Standard bijna in buitenlandse handen
VOETBAL Standard-voorzitter Bruno Venanzi staat op het punt 75 procent van zijn aandelen aan JKC Capital te verkopen, een Noord-Amerikaanse investeringsgroep.
Alles wijst erop dat Standard in Noord-Amerikaanse handen terechtkomt. De deal is zo goed als rond. JKC Capital, het bedrijf van de Canadese ijshockeybestuurder John Chayka, heeft een principeakkoord bereikt met Bruno Venanzi over de overname van Standard. Venanzi blijft met 25 procent minderheidsaandeelhouder van Standard en behoudt er een functie. Standard en Venanzi wilden de nakende overname gisteren nog niet bevestigen en ook JKC onthoudt zich voorlopig van commentaar. Vermoedelijk wil Venanzi eerst het personeel inlichten. Dat zou de komende dagen gebeuren.
JKC bracht vorige maand al een bod uit en bleek een taaie onderhandelaar. Toen de Amerikaanse investeringsgroep 777 Partners de laatste dagen kwam opzetten, verhoogde JKC alsnog zijn bod naar – volgens De Tijd – circa 50 miljoen euro. Eerder draaide de belangstelling van Total Sport Investment TPP, de groep achter de steenrijke Rus Sergei Lomakin, op niets uit.
Sclessin mee in deal
Het is de verwachting dat het Stade Maurice Dufrasne, Sclessin, dat is ondergebracht in een aparte vennootschap, in de deal wordt opgenomen. De investeringsgroep wordt daardoor minderheidsaandeelhouder van het stadion. Eerder deze week had JKC daarover nog een vergadering in het Luikse. Het was Kristof Vandersmissen, de zoon van Standard-icoon Guy Vandersmissen, die Venanzi in contact bracht met JKC Capital. Door de overname is Standard gegarandeerd van een proflicentie voor volgend seizoen. JKC zal namelijk een kapitaalsinjectie doorvoeren.
De Noord-Amerikanen zijn van plan het dagelijks bestuur op Sclessin over te nemen. Het wil de tienvoudige landskampioen terugbrengen naar de top en zet ook in op het stimuleren van de jeugdopleiding en de vrouwentak. Het is de bedoeling dat Standard ook meer gaat inzetten op data en statistieken.
Bob Faesen
In de vierde etappe met aankomst in Bellante kregen de renners het eerste klauterwerk voorgeschoteld in deze Tirreno-Adriatico. Meer dan 3.000 hoogtemeters en een finish aan het eind van een lastige beklimming van net geen vier kilometer. Winnaar? Tadej Pogacar (UAE Team Emirates), of wat dacht u? Op de ultieme versnelling van de tweevoudige Tourwinnaar had niemand een antwoord.
‘Tijdens die laatste beklimming ging het er redelijk snel aan toe’, analyseerde de ritwinnaar. ‘Het regende aanvallen, maar ikzelf en Soler hielden alles netjes onder controle. Toen op zeshonderd meter van de finish Lafay zijn versnelling plaatste, vond ik mijn moment gekomen. Ik plaatste een tegenaanval, ging voorbij Lafay en hield nog genoeg over in de tank om het tot aan de finish vol te houden.
Op schema
Remco Evenepoel behoorde tot het kransje renners die niet aan de aandacht van Pogacar ontsnapten. Op dertig kilometer van de finish zette Evenepoel een aanval op. Pogacar was er als de kippen bij om zijn wagonnetje aan te haken. ‘Toen hij die eerste keer demarreerde, vond ik hem iets te gretig koersen en verspeelde hij te veel energie’, zei Pogacar. ‘Hij wilde voorop blijven, maar ik wist dat het onmogelijk was. Vanuit de volgwagen kreeg ik de melding dat er vol achter ons werd gereden.’
‘In die laatste beklimming bleek opnieuw dat ik wat punch mis tegenover de echte specialisten’ QuickStep Alpha Vinyl
Remco Evenepoel
Opvallend: Evenepoel trok eergisteren dezelfde conclusie toen Pogacar op weg naar Terni in de aanval trok en dat was Pogacar via de media ongetwijfeld ter ore gekomen. Was dit zijn antwoord op de eerdere uitspraak van Evenepoel?
Geen enkel moment dacht Van Aert eraan zijn gele trui te redden.