De Standaard

Staatsveil­igheid moet jacht op buitenland­se spionnen opvoeren

In Brussel krioelt het van de spionnen. Het Europees Parlement vraagt België daarom meer inspanning­en te leveren rond contraspio­nage.

- Nikolas Vanhecke

9 Europese ex-politici die (tot voor kort) belangen hadden in

In 2015 zetelde er een Russische spion in het Europees Parlement. De Hongaarse politicus Béla Kovács, die toen verbonden was aan het extreemrec­htse Jobbik, had geregeld ontmoeting­en met Russische diplomaten en reisde elke maand naar Moskou. De Hongaarse pers gaf hem de bijnaam ‘KGBéla’. In juni vorig jaar werd hij veroordeel­d tot twee jaar voorwaarde­lijke celstraf.

Het was niet de laatste keer dat iemand met nauwe banden met het Kremlin door de gangen van de Europese instelling­en wandelde (en ontmaskerd werd). De dochter van Kremlin-woordvoerd­er Dmitri Peskov werkte in 2019 als stagiaire bij een Frans extreemrec­hts Europarlem­entslid en had via die weg toegang tot de commissie Veiligheid en Defensie. Het zijn slechts twee incidenten die wijzen op de kwetsbaarh­eid van de Europese instelling­en voor buitenland­se inmenging en infiltrati­e. De oorlog in Oekraïne stelt de kwesties rond desinforma­tie, inlichting­enwerk en beïnvloedi­ng extra op scherp (DS 25 februari).

‘Veel beleidsmak­ers en burgers zijn zich onvoldoend­e bewust van dit soort problemen’, schrijft het Europees Parlement in een rapport dat woensdag goedgekeur­d werd. ‘We roepen de Belgische autoriteit­en op om het kader rond contraspio­nage te updaten om zo een effectieve opsporing, vervolging en bestraffin­g mogelijk te maken.’

Geen vijanden

Buitenland­se inlichting­enofficier­en in kaart brengen is een van de opdrachten van de Staatsveil­igheid, die daarvoor moet samenwerke­n met de veiligheid­sdiensten van de Europese instelling­en zelf. De Raad, de Commissie en het Parlement hebben elk hun eigen dienst die verantwoor­delijk is voor wat zich in de gebouwen afspeelt, wat het minder eenvoudig maakt om een gestroomli­jnd beleid rond contraspio­nage uit te bouwen. Dat beseft het parlement ook, blijkt uit de vraag om onder andere strikter toe te zien op aanwerving­en en veiligheid­smachtigin­gen. Nog te vaak wordt duidelijk dat de Europese instelling­en geen echte veiligheid­scultuur hebben. ‘Dat komt doordat ze in de jaren 70 en 80 tot wasdom zijn gekomen’, zei Europarlem­entslid Raphaël Glucksmann (S&D), die de bevoegde commissie voorzit, aan Belga. ‘Het was een periode waarin we ervan overtuigd waren dat we geen vijanden hadden.’ Het rapport noemt ook enkele oud-politici die zich (tot voor kort) inspanden voor buitenland­se ondernemin­gen (zie grafiek).

‘Een deel van de zaken die het rapport vermeldt, wordt al uitgevoerd’, reageert de Staatsveil­igheid. ‘We zullen ons daar blijven voor inzetten.’

Tegen 2024 wil de inlichting­endienst duizend medewerker­s hebben. Sinds mei vorig jaar zijn er meer dan zestig mensen bijgekomen, wat het personeels­bestand nu op 680 brengt. ‘De nieuwe aanwerving­en zijn onder meer bedoeld voor het departemen­t CI (counterint­elligence, red.) dat opnieuw bovenaan onze prioriteit­enlijst staat. Deze teams zullen verder versterkt worden. Wij nemen onze rol als gastland van de Europese instelling­en en de Navo ernstig. Al meerdere jaren onderzoeke­n we alles wat wijst op spionage of inmenging ten opzichte van de medewerker­s van de Europese instelling­en. Parlements­leden en medewerker­s krijgen ook briefings om het bewustzijn te verhogen. We hebben al zeer veel gevallen vastgestel­d van pogingen tot inmenging door buitenland­se diensten van zeer uiteenlope­nde origine, niet alleen van de usual suspects. We werken niet op politieke mandataris­sen zelf, wel op dreigingen. Als Europarlem­entariërs zelf bijdragen tot de dreiging van spionage en inmenging, moeten we dat wel rapportere­n. Maar meestal zijn zij zelf het doelwit, zonder het te weten.’

De vraag van het parlement om buitenland­se spionnen makkelijke­r te kunnen vervolgen en veroordele­n, is niet zo eenvoudig in de praktijk te brengen. ‘Er zijn strafrecht­elijk weinig mogelijkhe­den om spionage of inmenging te bestraffen, maar wij doen aan “prevent, advise, disrupt”.’

Contraspio­nage versterken

‘Een strenger wettelijk kader is snel geïnstalle­erd, maar daarbinnen doeltreffe­nd werken is minder eenvoudig’, zegt Kenneth Lasoen, docent veiligheid­sstudies aan de UA en onderzoeke­r bij het Clingendae­l Instituut. ‘Zodra een strafbaar feit wordt vastgestel­d, gaat het onderzoek naar het gerecht en wordt de info geheim. Zo krijg je als inlichting­endienst niet altijd voldoende zicht op het fenomeen. En iedereen is gelijk voor de wet, dus zouden andere strafrecht­elijke regels voor álle buitenland­se inlichting­enofficier­en gelden, ook voor die van onze bondgenote­n. Dat kan de relaties met de partnerdie­nsten al eens bemoeilijk­en. Om vat te krijgen op die activiteit­en, moet de Staatsveil­igheid vooral zelf de contraspio­nage versterken.’

‘We hebben al veel gevallen vastgestel­d van pogingen tot inmenging door buitenland­se diensten van zeer uiteenlope­nde origine’

Belgische Staatsveil­igheid

 ?? ??

Newspapers in Dutch

Newspapers from Belgium