Vlaanderen wil beter meten waarnaar u kijkt en luistert
MEDIA Meten is weten, dat is zeker zo voor adverteerders die reclame voor hun producten willen maken op radio, tv en online. Er is in Vlaanderen al enige tijd grote nood aan een uniform meetsysteem dat het gebruik van álle soorten media – lineair en online – accuraat en consequent in kaart brengt. Op dit moment onderzoekt het Centrum voor Informatie over de Media (CIM) de cijfers per medium.
Zowel audio als video wordt alsmaar breder verspreid over meerdere mediaplatformen. De CIM kan dat plaatje nog niet in kaart brengen. Daarom investeert de Vlaamse regering (en de minister van Media, Benjamin Dalle, CD&V) samen met tien mediapartners (Vlaamse media- en advertentiebedrijven in een nieuw crossmediaal meetsysteem. Dat zal de cijfers in kaart brengen van lineaire mediakanalen (tv en radio), sociale media, mediawebsites en apps.
Zo willen de mediabedrijven niet alleen meten hoeveel mensen op tv en via streaming naar pakweg The voice kijken. Ze willen ook monitoren hoeveel mensen ze bereiken met de fragmenten uit het programma op de krantenwebsite en vooral tellen hoe vaak die filmpjes op sociale media bekeken worden: socialemediabedrijven, zoals Facebook, schermen hun data immers af. Er komen ook objectievere kijkcijfers voor streamingplatformen, van VTMGo over Streamz tot Netflix. Ook bij het meten van radiocijfers wordt een stap vooruit gezet: de cijfers zullen snel na de uitzending en per minuut beschikbaar zijn. Tot nu waren radiocijfers gebaseerd op rapportage van luisteraars die hun luistergedrag zelf registreerden.
De regering draagt 4 miljoen euro bij. De mediagroepen, verzameld in het consortium XMC, investeren 1,7 miljoen euro. Wanneer het systeem klaar zal zijn, is nog niet gecommuniceerd.