Koopkracht laat zich niet uitstellen
De inflatie is een complex verschijnsel. Economen discussiëren er nog elke dag over. Komt het door het jarenlange lakse geldbeleid en de te lage rente? Of zijn het de naweeën van de economische ontregeling door de pandemie? Het recentste stuk is zeker grotendeels de schuld van de oorlogsstoker Vladimir Poetin, maar dat verklaart niet alles. Tegenover die complexiteit volhouden dat de oplossing voor de kwijnende koopkracht eenvoudig is, houdt geen steek. De aanloop naar 1 mei is altijd een periode van verhitte slogans. Maar deze keer is de toestand echt te ernstig voor simplismen.
De grote oorzaken van de inflatie overstijgen ons land. De collectieve verarming die ze meebrengt, is dus onontkoombaar. Ze laat zich overal in de samenleving voelen, maar niet overal in dezelfde mate of op dezelfde manier. De strijd ertegen vereist dus solidariteit. Inflatie is een gemene dief, hij steelt meer van de armen dan van de rijken. Dat legitimeert een aanpak die herverdelend werkt.
Maar solidariteit moet gepaard gaan met efficiëntie en billijkheid. De voorstellen van Conner Rousseau en Paul Magnette, beiden voorzitters van socialistische regeringspartijen, lijken wel een vorm van solidariteit te bieden, maar schieten op de andere punten tekort.
Rousseau (Vooruit) wil bedrijven die meer dan 8 procent winst op het geïnvesteerde kapitaal boeken, zwaarder belasten. Maar niets zegt dat juist die bedrijven het meest van de inflatie profiteren. Hun winst over het voorbije boekjaar, een hersteljaar na een zware crisis, zegt niets over de winst over het lopende boekjaar.
Het idee van Magnette (PS) viseert de rijkste 1 procent en wil allen met een vermogen van meer dan 1 miljoen euro een belasting van 1 of 1,5 procent opleggen. Maar we hebben geen vermogenskadaster. Wat wordt meegeteld? Aandelen? Vastgoed? Schilderijen? Auto’s? Geen idee.
Er is zo weinig over de praktische kant van de voorstellen nagedacht dat het niet lijkt of ze bedoeld zijn om ooit voor uitvoering in aanmerking te komen. Ze dienen slechts ter profilering. Maar dat is een gevaarlijk wapen, want links van hen staat Raoul Hedebouw (PVDA) grijnzend klaar om het vluchtige van hun beloften aan de kaak te stellen.
De expertengroep die premier Alexander De Croo aanstelt, kan beter doordachte plannen aanreiken. Maar die moeten vervolgens wel een politieke afweging in de Vivaldiregering doorstaan. De experts riskeren slechts te dienen als brandvertragers. Dat kan voor De Croo als een boemerang terugkomen. De koopkracht is met voorsprong de heetste kwestie van het moment. Die verdraagt geen uitstel.
Ideeën van Rousseau en Magnette zijn niet bedoeld om uitgevoerd te worden