Vuur en vlam
in beeld
Om kwart na elf lokale tijd heeft de Japanse keizer Naruhito vrijdagavond in Tokio officieel de Zomerspelen van de 32ste olympiade geopend. Kort voordien hadden zes Japanners – drie mannen en drie vrouwen, atleten, coaches en juryleden – samen de olympische eed afgelegd en had Thomas Bach, de voorzitter van het Internationaal Olympisch Comité, in zijn toespraak opgeroepen tot wereldwijde solidariteit.
Hoewel het de Spelen van de 32ste olympiade zijn, zijn het de 29ste Zomerspelen die effectief doorgaan. Berlijn 1916, Tokio 1940 en Londen 1944 konden wegens de wereldoorlogen niet plaatsvinden.
Geen enkele Belgische hoogwaardigheidsbekleder woonde de openingsceremonie in het Olympisch Stadion bij. ‘De tragische gebeurtenissen van de voorbije dagen in België zouden een aanwezigheid ongepast gemaakt hebben’, verklaarde Philippe Vander Putten, ceo van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité, die beslissing.
Met een donatie geef je middelen aan organisaties die weten wat ze doen. Je kunt niet van een overheid verwachten dat ze na een ramp alles alleen oplost. Al mag dat niet betekenen dat de overheid een stap terugzet.’
Moraalfilosoof Maarten Boudry (UGent) staat kritischer tegenover donaties voor noodhulp. ‘Natuurlijk is het mooi om te zien dat er een soort nationale solidariteit bestaat over de taalgrens heen. Dit toont hoe bereidwillig mensen zijn om anderen te helpen. Ze maken er tijd voor vrij en hebben er geld voor over. Maar als je het rationeel bekijkt, is de nood aan financiële donaties na rampen hier minder groot dan in arme landen, waar door de klimaatverandering precies hetzelfde gebeurt. Daar lijden mensen na een ramp honger, wat onze overheden in Pepinster niet zouden laten gebeuren.’
Boudry is aanhanger van het effectieve altruïsme, een beweging die mensen aanzet om voor goede doelen te kiezen waarbij voor het minste geld het meeste lijden wordt gelenigd. Of, anders gezegd, waarbij één euro de grootste impact heeft. Wie die logica volgt, maakt zijn of haar geld veeleer over naar een welgekozen goed doel in het Zuiden, waar burgers veel minder op de tussenkomst en steun van de overheid (of verzekeringen) kunnen rekenen. ‘Wat niet betekent dat ik mensen zou afraden om geld te doneren voor de slachtoffers van de watersnood’, zegt Boudry. ‘Tenzij dat ten
Maarten Boudry koste gaat van je budget voor donaties waarmee je per euro veel meer kan bereiken. Je kan elke euro maar één keer uitgeven, en de verschillen tussen goede doelen zijn soms enorm. Maar als je geld over hebt, is het natuurlijk prachtig als je ook aan de slachtoffers van de watersnood in eigen land doneert.’
Hertogen wijst erop dat massale giften een belangrijke indirecte impact hebben. ‘Als veel mensen geld storten na een ramp, geven ze het signaal aan de politiek dat ze vinden dat de slachtoffers van de ramp geholpen moeten worden. Ze tonen met hun gift dat ze ergens achter staan, wat politici dan weer aanzet om hun deel van het werk te doen.’
Conclusie: Donaties aan de slachtoffers van de watersnood in eigen land zijn geen geldverspilling. De schenking gaat naar de mensen en toont solidariteit met de slachtoffers. Al loont het de moeite om te overwegen om daarnaast geld te doneren aan een goed doel in het Zuiden. Daar heeft elke euro aan giften de grootste impact bij het verzachten van leed.
Maxie Eckert
‘Als je het rationeel bekijkt, is de nood aan financiële donaties na rampen hier minder groot dan in arme landen, waar door de klimaatverandering precies hetzelfde gebeurt. Daar lijden mensen na een ramp honger’ Moraalfilosoof UGent