Laat Poetin niet langer begaan
Vladimir Poetin is een misdadiger die al jaren zijn volk afperst, schrijft Aleksandr Skorobogatov. Hij komt overal mee weg, iedereen laat hem maar doen. Als hij morgen Oekraïne binnenvalt, gaat het Westen dan ook niet vrijuit.
Ik was een jaar of vijf toen het gebeurde. Ik woonde bij mijn baboesjka in een provinciestadje in het uiterste westen van het voormalige Sovjetrijk. Ik was in de tuin aan het spelen toen ik een sirene hoorde die door merg en been ging. Zelfs een kind van vijf wist meteen wat dat geluid betekende: het was de sirene die waarschuwde voor het begin van een nucleaire oorlog. Ik was er absoluut van overtuigd dat er atoomraketten vanuit het westen op me af kwamen gevlogen, dat ik en mijn hele prachtige kinderwereld binnen een paar minuten zouden verbranden in het vuur van een atoomexplosie. De angst die ik op dat moment voelde, herinner ik me nog altijd. En toen stopte de sirene, de atoomraketten kwamen niet, de oorlog bleef uit, mijn wereld werd gespaard, en huilend rende ik naar mijn baboesjka, die me uitlegde dat de sirene niet echt was, maar een oefening.
Dit gebeurde lang geleden, in de duistere, tijden van de Koude Oorlog. Dat de Sovjetpropaganda destijds haar pijlen op zo’n ontstellende manier richtte op het kind dat ik toen was, dat ik als vijfjarige in voortdurende angst voor oorlog leefde, wachtend op vijandelijke atoomraketten uit het westen, is een redelijk onthutsende gedachte.
Maffiadictatuur
Maar het is nog onthutsender om precies dezelfde gruwelverhalen over het arglistige Westen te horen — nu, in het Rusland van vandaag. Na Gorbatsjovs perestrojka, na de val van de Berlijnse Muur. Nadat alle voormalige republieken van de SovjetUnie en de landen van het Warschaupact onafhankelijkheid hebben verworven. Nadat het democratische Rusland van Boris Jeltsin vriendschappelijke, vertrouwelijke betrekkingen had aangeknoopt met het Westen.
Vandaag maakt Poetin de Russen opnieuw bang met dezelfde raketten die me angst inboezemden als kind. Het Westen staat opnieuw op het punt Rusland aan te vallen en te vernietigen, we kunnen ons gewoon nergens anders meer terugtrekken, aldus Poetin. Het Westen heeft ons belazerd door in de verre jaren 90 uit te breiden naar het oosten, en nu, een kwarteeuw later, voelt Rusland zich plotseling in existentieel gevaar.
Poetin liegt, en hij liegt schaamteloos. Het Westen vormt voor Rusland geen grotere bedreiging dan tijdens de warmhartige relatie in de jaren 90, toen een dronken Jeltsin en een nuchtere Clinton tijdens een persconferentie in het Witte Huis gierden van het lachen en elkaar omhelsden. Niet Rusland, maar Poetin, wiens populariteit voortduren daalt, voelt zich in existentieel gevaar. Zijn maffiadictatuur is per definitie niet in staat het Russische volk vrijheid of welvaart te schenken, en kan dus niet op een democratische, eerlijke manier verkiezingen winnen. Om aan de macht te blijven moet Poetin het volk opnieuw bang maken, zoals de Sovjetpropaganda ooit deed, om het weer te laten geloven in het boze sprookje over de bloeddorstige westerse vijand die alleen maar uit is op de vernietiging van Rusland. Omdat een bang volk makkelijker te manipuleren is. Omdat het in een constant vooroorlogs klimaat gemakkelijker is om korte metten te maken met de oppositie, door haar tot een interne vijand en tot een directe handlanger van de externe vijand te verklaren.
Chillen in het Westen
De arrogantie waarmee Poetin het Westen chanteert met een onuitvoerbaar ultimatum en zich demonstratief op een oorlog met Oekraïne voorbereidt, is natuurlijk in de eerste plaats de schuld van Poetin en zijn regime. Maar ook het Westen gaat niet vrijuit. Al twee decennia zijn alle misdaden van Poetin — zowel in Rusland als daarbuiten — grotendeels ongestraft gebleven. Poetin komt overal mee weg. Ja, er zijn internationale sancties opgelegd, maar tegen wie zijn die gericht? Tegen Poetin en zijn regime? Nee, en iedereen weet dat. De bestaande sancties straffen op geen enkele manier de mensen die verantwoordelijk zijn voor het misdadige binnen- en buitenlands beleid van het Kremlin. Nog altijd beroven ze Rusland, vernietigen ze wat er nog over was van de vrijheden onder Jeltsin en maken ze de mensen bang van het ‘bloeddorstige Westen’. Maar ondertussen kopen ze in datzelfde Westen villa’s en paleizen, jachten, vliegtuigen en voetbalclubs, sturen ze hun kinderen naar het Westen voor een goede opleiding, en hun echtgenotes, minnaressen en ouders om er geciviliseerd te chillen.
Nogmaals: als Poetin morgen openlijk Oekraïne binnenvalt, is dat ook de schuld van het Westen zelf. Je kunt een bandiet niet decennialang zijn gang laten gaan, je kunt niet doen alsof je zijn misdaden niet opmerkt. Een bandiet beschouwt dat immers als lafheid en onvermogen om tegen hem in te gaan. Hij laat opponenten, journalisten, schrijvers en politici vergiftigen of neerschieten in Moskou, Londen en Berlijn, laat een passagiersvliegtuig neerhalen boven Oekraïne, annexeert de Krim — een deel van de soevereine Europese staat Oekraïne – voert een langdurige verborgen oorlog in een ander deel — het Donetsbekken — en maakt zich nu demonstratief klaar voor een open oorlog — omdat hij uit ervaring weet dat er van de kant van het Westen geen reactie komt die in verhouding staat tot zijn misdaden. En het Russische volk, misleid en bang gemaakt door propaganda, zal Poetin opnieuw als zijn enige beschermer zien, en hem voor de zoveelste keer met loyaliteit belonen, omdat hij het zogezegd heeft beschermd.
Er zijn internationale sancties opgelegd, maar tegen wie zijn die gericht? Niet tegen Poetin en zijn regime
De portemonnee van Poetin Het is een klassieke maffieuze afpersingsconstructie, waarbij het slachtoffer de misdadiger betaalt voor ‘bescherming’. In het geval van Poetins maffiaregime wordt die zogenaamde bescherming betaald door de hele Russische bevolking. Ze betalen met hun vrijheid, ze betalen met hun welvaart. Maar het Westen betaalt ook, door zijn principes op te offeren en zijn democratische idealen te verraden: goede betrekkingen met de bandiet Poetin zijn belangrijker dan de mensenrechten, de vrijheid van Aleksej Navalny, het leven van Anna Politkovskaja, de vrijheid in Wit-Rusland en de vrede in Oekraïne.
Kunnen sancties een internationale afperser stoppen? De bestaande zachte en laffe sancties zeker niet. Maar werkelijk harde, gerichte sancties van de zogeheten Navalny-lijst, sancties tegen specifieke mensen die het misdadige regime in Rusland mee in stand houden, tegen de entourage van Poetin, tegen de zogeheten ‘portemonnee van Poetin’ en tegen Poetin zelf – dergelijke sancties zullen vroeg of laat effect sorteren. Om te beginnen zullen ze op zijn minst duidelijk maken dat het Westen niet klaar is om eindeloos de voetveeg van Poetin en zijn kompanen te zijn. Dat een misdaad tenminste gevolgd kán worden door een straf.
Weliswaar niet vandaag, maar ooit op een dag in de mooie toekomst. Vandaag leeft – door toedoen van Poetin en zijn propagandamachine – in een of ander provinciestadje een vijfjarig Russisch jongetje, net als ik toen, wachtend op atoomraketten die uit het westen zullen komen.*