Wunsch en Weidmann: de ECB-rebellen
Dat Jens Weidmann, de grote baas van de Duitse Bundesbank, het niet altijd eens is met ECBvoorzitter Christine Lagarde, is bekend. Maar dat ook Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank van België, zich profileert als hardliner, is verrassend. Volgens ingewijden waren Weidmann en Wunsch gisteren de enige twee leden van het ECB-bestuur die zich niet akkoord verklaarden met een deel van het nieuwe ECB-beleid. Ook de Oostenrijkse gouverneur Robert Holzmann zat in het dissidente kamp, maar hij moest de vergadering vroegtijdig verlaten.
De vergadering was bijzonder, omdat het monetaire beleid voor het eerst werd uitgestippeld volgens de nieuwe aanpak die na de strategische herziening is geformuleerd. De ECB hanteert voortaan niet langer het principe dat de inflatie tegen elke prijs onder de 2 procent moet blijven. Een beetje erboven is niet erger dan een beetje eronder, luidt de nieuwe aanpak. Symmetrisch beleid, wordt dat genoemd.
De ECB hanteert niet langer het principe dat de inflatie tegen elke prijs onder de 2 procent moet blijven
De consequenties in de praktijk zijn niet evident, bleek gisteren. De ECB kondigde aan haar zogenaamde forward guidance te wijzigen. Dat is een soort toezegging over de tijdsperiode waarin het rentebeleid van kracht zal blijven. Tot nu toe zegde de ECB toe dat de rente ongewijzigd zou blijven tot de inflatieverwachting voor de komende jaren richting 2 procent zou bewegen. Maar gisteren klonk het anders: de inflatie moet ‘ruim vóór het einde van de projectieperiode en duurzaam’ op het doel van 2 procent uitkomen. Met die bepaling hadden Weidmann en Wunsch het naar verluidt moeilijk.
Eerder was er op de vergadering al een discussie geweest over het voorstel om ‘minstens 2 procent’ als inflatiedoel te vermelden. Dat zou impliceren dat een hogere inflatie langer getolereerd zou worden zonder dat de rente omhoog zou gaan. Omdat heel wat bestuurders dat te ver vonden gaan, werd het woord ‘minstens’ geschrapt. Dat Lagarde tijdens de persconferentie toch de woorden ‘at least 2 percent’ gebruikte bij haar uitleg, werd haar niet in dank afgenomen.
De meningsverschillen en de verwarring wierpen een schaduw over de nieuwe, heldere communicatiestijl die Lagarde beloofd had. De zin waarin de nieuwe forward guidance werd aangekondigd, besloeg bijna een hele paragraaf en was allesbehalve helder. ‘De ECB beloofde veel en leverde weinig af’, luidde het harde oordeel van ECB-watcher Carsten Brzeski (ING) over de nieuwe communicatiestijl. ‘Er veranderde bijna niets, behalve een wat andere tekststructuur.’
Ook Hans Dewachter, hoofdeconoom van KBC, stelt vast dat de taal nog niet uitblinkt in helderheid. Maar dat is een beetje onvermijdelijk, vindt hij. ‘Deze mededelingen dienen om subtiele boodschappen over het beleid geleidelijk in de markt te zetten. Dat wordt moeilijker naarmate de taal laagdrempeliger is.’ Constructieve ambiguïteit, noemt hij dat. ‘De ECB heeft natuurlijk wel de verplichting om haar beleid transparant uit te leggen, maar ik betwijfel of de beleidsbeslissingen daarvoor het beste kanaal zijn.’