‘Bij ons kunnen Afghaanse kinderen de ellende even vergeten’
Met rondrijdende bibliotheken biedt de non-profitorganisatie Charmaghz kinderen in Kaboel troost, plezier en afleiding. ‘We waken erover dat hun mentaal welzijn niet bezwijkt.’
De vrolijk gekleurde bussen van de nonprofitorganisatie Charmaghz zijn bekend en geliefd in Kaboel. Al vier jaar rijden ze, gevuld met ongeveer zeshonderd boeken, door de straten van de Afghaanse hoofdstad, met haltes in woonwijken, bij scholen en bij weeshuizen. Het eenvoudige doel: kinderen kind laten zijn. ‘We wilden een plek creëren waar kinderen rust vinden’, vertelt Siyam Barakati. De 24-jarige Afghaan begon ooit als vrijwilliger in een van de bussen en werkt nu als teamleider bij Charmaghz.
De letterlijke vertaling van die naam is ‘walnoot’, maar het is ook een samentrekking van chahar (vier) en maghz (hersenen). Dat is wat de organisatie in essentie wil doen: de hersenen trainen. Het concept slaat aan, want de bussen trekken dagelijks ruim zeshonderd kinderen aan, verspreid over heel Kaboel. ‘Sommigen zijn nog maar drie jaar en willen dat we een verhaal voorlezen, anderen zijn veertien en komen schaken’, zegt Barakati.
Siyam Barakati: ‘Ook voor de machtsovername was toegang tot onderwijs een heikel punt in Kaboel. De armoede hield veel kinderen weg van scholen of bibliotheken. En als de berg niet naar Mozes komt, dan gaat Mozes maar naar de berg, bedacht oprichter Freshta Karim. Ze kwam op de proppen met een plan om mobiele bibliotheken te bouwen, de beste manier om zo veel mogelijk kinderen te bereiken.’
‘In 2018 werd de eerste bus omgetoverd tot een minibibliotheek, met ingebouwde boekenplanken en zitplaatsen. Het jaar nadien richtten we een tweede bus in, specifiek bedoeld om documentaires en andere video’s te bekijken. Nu hebben we al zes mobiele bibliotheken. De laatste toevoeging is geen bus, maar een motorfiets. Die spitst zich toe op Dasht-e-Barchi, de armste wijk in Kaboel. We proberen de plekken te bereiken waar de kinderen ons het meest nodig hebben.’ ‘Het zijn zeer moeilijke tijden in Afghanistan. We tuimelen van de ene crisis in de andere. Nu is het de economie die op instorten staat. De helft van de Afghaanse gezinnen leeft al onder de armoedegrens. Dat heeft een zware impact op kinderen. Ze hebben ons nu het hardst nodig. We proberen hen wat rust te bieden. In onze bussen kan een kind zich enkele uren verliezen in verhalen. Door te knutselen en te tekenen kan het zich even in een andere wereld wanen en de ellende vergeten. We willen er zo over waken dat hun mentaal welzijn niet bezwijkt. Samen met psychologen hebben we ook spelletjes verzonnen die het moreel moeten opvijzelen. Ook organiseren we schildersessies die specifiek daarop focussen.’ ‘Het was even bang afwachten in augustus. We wilden geen risico’s nemen en zagen ons genoodzaakt te sluiten toen de taliban de macht overnamen. Langzaamaan werd de situatie stabieler en namen we de draad weer op.’
‘Omdat we de bussen van de overheid huren, moesten we toestemming vragen aan de minister van Transport. Ook om scholen te mogen bezoeken, hadden we de goedkeuring van de minister van Onderwijs nodig. Dus begonnen we te onderhandelen.’
‘Het waren enkele uitputtende weken, maar ik leerde ook de ministers kennen. We dronken samen thee en bouwden een zekere relatie op. De taliban hebben eerst heel onze organisatie onderzocht, zelfs alle boeken die we in aanbod hebben. We mochten verder werken onder voorwaarde dat we geen boeken verspreiden die tegen de islam of de Afghaanse cultuur ingaan.’
‘Uiteindelijk hebben we de taliban kunnen overtuigen dat ons werk belangrijk en nodig is, ongeacht wie meewerkt of ervan geniet. Sinds begin december zijn we weer actief in Kaboel, hopelijk ooit ook in andere provincies.’
‘We tuimelen van de ene crisis in de andere. Momenteel staat de economie op instorten. De helft van de Afghaanse gezinnen leeft onder de armoedegrens’
‘We hebben weinig keuzes behalve hoopvol zijn. Over de heropening van de scholen ben ik optimistisch. Maar om de financiële situatie maak ik me veel zorgen. Onze organisatie steunt bijna uitsluitend op private sponsors. Afghanen stonden delen van hun winst af. Maar de pandemie maakte het hen moeilijk en de machtsovername deed hen de das om. Veel winst blijft er dus niet over voor onze schenkers, en bijgevolg ook niet voor ons.’