‘De stadstheaters zijn lege instituten zonder kunstenaars geworden’
In een open manifest klagen Luk Perceval, Oscar van Rompay en Bert Luppes de slechte arbeidscondities en het gebrek aan overlegcultuur bij NTGent aan. ‘De situatie is catastrofaal, veel acteurs leven onder de armoedegrens.’
Het rommelt in NTGent. Precies in de week waarin huisregisseur Luk Perceval in première ging met Red, het sluitstuk van zijn trilogie The sorrows of Belgium, hekelt hij samen met acteurs Bert Luppes en Oscar van Rompay in een opiniestuk in deze krant de ‘neoliberale en sociaal onzekere’ werkcultuur bij NTGent. Het Gentse stadstheater is een ‘logistiek waterhoofd’ geworden waarin de acteurs helemaal onderaan de sociale ladder bengelen, zo klinkt het.
Bij zijn aanstelling in 2018 besliste artistiek directeur Milo Rau om het ensemble, met onder meer Luppes en van Rompay in de rangen, te ontbinden en enkel nog projectmatig met acteurs te werken. Rau volgde daarmee het voorbeeld van het Toneelhuis en de KVS die hun gezelschap eerder hadden ingeruild voor losse huisartiesten. Een kapitale fout, volgens Perceval. ‘De artiesten worden niet meer in bescherming genomen. Zij zijn veroordeeld tot contracten van korte duur en hebben geen enkel verzekerd inkomen meer, laat staan doorgroeimogelijkheden. Tijdens corona hebben we gezien welke desastreuze impact dat heeft: veel acteurs leven onder de armoedegrens, maar in België is er geen enkele lobby die het voor hen opneemt. Daarom spreken wij nu klaar en duidelijk: de situatie is catastrofaal, dit leidt mensen naar de precariteit.’
Dode artiesten
Percevals claim is niet nieuw. Deze week nog vergeleek theatermaker Stijn Devillé in een opinie de theaters met ‘voetbalclubs zonder elftal’. De overflexibilisering van de theatersector, in combinatie met een beperkt cultuurbudget dat fair pay onmogelijk maakt, zorgt ervoor dat kunstenaars noodgedwongen van de ene onderbetaalde job naar de andere hoppen.
Ook actrice Sara De Roo uitte in haar state of the union op Het Theaterfestival (2018) haar ongerustheid over het verdwijnen van de ensembles als plek waar jonge toneelnaars spelers het ambacht leren.
‘Het probleem situeert zich natuurlijk niet bij NTGent alleen, dit is een systeemcrisis’ aldus Perceval. ‘Wij hebben zogezegd drie grote nationale theaters, maar het zijn lege instituten zonder kunstenaars geworden. Cultuurminister Jan Jambon (N-VA) heeft de mond vol van de Vlaamse canon, maar op deze manier wordt dat synoniem voor een vereniging van dode artiesten. Hij begrijpt niet hoe erg de situatie is. Niet alleen sociaal maar ook artistiek heb je een beschermde ruimte nodig waar je in continuïteit kan werken. Precies dat is wat een stadstheater uniek maakt.’
Perceval en co. richten hun pijlen ook rechtstreeks op artistiek directeur Milo Rau. Als internationaal veelgevraagd regisseur is de Zwitser volgens het trio te weinig in huis, waardoor hij de belangen van de kunstenaars bij NTGent niet kan verdedigen. Er zou geen overleg zijn en beslissingen worden aldus Perceval boven het hoofd van de artistieke ploeg doorgeduwd, vaak louter op basis van financiële argumenten.
‘Ik heb veel respect voor Rau als regisseur, maar het is niet omdat je fantastische voorstellingen maakt, dat je een goed leider bent. Hij heeft daar eenvoudigweg geen tijd voor. We pleiten er niet voor dat Rau aftreedt, wel dat er beter geluisterd wordt naar de kunstedie tenslotte de ziel van dit huis zijn. Ik maak al veertig jaar theater: er is nooit genoeg geld, en ik maak me geen illusies dat dat er zal bijkomen. Het is aan de theatersector om prioriteiten te stellen.’
Als de situatie niet verandert, overweegt Perceval om zijn werkterrein weer naar het buitenland te verleggen. De komende zeven jaar heeft hij een contract bij het Berliner Ensemble en staan er projecten in Oslo en Warschau op de agenda. ‘Ik wil graag de discussie voeren over de toekomst, maar alleen als er perspectief is. Momenteel voelt het echter als strijden tegen de bierkaai.’
Reactie NTGent
Milo Rau wilde niet persoonlijk op het manifest reageren, wel kwam er een geschreven reactie vanuit het NTGent-team – ze zijn allemaal erg geschrokken door de aantijgingen. ‘We hebben de voorbije weken en maanden heel wat gesprekken gevoerd met de drie ondertekenaars over hun wens om een vast ensemble op te richten. We legden hen uit dat zo’n gesloten ensemble het einde zou betekenen van het werk van alle diverse groepen die in NTGent werken, meer dan 50 mensen uit de stad, de regio en verschillende landen in Europa en de wereld.’
Het gaat dan onder meer om huisartiesten zoals Princess Isatu Hassan Bangura of Jesse Vandamme; gezelschappen als Action Zoo Humain; artiesten als Luanda Casella, Miet Warlop of Lara Staal, maar ook studenten, lokale en internationale performers zoals Arne De Tremerie, Olga Mouak en Louise Bergez.
De keuze om in 2018 te stoppen met het ensemble van dertien – witte – acteurs, omschrijft NTGent als een noodzakelijke stap om nieuwe, diverse stemmen aan boord te krijgen. ‘Nu teruggaan naar een klein en exclusief ensemble zou de agency wegnemen van de makers en gezelschappen die bij NTGent werken – om te werken met de mensen met wie ze willen
‘Ik heb veel respect voor Milo Rau als regisseur, maar het is niet omdat je fantastische voorstellingen maakt, dat je een goed leider bent. Hij heeft daar eenvoudigweg geen tijd voor’
werken. Het zou betekenen dat we terugkeren naar een model waarin één hoofdartiest letterlijk eigenaar is van een huis, en zijn ensemble zijn “familie” binnenhaalt, zoals een voetbaltrainer zijn spelers binnenhaalt.
Tot slot wijst NTGent op de enorme druk die meekomt met de steeds krimpende middelen voor cultuur. ‘Zoals voor alle stadstheaters geldt, wordt het “waterhoofd”, zoals de ondertekenaars het noemen, van technici, productie- en tourmanagers, boekhouders, onderhoudspersoneel
‘Ik maak al veertig jaar theater: er is nooit genoeg geld, en ik maak me geen illusies dat dat er zal bijkomen. Het is aan de theatersector om prioriteiten te stellen’