Telenet, het kneusje in de Europese telecomsector

Telenet hanteert als logo een lachend gezichtje in een vierkant; alsof het blije klanten, medewerkers en aandeelhouders moet weerspiegelen. Of die laatste nog goedgezind zijn, valt sterk te betwijfelen. Telenet verloor sinds 1 januari 2020 al een kwart van zijn beurswaarde. Veel slechter dan Europese sectorgenoten die opnieuw op het niveau van 2020 noteren.

Die kloof werd gisteren nog uitgediept. Telenet moest tegenvallende kwartaalresultaten opbiechten, waardoor het aandeel bijkomend 5,5 procent verloor. Het bedrijf kampt met meerdere problemen. Allereerst zakte de omzet met 1 procent tegenover hetzelfde kwartaal vorig jaar. Tegelijkertijd stegen de personeelskosten, wat tot een daling van de bedrijfswinst met 2 procent leidde. De daling van de omzet komt vooral door de ‘kabelknippers’. 14.700 gezinnen zegden in de voorbije drie maanden hun tv-abonnement op en switchten naar streamingdiensten. Daarvoor hebben ze alleen nog een internetabonnement nodig, wat goedkoper uitvalt. In totaal haalde Telenet 6 procent minder uit tv-activiteiten. Niet alleen de tv-kabel wordt doorgeknipt. Steeds minder mensen hebben nog een vaste telefoon, wat resulteert in 7 procent minder vaste telefoongebruikers.

Telenet loopt achter op Proximus bij de uitrol van glasvezelkabels tot bij de gezinnen

Tegelijkertijd wordt het Mechelse telecombedrijf gedwongen om te investeren in de ‘toekomst’: ultrasnelle glasvezelnetwerken met kabels die tot in de huiskamer reiken en 5G mobiele netwerken. Die investeringen kosten geld, veel geld, wat doet vrezen dat Telenet nog voor stevige investeringen staat. Bovendien loopt het achter op concurrent Proximus, die al verder staat met het uitrollen van glasvezelkabels tot bij de gezinnen. Telenet moest in de marge van de kwartaalresultaten ook toegeven dat de in 2020 groot aangekondigde samenwerking met Fluvius alweer vertraging opliep. Fluvius, netbeheerder van elektriciteit en gas in Vlaanderen, is de partner voor Telenet om glasvezel uit te rollen. Die samenwerking zou pas tegen de publicatie van de halfjaarcijfers operationeel worden, wat opnieuw uitstel betekent. Dit alles maakt dat Telenet in het eerste kwartaal amper groter kon worden in groeisegmenten zoals breedband- en postpaidabonnees.

Intussen hoopt Telenet het tij te keren – alvast voor de belegger – door de tarieven voor zijn diensten op te trekken. Het zou gaan om prijsstijgingen met 4,7 procent, wat samen met enkele kostenbesparingen de winstgevendheid opnieuw moeten verhogen. Het bedrijf zal wel niet besparen op de raad van bestuur. Het trekt het aantal bestuurders op van negen naar elf en heft het plafond op zitpenningen op. Een bestuurder krijgt 3.500 euro per vergadering, met een maximum van 24.500 euro per jaar, of zeven vergaderingen per jaar. Omdat er soms meer dan zeven keer moet worden vergaderd, wil Telenet de bestuurders hiervoor bijkomend vergoeden. Behalve de belegger kan ook consumentenorganisatie Test Aankoop daar niet mee lachen. ‘Telenet verhoogt de tarieven ook bij lage inflatie. Een prijsverhoging van bijna 5 procent aankondigen en tegelijkertijd het hoge dividend en het aantal leden van de raad van bestuur uitbreiden, en hun zitpenningen verhogen, is wel heel erg cynisch.’