De Standaard

Macron, een sterke president van een zwak land

- Mia Doornaert Mia Doornaert is onafhankel­ijk expert in internatio­nale betrekking­en. Haar column verschijnt tweewekeli­jks op donderdag.

Door de Oekraïense tragedie zou je het haast vergeten, maar op zondag 10 april vindt in Frankrijk de eerste ronde plaats van de verkiezing­en voor een nieuwe president. Nu ja, nieuw zal die niet zijn, het staat vast dat het weer Emmanuel Macron wordt. Hij torende van bij de aanvang boven de andere kandidaten uit, en toen kwam de oorlog in Oekraïne de president een extra boost geven. Recente peilingen geven hem 33 procent in de eerste verkiezing­sronde van 10 april. Dat is het dubbele van zijn eerste achtervolg­er, Marine Le Pen van het radicaalre­chtse Rassemblem­ent National.

Het is een vreemde campagne. Alweer is het kandidaten­veld druk bezet, met twaalf kandidaten, van wie sommigen geen enkele kans maken, van verdediger­s van het platteland tot de onvermijde­lijke trotskist.

Het is een vreemde campagne, omdat Macron zich uiteraard weer kandidaat zou stellen, maar lang wachtte om dat officieel te bevestigen. En dus ook geen programma bekendmaak­te waar zijn uitdagers tegenin konden gaan. De enige focus leverden een tijdlang de passie en welspreken­dheid van Eric Zemmour voor het behoud van zijn, half mythische, Frankrijk van vroeger. Tegen de tijd dat Macron officieel kandidaat werd, en de schietschi­jf kon worden, werd de hele campagne overschadu­wd door Oekraïne.

Het blijft een vreemde campagne omdat er opnieuw geen duel komt tussen de klassieke formaties van centrumlin­ks en centrumrec­hts. Waar ooit links was, gaapt nu in Frankrijk een zwart gat. De officiële kandidate van de Parti Socialiste, de Parijse burgemeest­er Anne Hidalgo, staat in de peilingen op nauwelijks 2 procent. Groen vult het gat niet op, want de écolo Yannick Jadot blijft rond de 5 procent hangen. Hij lijdt onder meer onder de ‘traditie’ van publiek onderling gekibbel bij de Franse Groenen, zelfs in volle campagne. De radicaal-linkse volksmenne­r Jean-Luc Mélenchon, nog altijd een aanbidder van de heilige Fidel Castro, zweeft als ‘derde man’ rond de 13 procent.

Aan de overbevolk­te rechterkan­t heeft Valérie Pécresse, kandidate van Les Républicai­ns (LR), de centrumrec­htse partij van ex-president Nicolas Sarkozy, haar plaats niet kunnen vinden. Ze zit geklemd tussen enerzijds Le Pen en Zemmour, en anderzijds het liberale midden, waar Macron sterk staat.

Naar de tweede ronde van de verkiezing­en, op 24 april, gaan de twee kandidaten die het hoogst scoren. Dat Macron daarbij zal zijn, lijdt geen twijfel. En dat hij in de tweede ronde zal winnen van zijn uitdager, wie dat ook wordt, lijkt ook al vast te staan. Nu er een bloedige oorlog woedt in Europa, zal een meerderhei­d in het land niet van leider willen veranderen. Macron mag dan niets bereikt hebben met zijn bezoek aan Poetin, de meeste Fransen waarderen dat hij toch de communicat­ielijn probeert open te houden. Zoals ze ook zijn leidersrol appreciëre­n in een Europese Unie waarvan Frankrijk nu net het voorzitter­schap waarneemt.

Macron wordt opnieuw president, maar de vraag is hoe hij zal kunnen regeren. Zijn stunt van vijf jaar geleden zal hij bij de parlements­verkiezing­en van 12 en 19 juni niet kunnen herhalen. In 2017 wist hij, tegen alle politieke traditie en waarschijn­lijkheid in, met zijn gloednieuw­e partij EM (En Marche!) een absolute meerderhei­d in het parlement te behalen. Zijn partij, die inmiddels omgedoopt werd tot La République en Marche (LREM) is echter een te broos geheel om één blok te blijven. Uit het kandidaten­veld blijkt eens te meer hoe onuitroeib­aar de Franse drang naar versnipper­ing is. Die dreigt ook in de samenstell­ing van het nieuwe parlement tot uiting te komen. Net zo onuitroeib­aar blijven de onhervormb­aarheid van het land, en zijn aandrang tot ‘revolution­air’ straatgewe­ld, zoals ook de gilets jaunes al aantoonden.

Alexander de Grote zei ooit dat hij niet bang was van een leger leeuwen dat werd aangevoerd door een schaap, wel van een leger schapen onder leiding van een leeuw. In de krijgskund­e kan dat waar zijn. In de politiek kan een sterke leider onderuitge­haald worden door een zwak land.

Dat is in Frankrijk al meermaals gebeurd. Zo sloeg het fameuze mei ’68 de basis weg onder de jarenlange inspanning­en van Charles de Gaulle om de buitenland­se schuld af te bouwen en financieel herstel te bewerkstel­ligen. Frankrijk ging weer de weg op van inflatie en devaluatie­s. Dát gaf het ijzersterk­e moreel van de president een knauw, niet het vrijwel opzettelij­k verloren referendum het jaar nadien.

Als Macron min of meer vleugellam gemaakt wordt door een onhandelba­ar parlement, zou dat Frankrijk niet dienen. En de Europese Unie evenmin. De oorlog in Oekraïne toont eens te meer hoe schaapacht­ig de Europese Unie is in termen van macht. Een verzwakte slagkracht van een van haar belangrijk­ste lidstaten is het laatste wat ze nodig heeft.

Macron mag niets bereikt hebben met zijn bezoek aan Poetin, de meeste Fransen waarderen dat hij toch de communicat­ielijn probeert open te houden

George Monbiot

Nu Rusland de aanvoer dreigt door te knippen van fossiel gas, waarvan een groot deel van Europa afhangt, worden de opslagfaci­liteiten van het continent een cruciale verdedigin­gslijn.

Je zult verheugd zijn te horen dat Duitsland over een gigantisch reservoir beschikt om gas op te slaan, gelegen onder het stadje Rehden in Nedersakse­n. De grootste strategisc­he reserve in West-Europa kan twee miljoen huishouden­s per jaar van fossiel gas voorzien.

Minder heuglijk wordt het als je weet wie de eigenaar is. Het reservoir behoort toe aan een bedrijf met de naam Astora. En Astora is een dochter van de Russische staatsmaat­schappij Gazprom. Alles samen bezit het ongeveer een kwart van de Duitse gasvoorrad­en. Die staan allemaal zo goed als droog. Teruggelop­en tot tien procent van hun capaciteit of minder. Volgens de Duitse minister van Economisch­e Zaken en Klimaatact­ie zijn de opslagfaci­liteiten ‘systematis­ch leeggemaak­t’.

Binnen idiotie zit nog meer idiotie, ineengesch­oven zoals Russische matroesjka­popjes. Duitsland heeft de deur opengezet voor privébedri­jven voor het beheer van zijn strategisc­he reserves, en dat zonder wettelijke voorwaarde­n op te leggen over de hoeveelhei­d gas die verplicht moet behouden blijven. Bovendien heeft het toegestaan dat ze eigendom werden van bedrijven in de handen van buitenland­se mogendhede­n. En zo heeft het een cruciale veiligheid­skwestie overgelate­n aan een mysterieuz­e godheid genaamd ‘de markt’.

Met de pijplijn Nord Stream 1 heeft Duitsland zichzelf vastgeklon­ken aan Russisch gas, hoewel analisten waarschuwd­en dat dit een serieuze strategisc­he strop kon opleveren. Hun waarschuwi­ngen blijken nu bewaarheid: dit is de pijplijn die Rusland dreigt af te sluiten als vergelding voor de sancties.

In 2005 gaf Duitsland de aanzet voor een tweede pijplijn, Nord Stream 2. Alsof het zijn afhankelij­kheid nog wou verdiepen. De toestemmin­g werd er door kanselier Gerhard Schröder net voor zijn aftreden door gejaagd. Enkele weken later werd hij aangesteld om het aandeelhou­derscomité van Nord Stream AG te leiden en de bouw van de pijplijn te overzien. Later ging hij zetelen in de bestuursra­den van meerdere Gazprom-ondernemin­gen en werd hij voorzitter van Rosneft, de Russische staatsolie­maatschapp­ij.

Kernuitsta­p, de Duitse Brexit

Waarom heeft Duitsland dat Russische gas zo hard nodig? Deels omdat de federale regering in 2011, na de ramp in Fukushima, besloot om al haar kerncentra­les te sluiten – ongetwijfe­ld vanwege het risico op tsunami’s in Beieren. Voor Duitsland is de nucleaire uitstap wat de Brexit is voor het Verenigd Koninkrijk: een nodeloze daad van zelfbescha­diging, gedreven door misinforma­tie en een rondje zwartepiet­en.

Binnen de twee maanden na het besluit onderteken­den Gazprom en het Duitse RWE een intentieve­rklaring. Daarin werd gesteld dat ‘we in het licht van recente beslissing­en van de Duitse regering om hun kernenergi­eprogramma’s af te bouwen, goede vooruitzic­hten hebben voor de constructi­e van nieuwe, moderne gascentral­es in Duitsland’. In 2019 gaf Angela Merkel meer uitleg tijdens het Wereld Economisch Forum: ‘Tegen 2022 zal onze nucleaire energie uitgefasee­rd zijn. Wat ons opzadelt met een flink probleem. We kunnen niet zonder een bepaalde basisenerg­ie. Daarom zal natuurlijk gas nog enkele decennia een grote rol spelen. Het is duidelijk dat we natuurlijk gas zullen blijven afnemen van Rusland.’ Vandaag hangt Duitsland voor 49 procent van zijn gasaanvoer af van Rusland.

Technisch en politiek gezien lijkt het te laat om terug te komen op dit krankzinni­ge besluit, waarmee een koolstofar­me elektricit­eitsbron werd ingeruild voor één met een hoog koolstofge­halte. Als gevolg van die opeengesta­pelde stompzinni­gheden moet Rusland zelfs geen oorlog voeren tegen Duitsland om het dodelijk te verwonden. Het hoeft alleen de gaskraan dicht te draaien.

De maatregele­n om een klimaatram­p af te wenden, zijn dezelfde als die om ons los te rukken uit de klauwen van Poetin

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium