Einde van een journalistiek tijdperk
THEATER In dit boeiende biografische stuk over Hugo Camps nemen we afscheid van een generatie. Na Johan Anthierens (op Canvas) krijgt met Hugo Camps nog zo’n mastodont van de naoorlogse journalistiek een biografisch eerbetoon, deze keer op het toneel. Regisseur Chokri Ben Chikha is al lang gefascineerd door de 78-jarige oud-buitenlandreporter, ex-hoofdredacteur van Het Belang van Limburg en de geliefde/gevreesde columnist. Uit meerdere interviews met hem distilleerde hij Testament van een journalist, waarin Camps uitstekend wordt vertolkt door Bert Luppes – de fysieke gelijkenis is treffend.
‘Zijn werk is een literaire diamant die snijdt en schittert.’ Zo kondigt Maxime Waladi, de gastheer van zijn afscheidsfeest, hem aan. Wat volgt is een boeiende semimonoloog waarin Camps/ Luppes reflecteert over de ‘vrije jaren 70 en 80’, Brigitte Bardot, zijn arme komaf en geflirt met de macht (en dan vooral de socialisten). Tegelijk fulmineert hij ook over onrecht, schending van de privacy en de journalistiek van vandaag, die haar maatschappelijke taak zou hebben ingeruild voor clicks en verdienmodellen. Dat stagiaireober Manou Selhorst, met wie hij ongepast flirt, geen kranten meer leest maar nieuws alleen nog swipet, daar kan hij ook niet bij.
‘Niet zo negatief zijn, Hugo’, repliceert Waladi, ‘er is van alles in beweging’. Hij en Selhorst representeren twee blinde vlekken waar de journalistiek decennia geen oog voor had: mensen met migratieachtergrond en vrouwen. Die generatieclash wordt verbeeld door een tapdansscène, die de grond doet daveren.
Op videobeelden komt de échte Camps in opstand tegen het beeld van de ‘norse klootzak’ dat van hem wordt geschetst. Dat is geestig en aan het eind ook ontroerend, wanneer hij aankondigt dat hij euthanasie zal plegen als hij ‘de woorden dreigt te verliezen.’ Net zoals die andere Hugo (Claus), dus. En zoals Dalida, die hij ooit interviewde voor ze uit het leven stapte en die in het epische slot de laatste noot krijgt.