Een meesterwerk en zijn varianten
geldt als wegbereider van de moderniteit in de schilderkunst. Een expo in Brussel focust op de artistieke biografie van het werk en de vele herinterpretaties.
Met De moord op Marat hebben de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten een publiekstrekker in huis. Het meesterwerk van Jacques-Louis David onderging zopas een materiaaltechnisch onderzoek. De resultaten komen aan bod in een focustentoonstelling, die ook de lange nawerking natrekt van een van de iconische beelden uit de Franse revolutie.
David geldt als de voorman van het neoclassicisme in Frankrijk. Bijzonder was de manier waarop hij antieke voorbeelden wist te herinterpreteren vanuit een politiek en ethisch standpunt. In zijn beheerste stijl schoof hij burgerzin en moderne heldhaftigheid als waarden naar voor.
Hoe hij kunst en een engagement vervlocht in de uitbeelding van een politieke moord: het maakte hem modern. Jean-Paul Marat, arts, schrijver en politicus, was een machtige stem tijdens de
Franse revolutie. Met een rake dolksteek werd hij vermoord door een jonge adellijke vrouw, Charlotte De Corday, en wel thuis in zijn bad. Marat leed aan een huidziekte en zocht verlichting door continu zwavelbaden te nemen.
David steunde in 1793 de partij van de radicale jakobijnen. Hij organiseerde de begrafenis van zijn vriend en kreeg de vraag een staatsieportret te maken.
Het schilderij diende als propaganda voor de revolutie, maar deze Ecce homo is ook een juweeltje van soberheid en empathie. Marat wordt afgebeeld naar het voorbeeld van de gevallen gladiator, als een moderne martelaar voor de goede zaak. De sereniteit van de sterfscène is te vergelijken met die van de klassieke piëta, met de neerhangende arm die we kennen van bij Michelangelo en Caravaggio.
Nieuw onderzoek toont de wijzigingen die David op het laatste moment aanbracht. Zo wisselde hij de brief en de schrijfveer van plaats en kreeg Marat geen halfgeopende maar gesloten ogen. Er is ook vergelijkingsmateriaal voorhanden: uit Reims, Dijon en
In 1816 werd de schilder verbannen en ging hij in Brussel wonen. Het werk werd ook lang clandestien bewaard
‘Het is niet dat ik daar neen tegen zou zeggen, maar het is niet de prioriteit. Ik denk gewoon niet dat ik in het buitenland zou kunnen doorbreken voor ik in België doorbreek. Zo’n focusverschuiving zou trouwens ook aanvoelen alsof ik opgeef dat hiphop kan werken in dit land. Dat gevoel heb ik totaal niet. Integendeel: de scene groeit alleen maar. Zes à zeven jaar geleden waren alle rappers in België nog hobbymuzikanten, maar nu leef ik van hiphop, en veel van mijn collega’s ook. Niet dat we er al stinkend rijk van worden, maar we komen rond.’
‘Ik denk dat Niveau 4 in 2016, waarbij Couleur Café rappers uit Vlaanderen en Brussel samenbracht, een belangrijk moment was. Als je ziet wie bij die eerste editie betrokken was: Roméo Elvis, Zwangere Guy, Coely, Woodie Smalls … Dat was voor mij het begin van deze golf van Belgische hiphop. Ik was er zelf trouwens ook, backstage. Die ontmoetingen scheppen een band.’
Zwangere Guy laat je nu opdraven in ‘TRLK’ met een opvallende passage: jij rapt in het Engels, ZG in het Nederlands, en jullie rijmen op elkaar.
‘We hebben voor die track drie verschillende studiosessies gedaan. Omdat we die mix zo typisch Belgisch vonden: hier spreekt iedereen alles door mekaar. Daarom wou ik ook de Franstalige rapper Swing op mijn plaat voor een feature. Zo heb ik alle talen mee. Behalve Duits, natuurlijk: ik hoop dat zij het mij vergeven.’
Je raakt ook zwartere pagina’s van de Belgische geschiedenis aan. In ‘FBWL’ trek je een rechte lijn van de wandaden van Leopold II in Congo naar de dood van Sanda Dia bij een studentendoop.
‘Die connectie kan je toch moeilijk ontkennen? Als België nog nooit volwaardige excuses aangeboden heeft voor wat er daar gebeurd is, denk ik dat dat een deel van de reden is waarom mensen hier zo licht gaan over racisme. Onder mijn Tiktok-video’s zijn er nog altijd Vlaams Belang-aanhangers die reageren met “handjes kappen/ de Congo is van ons”. Oké, dat zijn anonieme accounts met twee volgers, maar ze zijn wel met veel.’
‘Als je in België iets over racisme zegt, krijg je nog vaak de reactie: “als het hier dan zo erg is, verhuis dan”. Ik snap die redenering niet. Het is niet omdat niet alles hier slecht is, dat het niet beter kán. Maar dan moet je dat wel kunnen benoemen.’
veel van elkaar. Het lijkt erop dat hondeneigenaren zich bij het beantwoorden van de vragen sterk laten beïnvloedden door stereotyperingen. En mogelijk projecteren ze hun verwachtingen op de hond en voeden ze hem ook op in lijn met die verwachtingen.
Het is niet verrassend dat allerlei karaktereigenschappen bij honden breed uitgesmeerd zijn over verschillende rassen. De meeste gedragingen zitten waarschijnlijk al duizenden jaren ingebakken in het dier, schrijven de onderzoekers.
Explosie aan rassen
Over de domesticatie zijn nog veel vragen. Maar wetenschappers schatten dat honden zich zo’n 12.000 tot 15.000 jaar geleden hebben afgescheiden van wolven en langzaamaan trouwe metgezellen van de mens zijn geworden. Pas de laatste tweeduizend jaar is de mens gaan selecteren op eigenschappen zoals jagen, bewaken en hoeden.
Maar de ware explosie aan rassen dateert nog maar van de laatste anderhalve eeuw. In de victoriaanse tijd ging men opeens waarde hechten aan raszuiverheid. Je hebt het dus over pakweg vijftig hondengeneraties die hebben geleid tot het huidige rariteitenkabinet van viervoeters. Op evolutionaire tijdschalen stelt dat niets voor.
Rest de vraag waarom onderzoekers van een medisch onderzoeksinstituut zich zo uitgebreid over hondengedragingen buigen? Het onderzoek maakt deel uit van Darwin’s Ark, een burgerwetenschappelijk project gericht op genetica en huisdieren, dat is opgezet door de University of Massachusetts Medical School. Initiatiefnemer van dit project is geneticus Elinor Karlsson. Zij doet onderzoek naar obsessiefcompulsieve stoornissen, ook wel dwangstoornissen genoemd.
‘Honden hebben ook vaak last van obsessief-compulsieve stoornissen’, zegt Karlsson tijdens een online vragenuurtje met journalisten. ‘Door honden te bestuderen kunnen we mogelijk meer te weten komen over de psychische aandoening bij de mens. De hond kan als een modeldier fungeren.’
Databank van honden
Het viel Karlsson op dat hondenbezitters graag in geuren en kleren vertellen over hun huisdieren. ‘Zodra mensen horen dat ik voor mijn onderzoek met honden werk, halen ze foto’s op hun telefoon tevoorschijn om uitgebreid over hun viervoeters te vertellen.’
Dat bracht haar op het idee om een grote database op te zetten waarin mensen zelf gegevens kunnen invullen. ‘Om iets complex als dwangstoornissen te onderzoeken, en de genetische basis die eraan ten grondslag kan liggen, heb je enorm veel data nodig.’
De hondendatabase is voor de onderzoekers een goudmijn.
Tomas van Dijk
‘Door honden te bestuderen kunnen we mogelijk meer te weten komen over de psychische aandoening bij de mens. De hond kan als een modeldier fungeren’