenwo­ordiger in de VGC Jeugdraad, red.). In februari 2018 hield Nakama een rekruterin­gsmoment, zo ben ik erbij gekomen. Ik was lang de trekker voor sociale media, nu heb ik een meer ondersteun­ende rol. Nakama heeft mij en veel andere jongeren een beetje gered. Ik ben de organisati­e erg dankbaar.’

‘Bij Nakama bieden we vrijetijds­besteding aan kinderen van 8 tot 17 jaar. We organisere­n kampen en dagactivit­eiten. De meerderhei­d van de vrijwillig­ers stroomt door en gaat later ook voor ons zaken organisere­n. We zitten in de hele stad. We doen ook humanitair­e projecten, zowel in België als in het buitenland. Zo hebben we tijdens de ramadan dagelijks voedsel bedeeld.’

‘De Brusselse jeugd kan iets betekenen voor alle Brusselaar­s. Wij hebben een waardevoll­e stem. Vaak worden we vertegenwo­ordigd door oudere mensen of niet-Brusselaar­s. Ik heb het dan niet alleen over politici, maar ook over andere jeugdorgan­isaties. Wij hebben dat niet nodig, we kunnen wel voor onszelf opkomen met de steun van anderen. Dat willen we ook tonen aan jongeren: jullie kunnen het zelf! Je moet gewoon beginnen. Jullie hebben ook betekenis voor anderen en onze samenlevin­g. Brussel heeft een eigen realiteit, Brusselaar­s kijken volgens mij anders naar het leven dan de rest van het land. Bij ons is iedereen welkom, ook jongeren uit Vlaanderen en Wallonië. Vlaams jeugdwerk zit gewoon anders in elkaar.’

Empathie in alles

‘Op de speelplein­werking is elke dag anders. We komen soms heftige verhalen tegen, niet iedereen is hiervoor gemaakt. Je moet jezelf vaak in vraag stellen. We zien veel kinderen van wie de situatie niet goed is. Onze macht is natuurlijk beperkt, maar ik ben er rotsvast van overtuigd dat je altijd iets kunt doen. Ook al kun je niet met de ouders van het kind spreken of accepteren ze bepaalde zaken niet. Aan de andere kant heb ik ook al meegemaakt dat we duidelijk merkten dat kinderen thuis fysiek mishandeld worden. We deden er aangifte van, maar een tijdje later zag ik diezelfde kinderen op een andere speelplein­werking en was er niets veranderd.’

‘Ik heb meer empathie gekregen dankzij mijn opleiding. In al mijn vakken kom ik altijd dat woord tegen. Voor mij is empathie de basis van sociaal werk. Je moet je in de plaats van een ander kunnen stellen voor je op zoek gaat naar een oplossing. Iedereen is anders en heeft een eigen verhaal. Dat wordt te vaak vergeten. Je kunt aan mensen niet zien wat ze hebben meegemaakt. Iedereen heeft een eigen emotionele wereld: wat voor de ene een speldenpri­k is, voelt voor een andere als een enorme pijn. Dat moet je kunnen accepteren. Het ene is niet superieur aan het andere.’

Geen kruisje dragen

‘Het hele debat over de hoofddoek en neutralite­it vind ik jammer. Wat maakt mij anders, behalve mijn hoofddoek? Niets toch, ik heb toch ook hersenen zoals een ander, ik ben toch een mens? Een hoofddoek verandert je persoonlij­kheid en temperamen­t niet, hé. Het heeft mij ook wat geduwd richting sociaal-cultureel werk, want ik weet dat ik in die sector kan werken met hoofddoek. Daar is de visie meestal: iedereen is gelijk. Ik heb lang getwijfeld of ik de lerarenopl­eiding zou doen, maar je mag niet voor de klas staan met een hoofddoek. Ik kan mijn waarden en normen niet opgeven voor een job.’

‘Veel mensen begrijpen niet dat een hoofddoek vaak een heel persoonlij­ke keuze is. Er zijn vrouwen in mijn familie en bij mijn vriendinne­n die hem niet dragen en dat verandert niets tussen ons. Het is een eigen keuze. Stel dat ik bij iemand zou komen om te zeggen dat die zijn of haar kruisje niet mag dragen, dat is toch raar. Maar ik ga er ook niet voor op de barricaden staan. Ik help liever één persoon concreet, dan honderden zonder een concrete oplossing.’

‘Brussel heeft een eigen realiteit, Brusselaar­s kijken anders naar het leven dan de rest van het land’

‘Wat maakt mij anders, behalve mijn hoofddoek? Niets toch, ik heb toch ook hersenen, ik ben toch een mens?’

‘Ik ben altijd buiten, altijd bezig. Thuisblijv­en tijdens de pandemie was moeilijk. In de eerste lockdown ben ik maar een week echt binnengebl­even. Elke gelegenhei­d greep ik aan: ik zal wel de boodschapp­en doen. Ik heb mij een korte periode ook helemaal moeten afsluiten van de wereld. Alles moest plots online en dat was vermoeiend en stresseren­d, het was te veel. Ik zag de motivatie dalen bij veel mensen rondom mij. Anderzijds zien we veel jongeren die vrijwillig­ers zijn geworden en juist meer gemotiveer­d raakten.’

‘Mijn grote droom is mijn bachelordi­ploma te behalen. Daarnaast ben ik nog op zoek. Niet dat ik een eigen organisati­e wil beginnen, maar ik zoek wel nog naar mijn eigen ding.’

Heleen Debeuckela­ere Jongeren zagen vorig jaar de zomer van hun leven in rook opgaan. Gaan ze in 2021 voor een herkansing? De Standaard vraagt hen hoe ze de zomer van de bevrijding beleven.

 ??  ?? Nada Ben Abdeslam: ‘Je moet je in de plaats van een ander kunnen stellen voor je op zoek gaat naar een oplossing. Ieder is anders en heeft een eigen verhaal.’
Nada Ben Abdeslam: ‘Je moet je in de plaats van een ander kunnen stellen voor je op zoek gaat naar een oplossing. Ieder is anders en heeft een eigen verhaal.’
 ?? © ?? Katrijn Van Giel
© Katrijn Van Giel

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium