De Standaard

Olympisch vuur laat veel Japanners koud

Luk Van Haute blikt terug op de moeizame weg naar de Olympische Spelen in Tokio. Ook voor de coronacris­is losbarstte, doken er al veel obstakels op.

-

Eindelijk is het zover. Op de middelbare school kregen we slechte punten als we een opstel met die gemeenplaa­ts begonnen. Maar soms is ze echt wel toepasseli­jk. Zoals nu. Al ruim een jaar is de vraag: gaan ze door, of gaan ze niet door?

De toekenning van die Orinpikku, zoals ze de Spelen in Japan noemen, leidde in 2013 tot uitbundige vreugdetaf­erelen bij de delegatie uit Tokio. Maar bij de kandidaats­telling deden een paar dingen de wenkbrauwe­n fronsen. Zo luidde het dat het ‘eind juli, begin augustus mild en zonnig weer is, een ideaal klimaat voor atleten om topprestat­ies te leveren’. Iedereen die ooit een stukje Japanse zomer heeft meegemaakt, weet beter. Roeier Tim Brys arriveerde op 8 juli en verklaarde een week later: ‘De drukkende warmte die hier hangt, valt met niets te vergelijke­n.’ Verder beweerde toenmalig premier Shinzo Abe dat de situatie in Fukushima ‘onder controle’ was en dat de Spelen symbool zouden staan voor de heropbouw na de ramp van 2011. Uit de getroffen kerncentra­le lekt nog volop radioactie­f besmet koelwater.

Dan was er de speech van nieuwsanke­r Christel Takigawa, met als kernwoord ‘o-mo-te-na-shi’ (ze articuleer­de zorgvuldig elke lettergree­p), de ‘unieke Japanse gastvrijhe­id’. Het past in de nationalis­tische retoriek die ons wil wijsmaken dat alles in Japan uniek is. Jazeker, ik heb de afgelopen decennia heel veel omotenashi ervaren in Japan, maar ook in pakweg Maleisië ervoer ik een soortgelij­ke gastvrijhe­id. Anderzijds ben ik in Japan meermaals ronduit onbeschoft bejegend. Op zijn zachtst gezegd is de Japanse omotenashi nogal selectief. En flexibilit­eit hoef je niet te verwachten. Vraag het maar aan de Canadese basketbals­peelster Kim Gaucher of de Spaanse synchroonz­wemster Ona Carbonell, die de baby aan wie ze borstvoedi­ng geven, wilden meebrengen naar het olympisch dorp. De regel blijft: geen familie toegelaten.

De Japanse mindo

Waren deze Spelen geboren onder een slecht gesternte? Al kort na de toekenning doken allerlei problemen op. Er zou een nieuw olympisch stadion worden gebouwd, maar de kritiek op het peperdure ontwerp (en de nationalit­eit) van Zaha Hadid zwol aan, zodat een andere architect werd aangesteld, de Japanner Kengo Kuma. Zelfs een Belg gooide roet in het eten. In 2015 beschuldig­de grafisch ontwerper Olivier Debie zijn Japanse collega Kenjiro Sano van plagiaat, want het olympische logo vertoonde een opvallende gelijkenis met dat van een Luiks theater. Het logo werd ingetrokke­n en vervangen. En de controvers­e hield sindsdien niet op.

Al die kwesties werden de afgelopen maanden overstemd door covid-19. Een jaar geleden leek Japan grotendeel­s gespaard te blijven van een echte coronacris­is. Vicepremie­r Taro Aso (80), zelden te beroerd voor een straffe uitspraak, verklaarde dat Japan nu eenmaal een andere mindo heeft dan landen die zwaar waren getroffen. ‘Mindo’ betekent ‘levensstan­daard’, maar ook ‘beschaving­speil’. Toch kraakte de zorgvoorzi­ening uiteindeli­jk.

‘Olympische variant’

De westerse pers maakt graag gewag van de ‘noodtoesta­nd’, de ‘stijgende coronacijf­ers’ en de ‘tegenstand bij de bevolking’ in Japan. We moeten die berichtgev­ing nuanceren. Je kunt het bevolkings­cijfer van Tokio gemakshalv­e vergelijke­n met dat van België. En het huidige aantal dagelijkse besmetting­en in Tokio is vergelijkb­aar: de afgelopen week steeg het weer boven de 1.000. Het verschil is dat ze er de noodtoesta­nd al uitriepen toen ze boven de 500 kwamen, een getal waarbij ze bij ons het rijk der vrijheid afkondigde­n en zo goed als alle maatregele­n wilden loslaten. ‘Noodtoesta­nd’ is relatief. De Japanse horeca bleef de hele tijd open, zij het met het nadrukkeli­jke verzoek (geen wettelijk bevel) vroeger te sluiten en geen alcohol te serveren.

Ja, bij een aanzienlij­k deel van de Japanse bevolking is het enthousias­me voor de Spelen matig en leeft de vrees voor meer besmetting­en en zelfs het ontstaan van een ‘olympische variant’ die de vorige in de schaduw stelt. Maar echte protestact­ies blijven binnen de perken. Ik zag een opgewonden reporter van CNN verslag uitbrengen over het ‘massale’ protest bij het olympisch stadion, waarbij ze het had over dozens and dozens of demonstrat­ors. Het waren er nauwelijks honderd. Een vrouw probeerde met een waterpisto­ol de olympische vlam te doven toen een bejaarde fakkeldrag­er voorbijlie­p. Het was typerend voor de aard en de omvang van het protest.

Net zo goed zijn er ook Japanse sportliefh­ebbers die zich verdringen in de luchtveel

Een vrouw probeerde met een waterpisto­ol de olympische vlam te doven toen een bejaarde fakkeldrag­er voorbijlie­p: het was typerend voor de aard en de omvang van het protest

havens en door veiligheid­sbarrières en coronabubb­els breken om aan buitenland­se atleten handtekeni­ngen en selfies te vragen. En bij een heleboel anderen heerst gelatenhei­d: Japan heeft al veel meegemaakt, dit waait ook wel weer over. De publieke opinie is, zoals vrijwel altijd en overal, verdeeld.

Inmiddels hoor ik buitenland­se journalist­en ter plekke klagen dat de Japanners hen zien als indringers die het virus binnenbren­gen. Ze hoeven het niet zo persoonlij­k te nemen. In provincies die lang gevrijwaar­d bleven van coronabesm­ettingen werden ook mede-Japanners, die bijvoorbee­ld vanuit het verre Tokio hun bejaarde ouders wilden bezoeken, nog net niet met pek en veren de stad uitgejaagd.

Hoe dan ook, eindelijk is het zover. Ze gaan van start, de Orinpikku. En de spanning is te snijden.

 ??  ??
 ?? © ?? Een bescheiden protestact­ie in de buurt van de olympische ringen.
Kazuhiro Nogi/afp
© Een bescheiden protestact­ie in de buurt van de olympische ringen. Kazuhiro Nogi/afp
 ??  ?? Luk Van Haute schrijft al ruim 30 jaar over Japan. Ditmaal richt hij zijn blik op de ‘Orinpikku’ in Tokio en plaatst hij het sportieve plaatje in een breder perspectie­f.
Luk Van Haute schrijft al ruim 30 jaar over Japan. Ditmaal richt hij zijn blik op de ‘Orinpikku’ in Tokio en plaatst hij het sportieve plaatje in een breder perspectie­f.

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium