Grote poëzie, kleine momenten
Meer dan een halve eeuw lang fotografeerde de Amerikaanse Helen Levitt de straten van New York. Een expo in de Brusselse A Stichting is een mooie kennismaking met haar speelse, poëtische werk.
Drie kinderen komen de trappen van een portiek af. De eerste twee dragen een masker en zijn klaar om met Halloween de straat te veroveren, het derde knoeit met haar masker, haar muts ligt op grond. Ze kijkt recht in de lens.
Twee kinderen, kleuters nog, dansen om elkaar heen op het voetpad: een zwart jongetje met korte broek en een wit meisje met een bolletjesjurk en witte schoentjes. Haar schaduw valt net buiten de schaduw van het huizenblok. Ze nemen een flamencohouding aan, dramatische gezichtsuitdrukking incluis. Ze gaan er helemaal in op.
Vier kinderen lopen langs een massieve muur, een van hen blaast bellen. Alle vier kijken ze naar de kwetsbare, zwevende wondertjes in de lucht, net voor het moment waarop die onherroepelijk de tocht naar beneden inzetten of uit elkaar spatten. Het zijn foto’s van Helen Levitt (1913-2009), een van de invloedrijkste straatfotografen van de 20ste eeuw, nu te zien in de A Stichting in Vorst.
Meer dan een halve eeuw lang, van de jaren 30 tot eind jaren 80, fotografeerde Levitt de straten van haar stad New York en de mensen die er thuis waren. Haar favoriete buurten waren Spanish Harlem en de Lower East Side, waar een gemengde bevolking woonde, armere mensen die een groot deel van hun leven op straat doorbrachten omdat ze in de huurkazernes eng behuisd waren. De stoepen en straten waren hun theater, hun danszaal, hun speeltuin, hun jachtterrein. Ze waren er thuis, bewogen er met een grote vanzelfsprekendheid. Helen Levitt wist die gratie en de poëzie van het doodgewone perfect vast te leggen.
Waardigheid
Levitt deed aan straatfotografie, maar veel details van die straten zijn in haar foto’s niet te zien. Het ging haar om de mensen, die ze van dichtbij fotografeerde: kinderen, mannen, vrouwen, bezig met hun dagelijkse leven. In zijn essay bij Levitts invloedrijke fotoboek A way of seeing (1965) schreef de Ameriman
kaanse auteur James Agee dat ‘haar werk een onnadrukkelijk maar onweerlegbaar manifest was van een manier van kijken, en op een zachte en volkomen pretentieloze manier grote poëzie was.’
Levitts werk is niet journalistiek of documentair. Ze was communiste en fotografeerde arme mensen, maar dat was niet bedoeld als een politiek statement, al gaf ze haar onderwerpen wel een grote waardigheid mee. Van CartierBresson, die ze in de jaren 30 ontmoette, had ze geleerd op zoek te gaan naar ‘le moment décisif’, het juiste beeld vangen op het juiste moment. Ze zocht naar de kleine momenten in het straatleven waarop de poëzie, de schoonheid en het mysterie van het gewone leven door de banaliteit heen breken.
Levitt zocht naar de kleine momenten in het straatleven waarop de poëzie, de schoonheid en het mysterie van het gewone leven door de banaliteit heen breken