‘Haalbaar en betaalbaar’ is geen businessplan
In een crisis toont de politiek wat ze waard is. Dat viel de afgelopen week niet mee, stelt Marc Reynebeau, als het blijft bij sussen en uitstellen.
Zou dat betaalbaar zijn, zo’n ramp als de watersnood van vorige week? Betaalbaarheid is wat politici vaak aanvoeren als het criterium voor de mate waarin ze wensen in te grijpen of op te treden. Alsof de overheid ook bij deze ramp kan beslissen over een franchise of een bovengrens aan wat het allemaal mag kosten. Maar de ‘waterbom’ is al ontploft, het verlies is er al en dat is zeer groot: 37 doden, een schade die in de miljarden euro’s loopt, betaalbaar of niet, plus een niet in geld uit te drukken vooruitzicht op gedempte levenskwaliteit voor duizenden mensen die dakloos zijn geworden, tussen puin en smurrie moeten leven of het lang zonder veel nutsvoorzieningen zullen moeten stellen.
Dat is niet de ‘schuld’ van de overheid, daar ligt wel haar verantwoordelijkheid – de ramp heeft zich nu eenmaal voorgedaan. Die factuur ligt er al, afpingelen is niet mogelijk, betaald zal er moeten worden en veel ruimte voor een eigen appreciatie krijgt de politiek daar niet in.
Toch wekken politici nog altijd graag de indruk van het tegendeel, zeker als het over de klimaatverandering gaat, zoals met de ramp in de Maasvallei nochtans wel degelijk het geval is: dat ze het eerst nog eens goed willen evalueren. Alsof daarin toch nog ruimte kan bestaan voor afweging, keuze of selectie. Want, klinkt het, klimaatverandering, allemaal goed en wel, de aanpak ervan moet wel ‘haalbaar en betaalbaar’ blijven.
Het was niet anders vorige week woensdag. Een wrange ironie wilde dat uitgerekend op de dag dat de bom boven Luik en Limburg barstte de Europese Commissie bekendmaakte hoe ze haar grote klimaatplan, de Green Deal, in de praktijk wil brengen. België moet tegen 2030 zijn uitstoot beperken tot 47 procent van zijn quotum in 2005. De 3.800 bladzijden van dat Fit for 55-pakket, waarschuwde milieuminister Zuhal Demir (N-VA) evenwel prompt in het Vlaams Parlement, wil ze toch eerst nog eens ‘goed analyseren’, want ‘wat betekent dat qua betaalbaarheid?’ Of: zullen Bulgarije en andere lidstaten ook wel hun deel doen in de ‘kostenefficiënte verdeling van de inspanningen’?
Illusie van daadkracht
Veel gevoel voor urgentie spreekt daar niet uit, laat staan dat het ooit concreet wordt. Temeer omdat de minister het thema meteen politiseerde, alsof het klimaatprobleem een kwestie van strikt partijpolitieke en strikt Vlaamse keuzes is. Maar zo kon ze het thema wel met veel voorwaardelijkheid voor zich uit schuiven: ‘Ongetwijfeld komt op sommige banken al een applausmachine op gang, maar wij gaan het Fit for 55-pakket eerst grondig toetsen aan onze drie criteria: ambitieus, haalbaar en betaalbaar.’
‘Haalbaar en betaalbaar’ is de even vaag als pragmatisch klinkende mantra waarvan de Vlaamse politiek zich bedient om voor zichzelf een illusie van daadkracht en eigenmachtigheid te creëren, alsof ze alles wel degelijk onder controle heeft en het verder maar voor het kiezen heeft, in de tijd of in evenwichtsoefeningen binnen België of binnen de EU. Maar in feite is precies het omgekeerde van daadkracht het geval: de leuze blijft zonder consequenties, een toekomstperspectief zit er nog minder in.
Eind vorig jaar diepte CD&V-voorzitter Joachim Coens exact dezelfde frase op in zijn ‘kerstmanifest’. Hij illustreerde de onwerkzaamheid ervan door zich er regelrecht mee in de status quo maar dus ook in de impasse vast te rijden, haast letterlijk. Minder uitstoot van broeikasgassen, oké, vond Coens, maar ‘dan moeten de mensen hun auto wegdoen’ en raken ze niet meer op hun werk. Ja, wat dan? Misschien beter openbaar vervoer organiseren? Het kwam niet in hem op. Het zal iets voor later zijn.
‘Haalbaar en betaalbaar’ is niet meer dan een bezweringsformule die is ingegeven door radeloosheid en vooral door een gebrek aan politieke durf, verbeelding en leiderschap. De formule suggereert vaste criteria, al zijn ze hooguit relatief, want wie zal bepalen wat haal- en betaalbaar is? Waardoor die normen even hol als verlammend uitvallen: de politiek sust er alleen zichzelf en de kiezer mee en praat er de politieke lethargie mee goed. Met als kwalijkste neveneffect dat het zo wel onmogelijk dreigt te worden om een brede, collectieve mobilisatie van de publieke opinie te organiseren, hoe noodzakelijk die ook zal zijn – net de ramp van vorige week toont wel erg dicht bij huis de urgentie van de kwestie aan. Angst is niet nodig, maar de feiten zijn wel nu eenmaal wat ze zijn.
Sociale ongelijkheid
De limieten die in de mantra besloten liggen, suggereren dat de status quo de enige norm moet blijven. In de perceptie kan elke verandering daardoor alleen tot onheil en achteruitgang leiden. En nee, adaptatie zal niet altijd meevallen, maar de mantra ontneemt wel elk uitzicht op een bredere context en op de kansen op een beter, rustiger, gezonder, veiliger of kwalitatiever bestaan voor iedereen.
Dat bredere perspectief wordt niet geëxploreerd – bijvoorbeeld die extra bus die de werknemers van Coens veilig en comfortabel naar hun werk kan brengen. Alsof elke ingreep per definitie wel onhaalbaar en onbetaalbaar moet uitvallen, als zou er nooit een draagvlak voor kunnen ontstaan. Daar ligt een selffulfilling prophecy op de loer. Met als even voorspelbaar gevolg dat het ecologische burgerschap nog meer dan nu al het geval is een voorrecht wordt van wie nu al geprivilegieerd is. Ook daarin reproduceert de sociale ongelijkheid zichzelf, zoals de er varing met de ‘gele hesjes’ voldoende heeft geleerd.
Wat in dit politieke denken vooral ontbreekt, is elk door hoop gedreven perspectief en, daarmee verbonden, de zorgzaamheid die nochtans het minste is wat van de politiek mag worden verwacht. Het bleek de voorbije week ook toen enkele federale meerderheidspartijen dreigden uit de regering te stappen als er een dode zou vallen bij de hongerstakende mensen zonder papieren in Brussel. Het heette dat ze hun prioriteiten niet goed op een rijtje hadden, na de waterramp en de 25.000 coronadoden. Alsof de politiek niet de zorgzaamheid kan opbrengen om meer dan één crisis tegelijk aan te pakken of in de zwarte economie uitgebuite mensen het best tolereert zolang de illegaliteit hen onzichtbaar houdt.
Maar vooral: alsof het zou volstaan om het puin van de ramp te ruimen en even iets voor Pukkelpop te regelen opdat alles zou zijn opgelost. Toch is dat niet meer dan aanmodderen. Aan de Maas weten ze er alles van.
Een politiek die geen hoop kan formuleren en blijft zweren bij een onhoudbaar status quo, zal nooit een draagvlak creëren voor een breed publiek engagement