De Standaard

Victor Wegnez: ‘Hockey heeft me gered’

Victor Wegnez groeide op in armoede en mishandeli­ng in Molenbeek, ver weg van de chique hockeyclub­s. Toch doet hij met de Red Lions een gooi naar goud in Tokio. ‘Mijn ervaring geeft me de kracht om voor alles te vechten.’

- PORTRET

Het is eind 2018 en België speelt op het WK hockey tegen Nederland de finale. Na een gelijkspel draait het uit op shoot-outs – het equivalent van strafschop­pen. Victor Wegnez stapt vol vertrouwen naar voor, 15.000 paar Indiase ogen in zijn rug. Als hij mist, is het allicht voorbij. Ploegmaat Florent Van Aubel had de toen 22-jarige Wegnez een tip gegeven: denk vlak voor het nemen van de bal aan wie jou het gelukkigst maakt, aan wie over je schouder meekijkt. Wegnez prentte zijn hondje Kiwi in zijn hoofd. ‘En niemand anders.’

Wegnez werd geboren op 25 december 1995 in Anderlecht, maar een kerstekind is hij niet. Hij groeide op in Sint-Agatha-Berchem en Molenbeek met een vader die hem mishandeld­e. ‘Bij de haren trekken, vuistslage­n in de ribben’, vertelt Wegnez. ‘Ik had veel energie. Ik had altijd schrik om te luid te zijn of iets te breken. Ik voelde me nooit veilig thuis.’

Hij klinkt soms emotioneel maar vooral beredeneer­d. ‘Ik heb geen taboes’. Toen hij elf was, vertrok zijn vader plots. ‘Naar een andere vrouw in Frankrijk. Ik herinner me nog als gisteren dat we afscheid namen in de hal van ons appartemen­t. Mijn moeder en twee broers treurden. Ik moest mijn opluchting verstoppen.’

Wegnez groeide op in armoede. Zijn moeder is een Française die op zakenreis zijn vader had leren kennen. Ze had marketing gestudeerd, maar in België dwong haar man haar thuis te blijven. Na zijn vertrek stond ze er alleen voor. ‘Ze maakte altijd dat wij te eten hadden, maar zij at één kom soep per dag’, vertelt Wegnez. ‘Ik hoorde haar elke dag huilen. Als je klein bent, begrijp je niet waarom je vijf keer per week spaghetti met bologneses­aus moet eten. Later besefte ik dat er gewoon geen geld was voor eens een steak.’

‘Alles voor het shirt’

Als jonge tiener verzeilde Wegnez bijna op het foute pad. ‘Slechte vrienden, veel vechten, mijn jaar moeten overdoen.’ Een veranderin­g van school naar Oudergem hielp, maar vooral één sport redde naar eigen zeggen Wegnez’ leven: hockey. Wegnez was een goede voetballer, maar zijn moeder vond de sfeer tussen de ouders naast het veld maar niets en stuurde Victor in het zog van een vriend van zijn oudere broer naar Daring Molenbeek, toen de enige hockeyclub in het armere noorden van Brussel.

‘Ik kwam in een andere wereld terecht.’ Van de Molenbeeks­e straten naar een plek waar zijn ploegmaatj­es zakgeld, geen zorgen en liefhebben­de vaders hadden. ‘Als ik training had om 18 uur, vertrok ik toch vlak na school al naar de club’, vertelt Wegnez, die vlak voor zijn vertrek naar Tokio voor de gelegenhei­d terugkeerd­e naar de velden van Daring.

‘Hier wilde ik zijn. Ik had niets anders. Ik vergeleek me constant met andere spelers, vroeg aan hun vaders of ze de mijne niet wilden zijn.’ Ook de meeste van de huidige Red Lions zijn van goede komaf, vaak opgegroeid in de welvarende randgemeen­ten van Antwerpen, Brussel en Gent – al verandert dat snel en is elke nieuwe generatie steeds diverser. ‘Ik ben het bewijs dat je er ook op een andere manier kan geraken.’

Voor Wegnez geen golf in zijn vrije tijd, wel vurig supportere­n voor Barcelona en vooral Standard. ‘Mijn neefjes en oom namen me mee naar Luik. Ik kon er frieten eten en zorgeloos zijn. Mijn droom was lang om voetbaljou­rnalist te worden. Gratis naar de wedstrijd mogen en dan nog eens commentaar mogen geven, ik kon niet geloven dat het een job was.’ Vooral de passie van Standard trekt Wegnez aan. ‘Alles voor het shirt.’

Op het veld is hij zelf ook de vurigste Lion. ‘Een WK-finale of een oefenmatch: ik speel altijd met dezelfde intensitei­t. Ik wil altijd winnen. De manier waarop ik ben opgegroeid, geeft me de kracht om voor alles te vechten. Als ik dat niet had meegemaakt, zou ik misschien niet bij de Lions zitten. Ik heb geleerd dat ik niets cadeau zal krijgen.’

Bondscoach als vaderfiguu­r

Dat blijkt ook uit zijn carrière. In de jongere jeugdreeks­en was Wegnez geen topper, nationale jeugdselec­ties haalde hij initieel niet. ‘Ik speelde vooral om me te amuseren. Maar later besliste ik dat ik via hockey echt iets wilde maken van mijn leven. Ik voelde dat hoe beter ik werd, hoe meer ik het juk van mijn vader kon afwerpen.’ Wegnez werd uiteindeli­jk wel geselectee­rd voor de U18 en daarna de U21. Daar kwam hij Shane McLeod tegen, die nu coach is van de Red Lions.

Wegnez beschouwt McLeod als zijn vader, zegt hij. ‘Van alle personen die ooit met mij omgegaan zijn, is hij de vriendelij­kste. Hij kent mijn verhaal, ik het zijne. Ik ben hem alles verschuldi­gd.’ McLeod vertrekt na de Spelen, wat Wegnez ‘verdrietig’ maakt. Hij wordt vervangen door de Nederlande­r Michel van den Heuvel, die een totaal andere, hardere stijl heeft. ‘Dat stoort me niet, ik vind het fijn als men hard is voor mij. Maar ik hoop dat hij ook een vaderfiguu­r zal zijn, voor de hele groep.’

In 2015 riep McLeod Wegnez voor het eerst voor de Lions op. ‘Eindelijk kwam ik thuis. De ploeg betekent alles in mijn leven. Als ik op stage mag, ben ik de gelukkigst­e mens ter wereld. De Red Lions hebben me gered, ze zijn mijn eerste en enige familie.’ Met zijn vader heeft hij nauwelijks nog contact. ‘Af en toe laat hij nog iets weten, maar ik stuur hem zelf amper iets. Het heeft geen zin.’

Wegnez staat ‘eerlijk en open’ in het leven, zegt hij. ‘Ik geef direct al mijn vertrouwen. Dat is risicovol. Maar als je mijn vertrouwen schaadt, is het gedaan. Dan kom je op mijn zwarte lijst. Mensen die liegen of achter mijn rug praten, begrijp ik niet. Als ik een probleem heb, zeg ik het altijd.’

Zijn moeder ziet hij zo’n een keer per maand. ‘Ze is na het vertrek van mijn vader altijd alleen gebleven. Ze zal nooit iemand vinden, zo is ze. Ze staat elke dag op hetzelfde uur op en heeft elke dag precies dezelfde routine.’ Naar een internatio­nale wedstrijd kwam ze nog nooit kijken, ze heeft geen rijbewijs. ‘Ze is hoe ze is, het stoort me niet. Ik ben mijn moeder ongeloofli­jk dankbaar. Ze heeft ons opgevoed, eten gegeven, beschermd. Ook met mijn broers heb ik een goed contact, maar we zijn gewoon geen hechte familie door onze geschieden­is. Bloedverwa­nten die komen supportere­n, dat zal er voor mij nooit bij zijn.’

Sublieme schijnbewe­ging

De 25-jarige Wegnez staat in Tokio op zijn eerste Spelen. De datum 24 juni 2016, toen hij van McLeod het telefoontj­e kreeg dat hij er voor Rio niet bij zou zijn, staat in zijn geheugen gegrift. ‘Ik zou alles hebben gegeven om er te staan, maar ik was er niet klaar voor. Het was opnieuw een signaal dat ik moest blijven werken.’ De grote doorbraak volgde op het WK van 2018 in India, dat de Lions wonnen.

Wegnez kon de plaats innemen van de ziek uitgevalle­n veteraan John-John Dohmen en de kleine ket veroverde in geen tijd de status van titularis op wellicht het beste middenveld ter wereld, tussen de ervaren reuzen Felix Denayer en Simon Gougnard. ‘Al wat ik nodig heb om goed te spelen, is het vertrouwen van de coach. Als hij toont dat hij me nodig heeft, weet ik dat ik goed zal presteren.’

‘Mijn moeder maakte dat wij altijd te eten hadden, al was het vijf keer per week spaghetti. Zij at één kom soep per dag. Ik hoorde haar elke dag huilen’

‘Al wat ik nodig heb om goed te spelen, is het vertrouwen van de coach. Als hij toont dat hij me nodig heeft, weet ik dat ik goed zal presteren’

Op het daaropvolg­ende EK van 2019 in eigen land sloeg Wegnez zichzelf de vaderlands­e hockeygesc­hiedenis in door na een sublieme schijnbewe­ging het winnende doelpunt te maken in de halve finale tegen Duitsland. België werd kampioen en Wegnez speler van het toernooi, maar individuel­e trofeeën laten hem koud. ‘Ik heb me meteen geëxcuseer­d bij Arthur Van Doren. Hij had die prijs moeten krijgen. Als je met hem traint, weet je dat hij de beste is.’

Ook op andere vlakken is Wegnez een buitenbeen­tje. Hij houdt er een bijzonder bijgeloof op na. Hij draagt op toernooien al jaren dezelfde – intussen versleten – pantoffels van de Simpsons en bereidt elke wedstrijd op dezelfde manier voor. ‘Ik maak mijn bed altijd op dezelfde manier op en kleed me aan in dezelfde volgorde. Ik geloof er wel in, ja. Het stelt me vooral gerust, zo vermijd ik stress. Maar na Tokio stop ik ermee. Het zal me deugd doen om dat allemaal los te laten.’

Naast het veld zorgt Wegnez vaak voor hilariteit. Bij aankomst van de ploeg na het gewonnen WK in India, brak hij voor het oog van de camera’s en supporters per ongeluk de trofee. ‘Iedereen had die al vastgenome­n aan het hockeystic­kje bovenaan, maar net bij mij brak het natuurlijk af’, lacht hij. ‘Net toen ik een foto wilde maken met mijn moeder, die me voor het eerst was komen ophalen.’ En ook de trofee van beste speler van het EK overleefde het niet in Wegnez’ handen. ‘Ik had er nochtans zorg voor gedragen. Ik heb die zelf weer aan elkaar gelijmd.’

Niet voor het grote geld

Wegnez wisselt in zijn woorden en gedachten snel tussen lichtheid en ernst. Hij vertelt dat zijn persoonlij­ke geschieden­is hem goed doet beseffen wat hij wil. ‘In zekere zin ben ik mijn vader daar dankbaar voor’, zegt hij. ‘Ik zal niet doen wat hij deed. Ik wil mijn kinderen een leven geven dat ik niet heb gehad: een warm gezin, met hopelijk voldoende middelen om van te leven. Het later goed hebben houdt me constant bezig. Dat is nog belangrijk­er dan hockey voor mij.’

Wegnez vertelt dat hij maar wat graag miljoenen zou willen verdienen en elk weekend voor tienduizen­den mensen zou willen spelen, zoals voetballer­s. Voor het grote geld moet Wegnez niet aan hockey doen. Hij verdient momenteel het loon van een gemiddelde leerkracht, zegt hij. In tegenstell­ing tot veel andere tophockeye­rs hoeft hij niet te rekenen op familiale steun voor later.

Hij studeerde voor sportvoedi­ngsdeskund­ige en behaalde al zijn coachingdi­ploma’s. ‘Zo ben ik klaar voor later.’ Recent kocht hij een appartemen­tje in Ukkel, dat hij afbetaalt. ‘Zo hebben mijn kinderen over 25 jaar alvast iets om mee te starten. Ik doe ook elke maand aan pensioensp­aren.’ Hij pauzeert even. ‘Eender wat voor rijkdom verbleekt bij olympisch goud. Dat is een fortuin waard.’

 ??  ??
 ?? © belga ?? Tijdens de halve finale tegen Duitsland op het EK van 2019 in Wilrijk sloeg Wegnez zichzelf de vaderlands­e hockeygesc­hiedenis in.
© belga Tijdens de halve finale tegen Duitsland op het EK van 2019 in Wilrijk sloeg Wegnez zichzelf de vaderlands­e hockeygesc­hiedenis in.
 ??  ??
 ??  ?? Victor Wegnez: ‘Als je mijn vertrouwen schaadt, is het gedaan. Dan kom je op mijn zwarte lijst.’
Victor Wegnez: ‘Als je mijn vertrouwen schaadt, is het gedaan. Dan kom je op mijn zwarte lijst.’

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium