En als je de kunst van Kaws nu eens in een game zou ontdekken?
KUNST De Amerikaanse kunstenaar Kaws tekent mogelijk voor de drukst bezochte expo ooit. Zijn nieuwste tentoonstelling is niet alleen te zien in een Londense galerie, maar ook virtueel in de game
Je kon al naar de film in de virtuele wereld van Fortnite, en in april 2020 lokte de Amerikaanse rapper Travis Scott 12 miljoen fans naar zijn virtuele concert. Nu kun je ook een volledige kunsttentoonstelling bezoeken, en wel van Kaws (47), een van de meest toonaangevende hedendaagse artiesten.
Brian Donnelly, zoals Kaws echt heet, verkoopt zijn cartoonachtige figuurtjes in brons en kunststof – enkele centimeters tot enkele meters groot – vlot voor miljoenen. Overal ter wereld wordt hij gevraagd om zijn popart te exposeren.
Wie zijn werk nu wil zien, moet naar de Serpentine Gallery in Londen, waar ze ongeveer 35.000 bezoekers tellen per tentoonstelling. Tegelijk worden de stukken getoond in het virtuele museum van de game Fortnite, dat 400 miljoen potentiële bezoekers kan lokken.
De kunstenaar is enthousiast over die onverkende wereld. ‘Voor veel tieners is het misschien de eerste keer dat ze een kunsttentoonstelling bezoeken. Ik denk dat het een geweldige kans is om hen dat te bieden in Fortnite, een spel waar ze zo vertrouwd mee zijn. Toen ik jong was, vond ik die musea en galeries ook intimiderend.’
‘Hiermee zijn we een nieuw tijdperk ingegaan’, zegt curator Daniel Birnbaum. De Zweed was in 2009 nog directeur van de Biënnale van Venetië. ‘Deze tentoonstelling zal een groter en diverser publiek bereiken dan eender welke expo die ik ooit heb georganiseerd.’
Kritiek
Niet iedereen is even enthousiast. Philippe Van Cauteren, directeur van het Smak in Gent, is blij dat hedendaagse kunstenaars virtuele mogelijkheden ontdekken. ‘Maar een virtueel bezoek heeft nooit de kwaliteiten van een echt bezoek’, voegt hij eraan toe. En er is iets dat hem nog meer zorgen baart. ‘Ik hoop dat deze ene tentoonstelling in een populaire game niet het signaal is voor politici om niet meer te investeren in kunst en cultuur in het onderwijs. Dit is echt niet het glijmiddel, of het Trojaanse paard, om kinderen en jongeren naar musea te lokken. Als we jongeren naar kunst- en cultuurhuizen kunnen lokken, dan is het wel door ze zo vroeg mogelijk via school kennis te laten maken met kunst en cultuur. Bovendien verlangen kinderen en jongeren er in deze pandemie naar om dingen in het echt te zien. Ze zijn schermmoe.’