‘Waarom zou je over dollars rappen als wij met euro’s betalen?’
Komend weekend stelt K1D in de Ancienne Belgique zijn album voor. De rapper uit Sint-Niklaas maakte van zijn debuutalbum tegelijk een ode en een brandbrief aan het land waarin hij opgroeide.
‘Ja ja/ ja ja/ that’s how we say yes in Dutch’. Mocht u anderstalige vrienden hebben die zich afvragen hoe ze iets moeten bevestigen in het Nederlands: op ‘FBWL’ legt rapper K1D het fluks uit. Bevestigen is ook wat de 30-jarige doet op zijn debuutalbum From Belgium with love. Na veelbelovende ep’s levert hij een veelzijdige hiphopplaat af, met zowel glijerige, zwoele slow jamz als hanige brag tracks over hoe hij het aan het maken is in het leven. Toch is het album doordrenkt van één verlangen, zegt de als Badara Niasse geboren rapper. ‘Ik wou de eerste Engelstalige rapplaat maken die echt Belgisch aanvoelt. Omdat ik vind dat er hier toch een sfeer is die je in het buitenland niet kan vinden, en dat we die niet moeten wegstoppen.’
Toch zijn er genoeg Vlaamse rappers die dat maskeren met Amerikaanse accenten. ‘Dat weet ik. Ik heb in het verleden ook wel de Amerikaan gespeeld. Maar nu stoort mij dat eerder. Het zit hem in de details. Waarom zou je over dollar bills rappen als wij hier met euro’s betalen? Als ik rap, zeg ik dat “my money purple, green and blue” is, en niet enkel groen zoals in de VS.’
‘Ik vind België gewoon een dope land dat ook al goeie exportproducten heeft voortgebracht. Damso en Angèle bewijzen dat je kan doorbreken met onze nationaliteit. En een track als “BruxellesVie” van Damso heeft me geleerd dat rappen over de plek waar je vandaan komt ook een sterkte kan zijn.’
Zelfs SintNiklaas krijgt een shoutout op je plaat. Met Woodie Smalls, Alioth, Chuki Beats en Black Mamba is het Waasland een onverwacht epicentrum van de Vlaamse hiphop.
‘Ik weet ook niet hoe dat komt. Het moet zijn dat er hier iets in het water zit. Van de stad komt het alleszins niet, want die doet nog steeds weinig voor ons. Mocht ik als schepen van Cultuur zien hoeveel hiphopnamen hiervandaan komen, dan zou ik die proberen te ondersteunen met een jeugdcentrum. Zoals in Antwerpen, waar mensen zich creatief kunnen ontplooien in studio’s en met workshops. Maar hier is er niets, ook al hebben we die vraag al op tafel gelegd bij het gemeentebestuur. Het schijnt dat ze er nu aan bezig zijn. Beter laat dan nooit, natuurlijk. Maar ik ben stilaan klaar om afscheid te nemen van de stad. Ik wou hier blijven tot mijn debuutalbum afgerond was, om alle indrukken te verwerken van de omgeving die me veel gegeven heeft en waar ik alles ken. Maar hierna is het tijd voor een volgende stap. Waarheen, dat zie ik nog wel.’