Politieke partijen moeten hervormen, of ze verdwijnen
De massapartij komt niet terug, schrijft Kristof Calvo. Maar de jacht op digitale duimpjes is ook een heilloos pad. Ideeën ontwikkelen, burgers doen participeren, daarover moet het gaan.
Belgische politieke partijen hebben meer centen dan leden (DS 22 januari). En die centen gaan steeds meer richting Facebook. 4,7 miljoen euro aan reclame is de eindafrekening van 2021 voor alle Belgische partijen samen, onvergelijkbaar hoog met andere landen (DS 21 januari). Zulke enorme bedragen zijn inderdaad alleen maar mogelijk dankzij de te royale partijfinanciering in ons land. Die financiering kan, mag en moet verminderen.
De advertentie-tsunami is evenwel een uiting van ideeënarmoede en wijst op de onwil van politieke partijen om zich anders en beter te organiseren. Eerder dan op Mark Zuckerberg te rekenen voor een herlancering, zouden ze hun meerwaarde moeten tonen tegenover en naast de wereld van likes en algoritmes. Anders dan vroeger en beter dan nu.
De massapartij komt immers niet meer terug. Tienduizenden extra leden, het zal niet meer gebeuren. Dat hoeft ook niet. Tijden veranderen: de ontzuiling, de volatiliteit van kiesgedrag en van engagement zijn onomkeerbaar. Er zijn dus zelfs argumenten om het formele lidmaatschap minder belangrijk te maken in de organisatie van politieke partijen.
Maar de jacht op digitale duimpjes en hartjes is ook een heilloos pad. En dat permanente campagne voeren is al helemaal geen reden om partijen te financieren met publiek geld. Wat moeten partijen dan wel doen? Veel meer dan nu ontmoetingsplaatsen worden van eigenzinnige mensen en ideeën, goed en modern georganiseerde plekken van nieuwsgierigheid en openheid, eerder dan het kortetermijnsucces na te jagen in de online echokamers van het grote gelijk.
Slow politics
Spontaan zal die beweging niet ontstaan. In deze supersnelle tijden van hypercommunicatie is inhoudelijk werk kwetsbaar geworden. De noodzakelijke beweging richting meer slow politics komt er alleen als we de politieke spelregels wijzigen. Concreet, in de Belgische context: het zal alleen gebeuren als we de partijfinanciering hervormen. Alleen als de Vivaldi-coalitie dat voornemen in het federale regeerakkoord in de praktijk weet te brengen, zal politiek in dit land kunnen vernieuwen en veranderen.
Een voor de hand liggende maatregel is een plafond voor reclame-uitgaven buiten campagnetijd. In verkiezingstijd bestaat dat plafond al. Wie een gelijk(er) speelveld wil garanderen tussen partijen en kandidaten, moet ook kijken naar de uitgaven buiten campagnetijd. Een jaarlijks maximum van 1 miljoen euro voor alle reclame geeft partijen nog altijd ruim de mogelijkheid om hun stem te laten horen. Maar minstens even belangrijk als meningsuiting is meningsvorming: ideeën formuleren, ze onderbouwen en in wetgeving gieten.
De publieke middelen die aan partijen ter beschikking worden gesteld, zouden trouwens alleen gebruikt mogen worden voor bepaalde doeleinden. Lucratieve vastgoedoperaties, bijvoorbeeld, horen daar niet bij. De Nederlandse wetgeving biedt een goede inspiratiebron. In de bij onze Noorderburen erg bescheiden partijfinanciering is bovendien in een aparte, gegarandeerde dotatie voorzien voor denktanks en politieke jongerenorganisaties.
De Belgische wetgever hoeft partijen niet op te leggen hoe ze zich intern organiseren, maar ook het functioneren van partijen is aan een update toe. Zo ben ik een groot pleitbezorger van het model van de Nederlandse partijvoorzitter: iemand die zich focust op de partijorganisatie, de rekrutering van politiek talent en de ideeënontwikkeling.
Die cruciale opdrachten, eigenlijk de redenen waarom we partijen publiek financieren, worden nu vaak verwaarloosd. Waarom? Omdat ze moeilijk te verzoenen zijn met de externe opdracht die aan Belgische partijvoorzitters wordt toegedicht. Vicepremiers en fractieleiders kunnen die rol op het politieke podium net zo goed opnemen, zoals in Nederland gebeurt. Impact en macht verschuiven dan richting regering en parlement, wat ook bijdraagt aan de democratisering.
Muffe hoofdkantoren Heimwee is trouwens een slechte raadgever. Er is veel veranderd, maar ook redelijk wat hetzelfde gebleven. De talrijke trouwe, maar veelal passieve leden in de zuil vroeger of de vluchtige online consumenten in de virtuele silo nu: in beide gevallen is het vooral klantenbinding. Zowel de massapartij van weleer als de reclamepartij van vandaag is veelal eenrichtingsverkeer, terwijl partijen net de opdracht hebben om actief burgerschap aan te wakkeren. Juist omdat ik een pleitbezorger ben van een (meer bescheiden) publieke financiering en (nog altijd) een potentieel zie voor